„Uit onderzoek blijkt dat op dit moment zo’n 35 procent van de volken op deze wereld nog niet bereikt is met het Evangelie. Dat betekent concreet dat zeker 3 miljard mensen nog niet van de Zaligmaker hebben gehoord en dat dagelijks vele ouderen, jongeren en kinderen zonder de kennis aan Christus als Heere en Heiland sterven. Die geestelijke nood moet ons drukken, temeer daar de levende God ons in Zijn Woord voorhoudt dat Hij geen lust heeft in de dood van de goddeloze, maar daarin dat hij zich van zijn zonde bekere en zou leven (…).

Daartoe wordt aan mensen het Evangelie verkondigd: opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zone Gods; en opdat gij, gelovende, het leven hebt in Zijn Naam (Joh. 20:31). Het bereiken van deze volken met het Evangelie is een zaak van eeuwig leven of eeuwig sterven en daarom van grote haast en blijvende betekenis.

Christus heeft veel onderwijs gegeven over de dingen die aan Zijn wederkomst vooraf zullen gaan. Eén van die gebeurtenissen betreft het zendingswerk. En het Evangelie moet eerst gepredikt worden onder al de volken (Markus 13:10). De Kerk van Christus ziet, als het goed is, verwachtingsvol uit naar Zijn tweede komst.

Het zal het moment zijn dat de drie-enige God zal schitteren in al Zijn eer en heerlijkheid, al het onrecht zal wijken en de nieuwe hemel en de nieuwe aarde waarop gerechtigheid woont (2 Petr. 3:13) werkelijkheid zullen worden. En daartoe zal het Evangelie aan alle volken gepredikt moeten worden.

Het zendingswerk is daarnaast van blijvende betekenis omdat de Kerk van Christus door het zendingswerk bewaard kan worden voor geestelijke lauwheid en onbewogenheid. Het besef dat er nog zovelen zonder Zaligmaker leven en verloren zullen gaan mag een heilige onrust en bewogenheid teweegbrengen.

Het voorkomt dat de Gemeente van Christus slechts op zichzelf en de eigen zaligheid gericht is zonder oog te hebben voor het geestelijk welzijn van de naasten.

Het zendingswerk werkt ook verootmoedigend voor Christus’ Kerk. Het bewaart Zijn volgelingen voor de gedachte dat zij alle wijsheid en inzichten bezitten. De ontmoeting met ongelovigen en gelovigen in andere culturen kan zeer verootmoedigend zijn. Het zendingswerk heeft namelijk niet alleen betekenis wanneer anderen met het Evangelie in aanraking worden gebracht. Het heeft ook een wederkerige betekenis: de reeds bestaande kerk kan veel leren van gelovigen uit andere culturen. Het zendingswerk bewaart op die manier voor het verabsoluteren van eigen gedachten, tradities en standpunten en dwingt Zijn volgelingen om eerbiedig naar de Schriften te luisteren en eigen opvattingen en standpunten te toetsen aan Gods Woord om vervolgens onder het gezag van Zijn Woord te buigen.”

In Zicht op de Kerk, kerkblad van de Hersteld Hervormde Kerk, belicht ds. B.D. Bouman de blijvende betekenis van het zendingswerk