De Russische president Vladimir Poetin lijkt zaterdag bij de opstand van Wagnerchef Jevgeni Prigozjin aan het langste eind te hebben getrokken. Maar zijn positie is hoe dan ook verzwakt.
De Russische minister van Defensie Sergei Sjojgoe dook na een weekend vol onrust op in een maandag verspreid filmpje. De minister is te zien in een militair vliegtuig en in een overleg met legercommandanten. Wanneer de beelden zijn geschoten, is onduidelijk. De boodschap is echter zonneklaar: Sjojgoe zit nog gewoon in het zadel. En dus is de eis van Wagnerchef Prigozjin dat hij moet aftreden niet ingewilligd.
Van Prigozjin is sinds zaterdag intussen niets meer vernomen. Het Kremlin meldde dit weekend dat hij is verbannen naar Wit-Rusland. Zijn Wagnergroep zal verder onder commando van Defensie komen te staan. Zo gezien lijkt Poetin de slag van zaterdag te hebben gewonnen.
Toch zijn analisten het erover eens dat zijn positie tenminste ernstig is verzwakt. Alleen al het feit dat Prigozjin zaterdag zonder noemenswaardige weerstand op wist te trekken tot 200 kilometer van Moskou, maakte voor de hele wereld duidelijk dat Poetin niet onoverwinnelijk is. Naar Moskou waren naar verluidt ‘slechts’ zo’n 5000 Wagnerleden op weg. De veronderstelling is dat Prigozjin wel hooggeplaatste handlangers in Moskou moest hebben om zo’n operatie te wagen.
Hoe gevaarlijk Poetin de situatie zelf inschatte, blijkt wel uit de vergelijking die hij zaterdagmorgen maakte met de revolutie van 1917 – het jaar dat tsaar Nicolaas II het onderspit moest delven.
Het feit dat de Wit-Russische president Aleksandr Loekasjenko Prizogzjin in gesprekken tot rede moest brengen, versterkt het beeld van een zwakke president nog meer. Kennelijk had Poetin de steun van een collega nodig om de onrust te bezweren. „Vernederend”, was de veel gehoorde kwalificatie.
Verdeel-en-heers
Poetin is zaterdag geconfronteerd met de gevolgen van zijn eigen verdeel-en-heerspolitiek. Prigozjin is daarin het monster dat hijzelf baarde. In zijn korte televisietoespraak van zaterdag noemde Poetin de opstand „een zware misdaad” en „verraad”. Zaterdag deed het nieuws de ronde dat het Kremlin alle strafrechtelijke aanklachten tegen Prigozjin introk, wat een zwaktebod zou zijn geweest na dergelijke kwalificaties.
Verraad is in de ogen van Poetin namelijk een doodzonde. De Russische staatstelevisie haalde zondag een oud interview met Poetin aan, waarin hem wordt gevraagd of hij in staat is te vergeven. „Ja, maar niet alles”, antwoordt Poetin. „Wat kunt u niet vergeven?”, is de vervolgvraag. „Verraad.”
De zaak is nu dus nog zeker niet in kannen en kruiken. Prigozjins actie liet echter zien hoezeer de machtselite verdeeld is.
Verlies troepen
Het is nog koffiedik kijken welke gevolgen de interne onrust zal hebben voor de strijd in Oekraïne. Een oud-generaal van de Amerikaanse strijdkrachten, Ben Hodges, stelde zondag op Times Radio dat Rusland hoe dan ook 25.000 (Wagner)soldaten heeft verloren. Zij waren bereid zich tegen Poetin te verzetten, dus hoe zou hij hen ooit kunnen vertrouwen? „Ieder van hen zal met wantrouwen worden bejegend en als onbetrouwbaar worden gezien”, zei hij. Ofwel: die zijn niet meer bruikbaar in de strijd.
Poetin staat voor de uitdaging openlijke onenigheid in eigen land te bezweren én een moeizame strijd in Oekraïne voort te zetten. De grote vraag is hoe hij dat wil gaan doen. Een mogelijkheid is algehele escalatie van het conflict.
Een belangrijke vraag is hoeveel krediet Poetin nog heeft bij de elite rondom hem. Prigozjin kwam uit die kring van vertrouwelingen. Als Poetin hun steun en vertrouwen verliest, is zijn positie nagenoeg onhoudbaar geworden.