De deuren van de langgerekte loods op het meer dan 20 hectare tellende industrieterrein De Copen, een eindje buiten Lopik, staan open. Geklop, gezaag en gehamer is van verre hoorbaar. Voor de deur staan een aantal gesloten laadbakken. Wit en rechthoekig, maar qua interieur vrijwel allemaal verschillend. Net als bij een auto wordt iedere bestelling afgewerkt volgens de wensen van de klant.

Bastian Brunsveld is directeur en mede-eigenaar van het bedrijf waarin circa 90 mensen de kost verdienen. Op kantoor én in de productie. Wekelijks worden er 85 laadbakken in elkaar gezet. Die worden door carrosseriebedrijven gemonteerd op het onderstel van een voertuig. Dit zijn vaak de bekende verhuisbusjes of de voertuigen waarin bijvoorbeeld boodschappen worden thuisbezorgd. Belangrijke klanten van CityBOX zijn supermarktketen Jumbo, autofabrikant Renault en grotere bedrijven in de verhuursector.

Op de werkvloer bevindt zich een bonte mix van werknemers, afkomstig uit verschillende landen en windstreken. Hun directeur vindt waardering voor elkaar belangrijk. „Het begint met respect voor elkaars mening. Pas dan kun je goed samenwerken en volgt de rest vanzelf. Het is bekend dat ik een hekel heb aan scheldwoorden en vloeken.”

Voor zichzelf geldt dat de directeur zich afhankelijk van God weet, in en buiten het bedrijf. „Dat heb ik de voorbije jaren hard nodig gehad om mijn vertrouwen te bewaren, ongeacht de uitkomst.” Dat gold in sterke mate toen corona uitbrak. „Ik was toen nog diaken in de christelijke gereformeerde kerk van Culemborg. Daar zaten we dan, met een paar man en een camera. Dat vergeet ik nooit meer.” Hij schuwde de ziekbedden niet. „Juist in zulke omstandigheden is bezoek van mensen nodig.”

Als een beul

Maar ook binnen het bedrijf stond er veel op z’n kop. Werknemers liepen spitsroeden en de discussies over al dan niet inenten barstten los. Door de inval van de Russen in Oekraïne stokte de aanvoer van materialen. „We betrekken hout uit Finland, daarvan is weer een flink deel afkomstig uit Rusland. De aluminiumprijzen schoten omhoog.”

Brunsveld zag de spanningen oplopen. „We hebben enkele malen moeten afschalen. Dat begon met werktijdverkorting, vervolgens werden werkzaamheden van ingehuurde krachten beëindigd, daarna van parttimers en tenslotte ook van vaste werknemers. Dat is heel vervelend. Dan voel je je als een beul die rondgaat. Natuurlijk wist ik het zelf af en toe ook niet meer. Je hebt echter een voortrekkersrol en mag je niet laten leiden door paniek, hoe beroerd je je ook voelt.”

Christen-zijn op de werkvloer betekent voor hem betrouwbaar zijn. „Eerlijk zijn, doen wat je beloofd hebt. Dat staat eveneens onder druk als de zaken minder goed gaan. Het is het beste om open te zijn over je situatie. Om het gewoon te zeggen als je even niet kunt betalen.”

Oorlogstrauma’s

Er zijn veel zaken waarop je als ondernemer geen invloed hebt, benadrukt hij. „Geopolitieke spanningen, ziekte, inflatie en klimaatveranderingen. Je kunt bidden om ervoor behoed te blijven, maar het leert je dat een mens het zelf niet redt. Gelukkig gaat het de laatste tijd weer veel beter met het bedrijf.”

Maatschappelijk verantwoord ondernemen zit volgens hem in het DNA van CityBOX. „Al vele jaren. Zoals een wat oudere man. Hij was al een tijd werkloos en bijna op pensioenleeftijd. Inmiddels is hij met pensioen maar werkt nog halve dagen omdat hij het zo naar zijn zin heeft hier. Er werken hier zelfs nog voormalige Vietnamese bootvluchtelingen.”

Samenwerking met vluchtelingenwerk en een organisatie die zich inzet voor mensen aan de rand van de samenleving heeft verschillende banen opgeleverd bij CityBOX. Voor diverse functies is geen middelbare of hogere opleiding noodzakelijk. Er lopen nu in het bedrijf Syriërs, Polen, Bulgaren, Roemenen, Oekraïners en Afrikanen rond. „Meestal gaat dat goed. Alleen met onverwerkte oorlogstrauma’s lukt het niet, is mijn ervaring.”

Brunsveld wil graag een goede rentmeester zijn. Op de duurzaamheid van het pand heeft hij niet veel invloed. „De loodsen zijn gehuurd. We verwarmen en koelen met de airco en gas gebruiken we niet veel.” Omdat er aluminium onderdelen worden gelijmd, let hij sterk op de samenstelling van de gebruikte materialen. „Dat zijn chemische middelen en schoonmaakproducten. Vroeger was dat echt troep. We zoeken daarom doorlopend naar duurzamere oplossingen om daarmee de veranderende mobiliteitsvraagstukken te faciliteren.”