NS al relatief duur, kaartjes toch fors in prijs omhoog
De prijs van treinkaartjes mag van het kabinet sneller stijgen dan de inflatie. Goed nieuws voor de verlieslijdende NS, slecht nieuws voor de treinreizigers. Die klagen al jaren over de dure spoorkilometers. Maar klopt het dat treinreizen in Nederland veel duurder is dan in onze buurlanden?
Vertragingen, overvolle treinen en toch steeds duurdere treinkaartjes. Voor doorgewinterde treinreizigers zijn het bekende irritaties, maar de prijs van een treinticket gaat nog vérder omhoog. Na onderhandelingen met de overheid mag de NS de prijzen vanaf volgend jaar extra verhogen. Naast de jaarlijkse inflatiegebonden stijging mag de NS er in twee stappen nog 7 procent bij doen.
Dat is niet de meest controversiële uitkomst van de onderhandelingen. De NS mag ook een spitsheffing gaan invoeren. Daarmee wordt reizen in de spits tientallen procenten duurder. NS-baas Wouter Koolmees kondigde eerder al aan dat reizen in de daluren als tegenprestatie dan goedkoper moet worden. De NS wil hiermee reizen buiten de spits aantrekkelijker maken om de overvolle treinen tijdens de spits te ontlasten. Of de maatregel ook ingevoerd wordt, is nog niet zeker. De Tweede Kamer moet hier namelijk nog mee instemmen.
Buitenland
Het onderbuikgevoel is dat reizen per trein in Nederland duurder is dan in onze buurlanden. En dat klopt deels. Wie per tweede klas van Amsterdam naar Apeldoorn reist, moet 18,40 euro neerleggen. Een vergelijkbare reis is in Duitsland aanzienlijk goedkoper: zo kost een enkeltje Berlijn - Brandenburg (een vergelijkbare afstand) slechts 7,90 euro. Ook in België is een dergelijke treinreis met 10,20 euro veel minder duur.
Daar staat tegenover dat de prijzen in Frankrijk op hetzelfde niveau liggen als in Nederland. In Groot-Brittannië is het spoor zelfs veel duurder: een uurtje reizen van Londen naar Oxford kost tijdens de ochtendspits maar liefst 40,50 euro.
Bert van Wee, hoogleraar Transportbeleid aan de TU Delft, beaamt dat reizen in Nederland gemiddeld duurder is dan in de rest van Europa. „Daar krijgen we overigens een beter product voor terug”, zegt hij. „Het Nederlandse systeem is veel beter dan dat van België en Duitsland.” Het is misschien moeilijk te geloven, maar in 2019 werd de Nederlandse railinfrastructuur door het World Economic Forum beoordeeld als het op een na beste van Europa, na dat van Zwitserland.
Meebetalen
Dat treinreizen in Nederland duurder is, ligt volgens Van Wee aan het feit dat de overheden in onze buurlanden meer meebetalen aan het treinkaartje dan hier het geval is. Op de vraag of de Nederlandse overheid dit ook moet gaan doen, reageert hij terughoudend. „Zoiets kost veel geld, en wat krijg je ervoor terug?”, vraagt hij zich af. „Mensen laten niet massaal de auto staan als de trein goedkoper wordt. Je ziet dan juist dat mensen die al van de trein gebruik maken, dat vaker gaan doen.”
Ook op sociaal gebied vindt Van Wee een algehele prijsverlaging niet verantwoord. „Lange treinreizen worden vooral gemaakt door hoger opgeleide mensen met beter betaalde banen. Als het treinreizen goedkoper gemaakt moet worden, doe het dan specifiek voor mensen met een kleinere portemonnee en het liefst buiten de spits.”
Spitsheffing
Over de voorgenomen spitsheffing is Van Wee positief. „Tientallen procenten van de reizigers zijn gevoelig voor dit soort prijsmaatregelen. De NS kent nu een korte, maar heel heftige spits. Als je een deel van de mensen kan verleiden om buiten de spits te reizen, heeft de rest meer kans op een zitplaats.”
Dat een spitsheffing ervoor zorgt dat mensen de trein links laten liggen, verwacht hij niet. „Toen automobilisten geld kregen om de spits te mijden, zag je niet dat zij overstapten op het openbaar vervoer. Ze gebruikten nog steeds de auto, maar dan eerder of later. Ik verwacht dat de spitsheffing eenzelfde effect gaat hebben.”