Wie anno 2023 (nog) op een gewone fiets rijdt, wordt links en soms ook rechts aan de lopende band ingehaald door medemensen op e-bikes. Slungelige scholieren, bakfietsende huisvaders, vijftigers in pak en sportief geklede zeventigers: alle leeftijdsgroepen gunnen zich het gemak van een tweewieler met een motortje. Hoe lang zal het nog duren voor ook ik voor de verleiding bezwijk?
De e-bike is gemeengoed geworden. Meer dan de helft van de verkochte nieuwe fietsen heeft inmiddels een motortje. Je moet je tegenwoordig als mens van een zekere leeftijd haast verantwoorden als je je nog voortbeweegt op een fiets zonder ondersteuning. Maar ik houd dapper vol. Nog wel. En houd mezelf voor dat het veel gezonder is om, zolang dat nog gaat, mezelf in het zweet te trappen. Maar is dat wel zo?
Er zijn allerlei onderzoeken gedaan naar het gezondheidseffect van de e-bike. Een eenduidige conclusie is daaruit niet te trekken, zegt Mathijs de Haas van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). „Je kunt niet eenvoudig zeggen: De opmars van de elektrische fiets is een positieve of een negatieve ontwikkeling. Als iemand besluit om niet langer met de auto maar met de e-bike naar zijn werk te gaan, is dat qua beweging winst. Hetzelfde geldt voor een senior die zijn gewone fiets vervangt door een e-bike en vervolgens veel meer gaat fietsen. En als een oudere niet meer de energie had om te fietsen, maar met een e-bike toch weer tochtjes gaat maken: idem dito.”
Spierversterkend
Maar wat als iemand die nog prima zonder ondersteuning kan fietsen, vanwege het gemak zijn stadsfiets inruilt voor een elektrische fiets en vervolgens precies dezelfde afstanden blijft afleggen? „Je blijft bewegen, maar je hoeft minder inspanning te leveren. Je belast je spieren minder en verbrandt minder calorieën”, zegt De Haas.
Kun je fietsen op een e-bike dan nog wel een fysieke inspanning noemen? „Volgens onderzoek is dat toch wel zo”, meent De Haas. „Je bent en blijft in beweging.” Hij verwijst naar het gezondheidsadvies –voor volwassenen maar ook voor ouderen– om per week minstens 150 minuten matig tot intensief te bewegen en daarnaast minstens twee keer per week botten en spieren te belasten. „Ook fietsen op een e-bike valt onder matig intensief bewegen. Wandelen is zowel bot- als spierversterkend. Fietsen is alleen spierversterkend.”
Mensen die een e-bike in de schuur hebben staan, noemen als reden voor de aanschaf trouwens juist ook vaak gezondheidsaspecten, blijkt uit onderzoek van het KiM. Sneller kunnen rijden en minder moeite hoeven doen is –niet onlogisch– de aankoopoverweging die door de meeste e-bikers genoemd wordt. Maar daarnaast geven vier van de tien bezitters van een elektrische fiets aan hun vervoermiddel te hebben gekocht met het oog op de fysieke gezondheid. Drie van de tien verwachtten een positief effect op het mentale welzijn. Een kwart gaf aan niet meer of nog maar in beperkte mate op een gewone fiets te kunnen rijden. De helft van deze groep zou zonder elektrische fiets nooit meer een tochtje maken.
Bakfietsen
Dat fietsen niet zonder gevaar is, bleek recent uit cijfers van het CBS. Vorig jaar kwamen er 291 fietsers in het verkeer om het leven, 84 meer dan in 2021. Vooral in de leeftijdscategorie boven de 75 jaar was er sprake van een flinke toename van het aantal ongelukken met dodelijke afloop. In de cijfers wordt geen onderscheid gemaakt tussen ongelukken met gewone fietsen en met e-bikes.
Juul van Rijn, van het programma ”Doortrappen: veiliger fietsen tot je 100e”, denkt dat de hogere snelheid van e-bikes maar een van de factoren is die voor ouderen risico’s met zich meebrengen. „Het verschil met een gewone fiets is nu ook weer niet zo heel groot. Het grootste probleem is, denk ik, dat het op fietspaden steeds drukker en soms chaotischer wordt. En dat er allerlei verschillende modellen fietsen door elkaar rijden en elkaar inhalen: bakfietsen, fietsen met manden voorop, fatbikes. Houd daar rekening mee. Als je ouder wordt en niet meer zo snel reageert, kun je beter de drukte voor schooltijd, met scholieren die met z’n drieën naast elkaar rijden, vermijden en wat later op pad gaan.”
Over de schouders kijken
Het punt is dat ouder wordende fietsers er te weinig bij stilstaan dat lichamelijke veranderingen die met het klimmen van de jaren te maken hebben mogelijk gevolgen hebben voor de veiligheid. Bij de een worden het gezichtsvermogen en het gehoor minder, een ander kan niet meer zo gemakkelijk over de schouders kijken, de spierkracht neemt af, of het reactievermogen loopt terug: dat zijn allemaal zaken die effect hebben op het gedrag op de weg. Maar het zijn veranderingen die sluipenderwijs optreden, bij de een vroeg, bij de ander laat.
„De gemiddelde zestigplusser is daar helemaal niet mee bezig. Die zegt: Ik ben gewoon lekker aan het fietsen”, zegt Van Rijn. „Wij noemen deze groep wel de onbewuste fietsers. Ze hebben geen idee wat ze zouden kunnen doen om bijvoorbeeld te voorkomen dat ze vallen bij het opstappen. Het zou heel wat ongelukken voorkomen als alle fietsers boven de zestig daar wél bij stilstonden. De grote uitdaging is: hoe bereik je hen? En: hoe breng je de bewustwording op gang? Vaak betrekken mensen het onderwerp niet op zichzelf. Ze zeggen: Mijn partner fietst niet veilig of te snel.”
”Doortrappen” is een initiatief van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het doel van het programma is om te stimuleren dat mensen bij het ouder worden veiliger gaan en blijven fietsen – op een gewone fiets óf op een e-bike. Inmiddels hebben 230 Nederlandse gemeenten zich bij ”Doortrappen” aangesloten. De activiteiten die het programma biedt, verschillen van plaats tot plaats. Vaak wordt aangesloten bij organisaties die activiteiten voor ouderen beleggen, bijvoorbeeld een recreatieve fietsgroep, of een kerk, of een fysiotherapiepraktijk.
Gevaarlijke oversteek
Van Rijn: „Denk aan een informatiebijeenkomst onder leiding van een fietsdocent voorafgaand aan een fietstocht, waarbij besproken wordt hoe je als groep veilig samen kunt fietsen. Hoe doe je dat bijvoorbeeld bij een gevaarlijke oversteek?”
Een andere activiteit is het organiseren van een fietsparcours, waarbij het rijgedrag van de deelnemers wordt geobserveerd. „Iemand die op een e-bike rijdt, zou dan bijvoorbeeld de tip kunnen krijgen om bij het opstappen niet gelijk voor de hoogste stand te kiezen.”
Zogenaamde doortraproutes –rustige fietsroutes van ongeveer 25 kilometer die smalle weggetjes, gevaarlijke oversteken en steile bruggetjes vermijden– zijn eveneens een uitvloeisel van het programma ”Doortrappen”.
Op een aantal plaatsen participeert een lokale fietsenmaker in het programma. Bijvoorbeeld door ouderen te helpen bij het bepalen van de juiste zadelhoogte, het checken van de juiste bandenspanning en het correct monteren van een spiegel – sowieso een handig hulpmiddel als achterom kijken niet meer zo soepel gaat. Ook als je (nog) op een fiets zonder motortje door het land toert.
> doortrappen.nl