De waterschappen gaan in Nederland over een deel van het waterbeheer. Ze zijn bijvoorbeeld verantwoordelijk voor onderhoud van dijken en de stand van het oppervlaktewater. Ze werken daarin samen met onder meer provincies en het Rijk. Er zijn 21 waterschappen. De waterschapsverkiezingen waren tegelijkertijd met die voor de Provinciale Staten, afgelopen maart. BBB, nieuwkomer in de waterschappen, kreeg net als in de provincies een flink deel van de stemmen.

De Unie van Waterschappen zette de belangrijkste verschuivingen op een rij. BBB zit in het dagelijks bestuur van 16 waterschappen. Ook Water Natuurlijk is groot en doet in 12 besturen mee. Die partij wordt gesteund door GroenLinks, D66 en Volt.

Of de ruime vertegenwoordiging van BBB in de besturen betekent dat boeren nu daadwerkelijk een grotere stem gaan krijgen in het waterbeheer, is volgens de Unie nog niet te zeggen. In 2019 had het CDA bijvoorbeeld nog een grotere rol in de besturen. Die partij komt van oudsher ook vaak op voor de agrarische belangen. Het kan dus goed zijn dat de BBB’ers van nu zonder die partij bijvoorbeeld via het CDA in de waterschappen hadden meebestuurd, aldus een woordvoerster van de Unie. Daarnaast zitten in 14 besturen via vaste zetels voor agrariërs ook boeren in het bestuur. Dat zijn er ongeveer evenveel als tijdens de vorige periode.

Stel dat de stem van boeren toch echt groter is geworden in de waterschappen, dan is het volgens de Unie alsnog de vraag wat dat betekent voor concreet beleid. In het algemeen hebben boeren die gewassen verbouwen baat bij een lager grondwaterpeil, omdat het makkelijker werken is op een hardere grond. Veel natuur in Nederland is juist gebaat bij een nattere grond. Maar ook voor boeren zelf is het van belang dat de grond niet té droog is, legt ze uit.

Hoe BBB het waterbeleid gaat beïnvloeden, is volgens de Unie dus vooral afwachten. „Ze zijn nieuw, we kennen ze nog niet goed. De toekomst moet uitwijzen wat dit betekent voor agrarische belangen.”