ND: Cham-theorie galmt na in lesboek en kinderbijbel
Elementen uit de zogeheten Cham-theorie echoën na in de lesmethode ”Namen en Feiten” en in kinderbijbels van Joh. Vreugdenhil en Anne de Vries.
Dat stelt het Nederlands Dagblad (ND) op basis van eigen onderzoek. De Cham-theorie beweert dat zwarte mensen afstammen van de Bijbelse figuur Cham. Omdat Noach over hem een vloek zou hebben uitgesproken, zouden Chams nakomelingen –vaak geïnterpreteerd als mensen met een donkere huidskleur– veroordeeld zijn tot het dienen van andere volken. Deze omstreden uitleg fungeerde jarenlang als rechtvaardiging voor Europese slavenhandel.
Elementen uit deze theorie klinken volgens het ND door in onder meer de ”Bijbelse Geschiedenis” van Joh. Vreugdenhil. Daarin staat bijvoorbeeld de passage: „Die vloek rust nog op de kinderen van Cham. Jarenlang zijn zij de slaven geweest van kinderen van Sem en Jafeth.”
Wie nu, in de 21e eeuw, passages in sommige 20e-eeuwse kinderbijbels leest, „schrikt daar wel van”, reageert dr. A. Versluis, docent Oude Testament aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. „De vloek over Kanaän, een zoon van Cham, direct verbinden met de slavernij of die zo rechtvaardigen, kan echt niet. De suggestie dat ”wij Nederlanders” gezegend zijn, mede vanwege onze afkomst, en dat andere volken vanwege hun afkomst in slavernij hebben geleefd, lijkt me ronduit kwalijk. Dat zit dicht bij je laten voorstaan op je afstamming, waar Paulus zo voor waarschuwt.”
Dr. Versluis maakt echter wel onderscheid tussen kinderbijbels. „Als Anne de Vries bijvoorbeeld schrijft dat „de nakomelingen van Cham knechten zouden zijn van andere volken” legt híj geen directe link met de slavernij of met Afrika. Dat maakt wel uit, al blijft de vraag of lezers dat verband wel leggen.”
Het probleem bij diverse kinderbijbels is volgens de oudtestamenticus onder meer dat de vloek op álle nakomelingen van Cham wordt betrokken, dat vervolgens soms wordt gesuggereerd dat deze vloek ook of met name de inwoners van Afrika betreft, en dat op die wijze slavernij min of meer wordt gerechtvaardigd. „De vloek rust echter niet zozeer op Cham, maar op zijn zoon Kanaän. Dit is, als je het hele Oude Testament erbij betrekt, duidelijk een signaal richting de Kanaänieten, die later door Israël, vanwege hun zonden, uitgeroeid moesten worden.”
Revisie
Ook in de lesmethode ”Namen en Feiten” zijn elementen van de Cham-theorie terug te vinden, toont het ND aan. Zo stelt de in 2020 herziene methode de vraag welke vloek Noach over Cham uitsprak. Het correcte antwoord is dan dat de nakomelingen van Cham die van Sem en Jafeth zullen dienen.
Waar in de oorspronkelijke versie van Namen en Feiten gesproken wordt over negers als afstammeling van Cham, is dat in de gereviseerde versie niet het geval, benadrukt Adrian Romijn, schoolleider op de Eben-Haëzerschool in Oud-Beijerland en initiatiefnemer tot de revisie van de methode. „Namen en Feiten stelt nu dat Chams nakomelingen aanvankelijk zijn gaan wonen in Afrika en Azië.” Romijn benadrukt dat het niet de bedoeling is dat kinderen hierdoor een relatie leggen tussen slavernij en bepaalde bevolkingsgroepen. „Als dat wel zo is, is het zaak dit bij een volgende revisie aan te passen.”
Complex
Wat je met een kinderbijbel van Vreugdenhil nu zou moeten doen, „is nog niet zo gemakkelijk”, stelt dr. Versluis. „Ik kan me goed voorstellen dat je hier als uitgever nog eens goed naar kijkt.” In dat geval rijzen wel vragen. „Want mag je het dan nog wel de kinderbijbel van Vreugdenhil noemen? En moet je dan misschien elders in dit boek, waar het wellicht ook over slavernij gaat, ook zaken wijzigen? Zo’n operatie is complexer dan je denkt.”
Overigens moeten we niet vergeten, zegt Versluis, dat we als schrijvers en lezers altijd gekleurd zijn door onze eigen tijd. “Daarom is het belangrijk dat er ook goede hedendaagse kinderbijbels bestaan. Gelukkig beschikken we daar ook over.”