Buitenlandverenigde staten
Aanklager leunt op notities Pence

De getuigenis van voormalig vicepresident Mike Pence blijkt de ruggengraat van de nieuwste aanklacht tegen Donald Trump.

Pence. beeld AFP, Sergio FLORES
Pence. beeld AFP, Sergio FLORES

De aanklacht die donderdagmiddag aan de voormalige president is voorgelezen, telt 45 pagina’s. In dat document wordt de naam van Pence of van zijn kantoor in totaal ruim honderd keer genoemd. Pence heeft dus een centrale plaats in de aanklacht.

Dat laatste is heel opmerkelijk. Vier jaar lang was Pence de zeer loyale vicepresident van Trump. En zelfs na de onderlinge verwijdering als gevolg van de Capitoolrellen heeft Pence steeds weer gezegd dat zijn vorige baas slachtoffer dreigt te worden van een heksenjacht.

Verdedigbaar

Pence blijkt steeds notities te hebben gemaakt van ontmoetingen en gesprekken met Trump en zijn adviseurs. Naar deze korte aantekeningen wordt in de aanklacht geregeld verwezen. Tweemaal worden ze expliciet geciteerd. De eerste keer gaat het erom dat Trump op 29 december 2020 tegen Pence heeft gezegd dat het ministerie van Justitie „grote overtredingen” heeft gevonden.

Het tweede citaat uit de aantekeningen van Pence betreft een bijeenkomst op 4 januari 2021, 
waar Trump zijn valse beweringen van wijdverbreide verkiezingsfraude herhaalde. Volgens het document zette Pence tijdens die bijeenkomst vraagtekens bij het voorstel van Trumps advocaat John Eastman om de verkiezingsuitslag terug te sturen naar de staten. Pence vroeg hem of zoiets „verdedigbaar” was. Eastman antwoordde dat „niemand zoiets eerder heeft getest”. Daarop zou Pence tegen Trump hebben gezegd: „Zelfs je eigen raadsman zegt niet dat ik die autoriteit heb.”

Te eerlijk

De aanklacht biedt ook een tijdlijn van privételefoontjes die zouden hebben plaatsgevonden tussen Trump en Pence in de aanloop naar 6 januari. Daaruit blijkt dat Trump Pence onder druk zette.

Het document verwijst naar een contactmoment tussen Trump en Pence op eerste kerstdag. „Op 25 december, toen de vicepresident de beklaagde belde om hem goede kerstdagen te wensen, veranderde de beklaagde het gesprek snel naar 6 januari en zijn verzoek aan de vice-president om de verkiezingsstemmen die dag af te wijzen”, staat in het document. De vicepresident antwoordde: „U weet dat ik niet denk dat ik de bevoegdheid heb om de uitkomst te veranderen.”

Op 1 januari probeerde Trump het opnieuw. Pence hield voet bij stuk. Daarop zei Trump tegen hem: „Je bent te eerlijk”, aldus het document. In de aanklacht staat dat Trump en Pence elkaar op 5 januari privé ontmoetten. Pence bleef toen opnieuw weigeren zich te bemoeien met de certificering van de verkiezingsuitslag van 2020. Trump zei desondanks later in een verklaring: „De vicepresident en ik zijn het er volledig over eens dat de vicepresident de macht heeft om op te treden.”

In de aanklacht staat ook dat Trump „bewust valse verklaringen gebruikte om de vicepresident onder druk te zetten om de verkiezingsuitslag op frauduleuze wijze te wijzigen en publiekelijk de valse verwachting wekte dat de vicepresident dit zou doen”, zelfs nog op de ochtend van 6 januari.

Nadat relschoppers het Capitool binnendrongen, berichtte Trump op Twitter: „Mike Pence had niet de moed om te doen wat had moeten gebeuren om ons land en onze grondwet te beschermen, waardoor staten de kans kregen om een gecorrigeerde reeks feiten te bevestigen, niet de frauduleuze of onnauwkeurige die ze eerder moesten certificeren.”

Smeken

Zelfs nadat het Congres na de aanval weer in zitting was gegaan, probeerde Trumps raadsman Eastman nog druk uit te oefenen. Volgens het document e-mailde Eastman om 23:44 uur de juridisch adviseur van de vicepresident met de mededeling: „Ik smeek u om nog een relatief kleine overtreding te overwegen en de vergadering tien dagen te schorsen om de wetgevers in staat te stellen hun onderzoek af te ronden en om een volledige forensische audit mogelijk te maken van de enorme hoeveelheid illegale activiteiten die hier hebben plaatsgevonden.”

Pence heeft tijdens het gesprek met justitie gezegd: „Op 6 januari eiste voormalig president Trump dat ik moest kiezen tussen hem en de grondwet. Ik heb voor de grondwet gekozen en dat zal ik altijd blijven doen.”

Dat was ook de grondtoon van Pence reactie toen deze week bekend werd dat er een aanklacht tegen Trump ligt. De voormalige vicepresident zei: „Deze aanklacht dient als een belangrijke herinnering: iemand die zichzelf boven de grondwet plaatst, mag nooit president van de Verenigde Staten worden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer