Op zo’n twintig minuten rijden van het Groningse Bad Nieuweschans ligt Leer. Met zo’n 35.000 inwoners is de Duitse stad kleiner dan het noordelijker aan de Eems gelegen Emden. Toch hoort de plaats bij de drie grootste steden van Oost-Friesland.
De oude binnenstad van Leer is gebouwd op de oever van de Leda, een zijtak van de Eems. Bij de historische haven wordt het stadsbeeld gedomineerd door het raadhuis met zijn klokkentoren. Aan de kade staat de waag. Het gebouw uit 1714 huisvest restaurant Zur Waage, met Noord-Duitse keuken. Voor het terras liggen platbodems en stoomboten aangemeerd.
Hoog op de toren van het raadhuis, boven de koperen spits, glinstert een windwijzer in de vorm van een zeilschip. De Grote Kerk, verderop, heeft behalve een achthoekige toren ook een fraai orgel. De oudste pijpen zijn zestiende-eeuws. Het instrument is gerestaureerd door de orgelbouwer Jürgen Ahrend.
In de straat waaraan het raadhuis staat, serveren de restaurants lekkere broodjes vis. Tenminste, dat beloven de vlaggetjes aan de gevels. Links en rechts bochtige stegen, zoals de smalle Wilhelminengang. Voor een winkelpand met wijnrode vensters staat een vrolijke kar met kleurrijke dierfiguren, kabouters en huisjes.
Een grote goudkleurige druiventros hangt boven de ingang van wijnhandel J.W. Wolff. Het pand, Haus Samson, heeft een fraaie gevel uit 1643. Een uithangbord toont Simson in gevecht met de leeuw. Ook het interieur van de zaak is monumentaal. Een wand is versierd met een loflied op de wijn, in het Nederduits. „Söte Melk is för de Kinner, sure Melk is för de Swien.”
Leer was tot 2015 per trein bereikbaar vanuit Groningen. De Friesenbrücke werd toen geramd door een vrachtschip. Een nieuwe spoorbrug, die 200 miljoen euro gaat kosten, laat nog tot 2024 op zich wachten.