Christenen in het overwegend islamitische land Pakistan vrezen voor hun levens en eigendommen na de recente Koranverbranding in Zweden.
Dat liet Watson Gill, spreekbuis namens de Pakistaans-christelijke gemeenschap in Nederland, zaterdag weten. „Deze actie heeft verschrikkelijke gevolgen voor christenen in Pakistan”, constateert Gill. „Tal van moslimgeleerden en seminaries hebben inmiddels verklaringen doen uitgaan die aan duidelijkheid niets te wensen overlaten. Aangekondigd is dat zij voor het incident in Zweden wraak zullen nemen op christenen die in Pakistan wonen.”
De Pakistaans-christelijke gemeenschap in het buitenland „veroordeelt dit beschamende incident in Zweden”, aldus Gill. „Wij respecteren alle religies en alle geloofsovertuigingen. En we verzoeken de regering van Pakistan de veiligheid van de christenen te garanderen, juist omdat zij het beste met Pakistan voor hebben. We vragen ook om de bescherming van hun levens, kerken en eigendommen.”
Zweedse vlag
In Pakistan en elders demonstreerden vrijdag opnieuw duizenden moslims naar aanleiding van de Koranverbranding in Zweden. In de stad Karachi verbrandden zij de Zweedse vlag.
Een Iraakse vluchteling, Salwan Momika, scheurde op 28 juni, bij het begin van het Offerfeest, voor een moskee in de Zweedse hoofdstad Stockholm een aantal bladzijden uit de Koran en stak die vervolgens in brand. Even daarvoor had hij daarvoor toestemming van de politie gekregen. Zijn daad leidde tot wereldwijde protesten.
In januari had een rechtse activist in Stockholm al een Koran in brand gestoken. Ook Turkije reageerde daar toen woedend op, en dit land moet nog steeds instemmen met de Zweedse wens om toe te treden tot de NAVO. De Zweedse autoriteiten verboden daarna meerdere Koranverbrandingen, maar werden later teruggefloten door de rechter. Die oordeelde dat de grondwet dergelijke protestacties toestaat.
De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties kondigde deze week een spoeddebat aan naar aanleiding van de Koranverbrandingen in Zweden. Pakistan had deze bijeenkomst aangevraagd namens een aantal medelidstaten van de Organisatie voor Islamitische Samenwerking.