Amazonelanden vinden dat ontbossing tegengegaan moet worden. Maar tot een streefdatum om daar een einde aan te maken, konden ze afgelopen dagen op de eerste Amazonetop in 14 jaar niet komen.
De urgentie om ontbossing te stoppen, is goed zichtbaar rond de stad Belém waar de leiders van Amazonelanden dinsdag en woensdag bijeenkwamen. Belém, gelegen in de Amazonedelta, lag twee decennia terug nog te midden van het regenwoud. Maar in twintig jaar tijd verloor de regio Pará, waar Belém in ligt, bijna 20 miljoen voetbalvelden aan bos: ruim 10 procent van het totale landoppervlak. Het achterland van Belém, ooit groen en ondoordringbaar regenwoud, is nu veranderd in een kale grassteppe waar koeien grazen.
Ondanks de zichtbare gevolgen van ontbossing in de omgeving van de top, konden functionarissen uit Bolivia, Brazilië, Colombia, Ecuador, Guyana, Peru, Suriname en Venezuela het niet eens worden over een datum om ontbossing te stoppen.
Een flinke domper voor de sinds januari 2023 aangetreden president van Brazilië, Luiz Inácio Lula da Silva. Voorafgaand aan de top riep hij al op tot een gemeenschappelijk doel om de ontbossing tegen 2030 te beëindigen; beleid dat zijn eigen regering al aannam. Ook de Colombiaanse premier Gustavo Petro gaf aan achter die streefdatum te staan.
Bij zijn aantreden in januari verklaarde Lula bomenkappers weer staatsvijand nummer een. Onder zijn voorganger, Jaïr Bolsonaro, bereikte ontbossing in het Amazonegebied recordhoogten. Lula liet paramilitaire operaties uitvoeren tegen illegale mijnbouw, beboette landdieven en gaf grond terug aan oorspronkelijke bewoners.
Tijdens zijn vorige ambtstermijn (2003-2011) wist Lula de houtkap ook al enorm terug te dringen – in 2012 lag de kap 80 procent lager ten opzichte van 2003. Nu lijkt dat weer te lukken. De houtkap in Brazilië lag in juli 66 procent lager dan een jaar eerder.
Lula gaf woensdag aan zich niet door het Westen de les te laten lezen over milieubescherming. „We kunnen geen groen neokolonialisme accepteren dat handelsbelemmeringen en discriminerende maatregelen invoert onder het mom van milieubescherming”, zei hij. „De rijkste 10 procent van de wereldbevolking stoot bijna de helft van alle CO2 uit.”
Op de Amazonetop waren ook functionarissen uit Indonesië, Congo en de Democratische Republiek Congo aanwezig. Met die ‘regenwoudlanden’ bij de gesprekken te betrekken, wil Lula wereldwijd urgentie aanwakkeren om ontbossing tegen te gaan. Die samenwerking is van belang voor de volgende klimaattop van de Verenigde Naties, zei Lula. De Amazonetop wordt gezien als voorloper van een VN-conferentie over klimaat die in 2025 in Belém wordt gehouden.