Na de val van het kabinet moeten er ook bij de Koninklijke Landmacht koppen rollen. Met name de positie van landmachtbaas Van Baal is onhoudbaar.
„Als je zes jaar Amsterdam overleeft is een generaal een eitje bij het ontbijt”, zei minister De Grave van Defensie nog geen maand geleden tegen Leidse studenten. De veelal besnorde generaals blijken uiteindelijk een hardgekookt ei te zijn, waarin De Grave zich verslikt.
Na de val van het kabinet kwam de top van de landmacht dinsdag op de Prinses Julianakazerne in Den Haag in crisisberaad bijeen. Het beraad werd voorgezeten door luitenant-generaal A. van Baal, de bevelhebber van de landstrijdkrachten. De mannen met de sterren maakten „een zeer strijdbare indruk” en peinsden er niet over om op te stappen.
In een gesprek gisteravond met de militaire vakbonden zei Van Baal dat hij een „onafhankelijk integriteitsonderzoek” wil laten verrichten naar de huidige leiding van de Koninklijke Landmacht en de rol van de toenmalige top tijdens de val van de moslimenclave Srebrenica.
Het lijkt op een afleidingsmanoeuvre. Van Baal (55) ligt zelf onder vuur. Tijdens de val van Srebrenica was hij plaatsvervanger van toenmalig bevelhebber Couzy. In 1994 was Van Baal chef-staf van de VN-vredesmacht in Bosnië. Hij was dus geen vreemde op de Balkan.
Het NIOD-rapport over de val van de ’veilige’ enclave Srebrenica bevat zware kritiek op de toenmalige top van de landmacht. Zo hebben Couzy en Van Baal willens en wetens informatie achtergehouden voor hun minister. Die kon daardoor de Tweede Kamer niet volledig informeren. Pijnlijk genoeg concludeerde Van Kemenade in een rapport dat bij defensie geen sprake zou zijn van een doofpotcultuur.
Voordat Van Baal in april vorig jaar op het Malieveld in Den Haag aantrad als hoogste baas van de landmacht, moest hij zijn politieke baas, minister De Grave van Defensie, verzekeren dat het dossier Srebrenica geen onverwachte verrassingen op zou leveren. Anders zou de hoogste landmachtfunctie aan de neus van carrièregeneraal Van Baal voorbijgaan.
De Grave liet zich overtuigen en maakte -met steun van het kabinet, dat over deze topfuncties beslist- Van Baal bevelhebber. Iets waar hij nu spijt van heeft. De Grave zou Van Baal dinsdag te verstaan hebben gegeven de eer aan zichzelf te houden en op te stappen. Zo niet, dan zal Van Baal worden ontslagen. En dat wordt door iedere militair als een schande ervaren.
In zijn eerste toespraak als nieuwe bevelhebber zei Van Baal vorig jaar op het Malieveld dat „dragen van verantwoordelijkheid, waardering genieten voor de uitgevoerde taak, mogelijkheden creëren voor ontplooiing en plezier hebben in het werk, onze voornaamste drijfveren zijn.”
Onder officieren van de landmacht, dezer dagen op de Veluwe bijeen voor een grote NAVO-commandopostoefening, valt te vernemen dat Van Baal moet gaan. „Hij moet de eer aan zichzelf houden. En de eer van de landmacht.”
Ook generaal Nicolai, die in juli 1995 als VN-officier luchtsteun weigerde aan de benarde dutchbatters, zou op moeten stappen. De officieren vinden niet dat het imago van de Koninklijke Landmacht is geschaad. „De top ligt onder vuur, de gewone soldaat is door het rapport gerehabiliteerd.”
Het vertrek van Van Baal zou lucht brengen in de top van de landmacht. Probleem is namelijk dat er voor luitenant-generaal M. Urlings nog geen nieuwe werkplek is gevonden. Op 4 juli neemt Urlings in de Duitse stad Münster afscheid als commandant van het Duits-Nederlandse Legerkorps. Een Duitser neemt zijn plek in. Volgens afspraak wisselt het commando van het korps om de drie jaar.
Urlings (51) is nog te jong om chef-defensiestaf te worden, de hoogste militaire post in Nederland. Bovendien is eerst de beurt aan de luchtmacht, die met luitenant-generaal Berlijn een prima kandidaat in huis heeft. Over drie jaar zou Urlings dan in beeld komen.