Een vader van nu kan de was doen. Een vader van vroeger was een autoriteit in het gezin en daar hoorden geen huishoudelijke taken bij. Hoe is dat veranderd? Is er iets kostbaars verloren gegaan?
Bijna zestig jaar geleden zat mijn vader in zijn stoel bij het raam de krant te lezen. Mijn moeder was druk met haar huishoudelijke bezigheden en blijkbaar stoorde mijn gedrag haar. Ik luisterde niet snel genoeg. Toen riep ze naar mijn vader: „Zeg jij daar nou eens iets van! Bemoei je eens met je gezin!” Mijn vader liet zijn krant 10 centimeter zakken, keek over de rand en zei: „Hou op jij!” En ik schoot weer in het gareel.
Iets minder lang geleden zat ik op de bank de krant te lezen, was mijn vrouw iets aan het doen in de kamer en was een van onze kinderen in haar ogen lastig. Ze riep mij te hulp. In een flits herinnerde ik me de aanpak van mijn eigen vader. Ik liet mijn krant zakken en zei: „Ophouden nu, luister naar mama!” Wat gebeurde er? Onze dochter stormde op mij af en sloeg de krant uit mijn handen. Maar nu komt het. Hoe reageerde ik? Ik schoot in de lach en mijn vrouw schaterde ook. Vaders van vroeger zouden zeggen dat ik daarmee zelf mijn gezag verspeelde.
Dit voorbeeld maakt duidelijk dat vaders in één generatie veel van hun autoriteit verloren hebben. Mijn vader was ‘van voor de oorlog’. Ik werd vader nadat we de revolutionaire jaren 60 hadden meegemaakt. De resultaten ervan waren doorgedrongen tot in de hoeken van de samenleving, ook in onze christelijke huiskamer.
Persoonlijkheid
Vroeger waren er leuke en minder leuke, lieve en strenge vaders. Vaders die veel met hun kinderen deden en die weinig met hun kinderen deden. Dat is allemaal hetzelfde gebleven. Hoe vaders zijn heeft met hun persoonlijkheid te maken. Dat was vroeger zo en is nu nog zo. Maar de tijden zijn wel veranderd.
Vroeger waren de posities van de gezinsleden tegenover elkaar duidelijker afgebakend. Ieder kende zijn of haar vader- moeder- of kinderrol. Als de krant bezorgd werd, moest ik die bij mijn vader brengen. Die las hem als eerste. Ik wist dat ik hem daarbij niet moest hinderen. Als ik die uit zijn handen geslagen had, zou niet alleen hij heel boos geweest zijn, maar mijn moeder ook. Die zou mijn vader gesteund hebben. Vaderlijk gezag was ouderlijk gezag, al leunde dat van de moeder op dat van de vader. Moeders dreigden met: „Luister naar mij, want anders vertel ik het aan papa als hij thuis komt en die pakt dan zijn pantoffel!” Die vader hoefde nooit zijn pantoffel te pakken om te slaan, omdat het dreigement bij de meeste kinderen al genoeg was om gehoorzaam te worden.
De rollen lagen vast. Vaders verschoonden geen baby’s en deden geen kinderen in bad. Ze schaamden zich ervoor om achter de kinderwagen te lopen. Hun positie creëerde ook afstand tot de kinderen. Vaders wisten vaak niet waar hun kinderen mee bezig waren. Contact met school onderhouden was de taak van moeders. Vaders kregen alleen het schoolrapport te zien en zeiden dan iets als: „Waarom kon die 5 geen 6 zijn?”
Vaders van vroeger stuurden erop aan dat de kinderen in hun voetsporen gingen. Denk aan beroeps-, kerk- en partnerkeuze. Dat gaf nogal eens conflicten als kinderen ook vroeger al eigen wegen gingen. Als vaders dan hun wil koppelden aan het gezag van God, kon dat voor kinderen benauwend zijn.
Rommeliger
De vanzelfsprekende rollen zorgden ook voor stabiliteit in gezinnen. Vaders zorgden voor het inkomen, de meeste moeders voor het gezin. Kinderen hadden te luisteren naar de ouders. De democratisering van de jaren 60 heeft ook de gezinnen veranderd en onrustiger gemaakt. Vrouwen kregen ruimte om buitenshuis een eigen weg te zoeken, kinderen kregen betere scholing en dus ook meer inspraak.
Vroeger had vader het gezag, nu kregen alle gezinsleden zeggenschap. In een democratie gaat alles er rommeliger en tijdrovender aan toe dan in een land met een sterk centraal gezag. Dat merkten de gezinnen.
De rol van de vader werd kleiner. De moeders steunden zijn gezag niet meer vanzelfsprekend. De vaders kregen ook minder behoefte om een autoriteit in het gezin te zijn. Vaders die bevelen werden vaders die overleggen en toegeven. De politie op straat werd de beste vriend van de mensen en zo ging het met de vaders in het gezin. Ze werden vriend van hun kinderen.
Daardoor werd hun rol ook weer groter. Ze werden meer betrokken op de kinderen en gingen meer met ze doen. Ze namen ook taken van de moeders over.
Vaders met de kinderwagen, achter het fornuis of de strijkplank werden niet meer vreemd aangekeken. Ze moesten ook wel omdat steeds meer vrouwen betaald werk gingen doen. Toegegeven: de vrouwen wenden sneller aan de veranderingen dan de mannen.
Geen dictator
Zijn de ontwikkelingen teken van verval? Zijn er nu geen echte vaders meer? Als autoriteit uitstralen hét kenmerk is van vader-zijn, zijn de tijden er niet beter op geworden. Als goed contact hebben met de kinderen hét kenmerk is van vader-zijn, zijn we erop vooruit gegaan. In de Bijbel is een vader geen papaatje-lief. De vader geeft leiding en ongehoorzame kinderen straft hij. Dat doet hij uit liefde (Spreuken 3:12). Kinderen eren en vrezen hun vaders zoals slaven hun heer eren (Maleachi 1:6). Diezelfde vader stimuleert zijn kinderen ook (1 Thessalonicensen 2:11). Daar hoort vermanen bij.
Kinderen hebben leiding nodig en soms een duwtje in de goede richting. Maar vaders mogen nooit over de grens gaan en hun kinderen boos of moedeloos maken (Efeze 6:4 en Kolossensen 3:21). Vaders hebben gezag maar zijn geen dictator! Zij voeden hun kinderen op in de Geest en de liefde van Christus.
Als gezag hebben hetzelfde is als macht uitoefenen, dan ben ik blij dat het gezag van vaders minder geworden is. Als gezag is: iets te zeggen hebben, dan betreur ik het. Het afgenomen respect voor mensen die boven ons gesteld zijn maakt de samenleving chaotischer. Dat is niet de bedoeling (Heidelbergse Catechismus, Zondag 39). Maar die hogergeplaatste mensen worden in onze tijd uitgedaagd om met een goed verhaal te komen. Je krijgt nog steeds erkenning en gezag als je werkelijk iets te zeggen hebt. Juist de christelijke vaders hebben iets moois te vertellen aan hun kinderen! Het is een grotere opgave dan vroeger om daar uiting aan te geven.
Principieel gezien hebben vaders (en moeders) gezag omdat God hun dat gegeven heeft en daarom moeten kinderen hun ouders eren. Niet vanwege de bloedband, niet vanwege hun verdiensten, maar vanwege de Heere (Efeze 6:3).
Maar die ouders uit het vijfde gebod zijn dan wel de doorgevers van Gods bevrijding uit Egypte – Gods bevrijding door Christus. Ze zijn de voorlevers van gebod 1 tot 4 en 6 tot 10. Ze moeten het hun geschonken gezag uitbeelden voor hun kinderen, in wederzijdse dienstbaarheid. Kinderen dienen de ouders, maar de ouders dienen vanuit hun gezagspositie hun kinderen. Dat dat allemaal niet meer zo vanzelfsprekend is, maakt het boeiender dan vroeger.
Zoektocht
Vaders van nu hebben het zwaarder dan vaders van vroeger en vaders van mijn generatie. Ik kan hetzelfde zeggen over de moeders, maar dat is een ander verhaal. Vader-zijn is een zoektocht geworden. Ik vrees dat in onze samenleving veel jongemannen de vaderrol niet aankunnen omdat ze zelf niets te vertellen hebben.
Het is niet nieuw maar er zijn veel volwassen kerels die kind gebleven zijn. Ze werken om te genieten van hun geld en met hun mobieltje of groter scherm vullen ze hun vrije tijd. Dat was vroeger alleen het gedrag van verwende rijkeluiszoontjes.
Er zijn gelukkig ook jonge vaders die het goed doen. Ze hebben een goede taakverdeling gemaakt met hun vrouwen, soms zo veel mogelijk als vroeger, soms meer als gebruikelijk in onze tijd. Samen met hun vrouw werken ze buitenshuis en binnenshuis. Misschien beiden in deeltijd, zodat ook de vader in elk geval één dag in de week thuis is bij de kinderen. Het is hard aanpoten!
Waar vaders vroeger vanzelf gezag kregen, ook al lieten ze hun handjes thuis niet wapperen, kunnen vaders nu het respect verliezen bij vrouw en kinderen als ze vooral voor zichzelf of hun werk leven. Vrouwen zijn kritischer op hun mannen dan vroeger. Mannen leggen zich eerder bij een matig huwelijk neer dan vrouwen. Vooral de mannen met een rugzakje (ik geef expres geen voorbeelden) hebben moeite om echtgenoot en vader te zijn én op een prettige manier gezag op te bouwen.
Het lastigste voor vaders van nu is dat de lat zo hoog ligt. Ze moeten scoren op hun werk en thuis ook optimaal aanwezig zijn. Hun kinderen moeten succesvol worden. Dat kan van hen krampachtige opvoeders maken. Ik zie gelukkig ook ontspannen vaders die bezig zijn met hun kleine kinderen en ook investeren in hun pubers. Pa voetbalt met zijn zoon van 14, ’s avonds na het eten. In het jeugdwerk van de kerk komt hij zijn eigen kinderen tegen. Jonge vaders van nu lopen het gevaar dat ze te veel willen (evenals de jonge moeders): werken, sporten, thuis meedraaien, op vakantie gaan, vrienden bijhouden, huis verbouwen, kerkenwerk doen, leuke dingen doen met het gezin. Tegen hen zeg ik: kijk uit. Stel je prioriteiten.
Mijn vrouw heeft jarenlang op een moederkring van de gemeente gezeten. Bestaat zoiets voor vaders? Ik heb er nooit van gehoord. Vaders hebben er geen tijd voor, zeggen ze. Ze schamen zich er een beetje voor, maar dat zeggen ze niet. Ze denken dat ze zonder hulp van anderen vader kunnen zijn.
Dan zeg ik: Wees niet eigenwijs. Vader-zijn is een feest maar levert uitdagingen op waarover je met andere vaders een gesprek zou kunnen voeren en waarvoor je samen met hen zou kunnen bidden.