Beeldverhaal: Slavernijverleden soms tastbaar in de kerk
Het Nederlandse slavernijverleden staat ook op de kerkelijke kaart. De Gereformeerde Kerk was vanaf de zeventiende eeuw nauw betrokken bij alle door Nederlanders gecontroleerde overzeese gebieden en liet, behalve daar, ook in de Republiek haar sporen na. Zoals in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, waar de classis vergaderde en besluiten nam, soms met grote gevolgen voor het leven van slaven op andere continenten. De kerk zorgde er ook voor dat er op de handelsschepen –met tot slaaf gemaakten als lading– ziekentroosters en predikanten meevoeren.
Veel kerken of huizen van predikanten die zich tegen de slavernij keerden (of die juist verdedigden), zijn bewaard gebleven. In dezelfde bedehuizen werden zwarte mannen, vrouwen en kinderen gedoopt, vlakbij de grafmonumenten en herenbanken van slavenhandelaars en -eigenaren. De famile Van Loon had zo’n ”bank van distinctie”, in de Maartenskerk in Hillegom. Op hun wapenschild zijn twee ”morenhoofden” zichtbaar.
De historici Dienke Hondius en Niek Hemmen deden onderzoek naar deze plaatsen van herinnering. Een groot aantal plekken en verhalen staan in de deze maand verschenen ”Gids kerk en slavernijverleden. Een eerste verkenning” (uitg. LM Publishers).
In de Oude Kerk in Amsterdam kwamen rond 1747 „met vreugde” enkele „zwarte menschen” op catechisatie. Ds. Hieronymus van Alphen doopte in juli „een Africaan, genaamd Jan Africa”. beeld Maarten Nouw
Pieter Stuyvesant, zoon van een predikant uit het Friese Peperga, was gouverneur van de kolonie Nieuw-Nederland, nu de staat New York. Hij was in 1660 met veertig slaven de grootste slaveneigenaar van Manhattan. Hij liet hen dopen – maar gaf hun geen vrijheid. De kerk in Peperga heet sinds 2007 de Pieter Stuyvesantkerk. beeld Persbureau Noordoost
Grote Kerk in Hoorn. Ds. Jacobus Hondius (1629-1691), schrijver van het boek ”Swart register van duysent sonden”, veroordeelde vanaf de kansel het kopen en verkopen van slaven, „alsof het maer beesten waren”. beeld Sjaak Verboom
Grafzerk van Jan de Bruins (1620), met een ”morenhoofd”, in de Jacobikerk in Utrecht. beeld Erik Kottier
Grafkelder van de familie Van Aerssen van Sommelsdijck, in Sommelsdijk. Cornelis (1637-1688) kocht een derde deel van de kolonie Suriname, stimuleerde plantagelandbouw en had belangen in de slavenhandel. beeld Wim van Vossen