Geen organist meer te vinden? Robot ”Organola” biedt uitkomst
Wat te doen als de enige organist te oud wordt en er geen nieuwe generatie klaarstaat om de toetsen van het kerkorgel te beroeren? In het Duitse Holzschwang bood de techniek uitkomst: robot ”Organola” nam de taak van de organist over.
Na zestig jaar stopte een paar maanden geleden de organist van de evangelisch-lutherse Georgskirche in het Duitse dorpje Holzschwang (Beieren). Het viel de 88-jarige speelman, Hans Stumpp, steeds zwaarder de diensten in het 500 jaar oude kerkje te vervullen. Daarom ging hij met pensioen. Maar een opvolger die de drie klavieren van het kerkorgel kan bespelen was nergens te vinden. Tot verdriet van de predikant van de kerk, Thomas Pfundner.
Maar in plaats van zonder orgel verder te zingen of cd’s te draaien tijdens de eredienst, bedacht de pfarrer een list. Hij schakelde ingenieursbureau Klaus Holzapfel uit Reistingen in, die een ontwerp van een orgelrobot maakte. ”Organola”, heet de uitvinding: een langwerpige machine zo breed als de klavieren van het orgel, met daarin een computer. Die is eenvoudig te bedienen: de predikant kan thuis de liederen uit het ”Evangelisches Gesangbuch” uitkiezen en op een stick zetten en die in de kerk in ”Organola” pluggen.
Zo kan de ”digitale kerkmusicus” de hele dienst spelen: alle gezangen, ook als er meerdere strofen gezongen worden. Maar ook de voorspelen, al zijn die een stuk korter dan toen Hans Stumpp nog achter de klavieren zat. De techniek zorgt er zodoende voor dat de kerkgangers nog steeds de klanken kunnen horen van het „geweldige instrument” van Sandtner uit 1984 in de Georgskirche, aldus ds. Pfundner in een artikel op de website evangelisch.de van het Gemeinschaftswerk der Evangelischen Publizistik (GEP). Volgens hem moet je als kerkganger van goeden huize komen om te horen dat er op de orgelgalerij geen mens aan te pas komt.
Een klein nadeel is er wel, erkent de predikant. ”Organola” bedient slechts één manuaal –weliswaar het koppelklavier– dus uitkomend spelen is er niet bij. En ook de pedaaltoetsen blijven onberoerd: de Fagot 16’ van het pedaal zullen de kerkgangers in Holzschwang daarom voorlopig niet horen. Verder behoort wisselzang tussen predikant en gemeente niet meer tot de mogelijkheden.
Maar verder ziet ds. Pfundner vooral voordelen. ”Organola” is uiterst precies – fouten heeft hij het apparaat nog niet horen maken. En nog iets moois: de machine kan ook de diensten in het andere kerkje van de gemeente Holzschwang/Hausen, de Ulrichskirche in Hausen, spelen. Dat deed Hans Stumpp ook al die jaren. De klavieren van beide orgels zijn gelukkig even breed – 80 centimeter.
Er is nog een voordeel, aldus ds. Pfundner. De kosten om ”Organola” te laten maken bedroegen zo’n 8000 euro. Dat is ongeveer het bedrag dat een organist in twee jaar tijd krijgt. Vanaf het derde jaar dat de machine speelt, betekent de aanwinst volgens hem dus een enorme kostenbesparing voor de kleine gemeente Holzschwang/Hausen, die zo’n 600 leden telt.
Kritiek
Bij alle euforie klinken er ook andere geluiden. Zo schrijft musicus Jörg Echtler op de website evangelisch.de onder de kop ”Meer dan toetsen indrukken” een kritisch commentaar bij deze nieuwe ontwikkeling. Hij begrijpt dat de predikant uit Holzschwang tot deze noodmaatregel is overgegaan, maar hij legt er de vinger bij dat orgelspelen in een kerkdienst meer is dan het indrukken van toetsen. Dat laatste kan een robot heel precies overnemen. Maar de machine kan ook niet meer dan dat. Juist de essentie van het werk van een kerkmuscius ontbreekt, volgens Echtler: de levendigheid, het creatieve meedenken en vormgeven.
Het steeds groter wordende tekort aan organisten in Duitsland, met name in de kleinere gemeenten, gaat zorgen voor een ingrijpende omwenteling, vreest de musicus. „Als de echte, zelfstandige kerkmuziek wegvalt, betekent dat een inhoudelijke verarming. De zondagse eredienst als centrum van het gemeenteleven zal op termijn verder onder druk komen te staan en zal daardoor aan aantrekkingskracht verliezen”, aldus Echtler.