Economieveiligheid op zee
Het wordt riskant druk op de Noordzee

De Noordzee is een van de drukst bevaren zeeën ter wereld. Tegelijk verrijzen er steeds meer windparken en komen er ook nog olie- en gasplatforms bij. Wat betekent dat voor de veiligheid? Toezichthouders zijn er niet gerust op.

Het vrachtschip Julietta D raakt op 31 januari tijdens storm Corrie stuurloos en drijft een windpark in aanbouw binnen.  beeld ANP, Martens Multimedia
Het vrachtschip Julietta D raakt op 31 januari tijdens storm Corrie stuurloos en drijft een windpark in aanbouw binnen.  beeld ANP, Martens Multimedia

Het is een klein feestje, maandag 24 april in het Belgische Oostende. Zeven landen rondom de Noordzee, waaronder Nederland, tekenen samen met Ierland en Luxemburg een afspraak om de uitrol van opwekking van windenergie op zee te versnellen. De Noordzee moet de „groene energiecentrale” van Europa worden, vinden de landen. Of, in de woorden van een tevreden Nederlandse klimaatminister Rob Jetten: „Wind op zee wordt onze belangrijkste bron van schone energie.”

Volgens de overeenkomst moet tegen 2030 op zee voor 120 gigawatt vermogen aan windturbines draaien. Het doel voor 2050 is 300 gigawatt. Dat laatste komt overeen met 30.000 windturbines. Op dit moment staan er op de Noordzee zo’n 3000, waarvan 700 in het Nederlandse deel.

„Onze Noordzee wordt één groot industrieterrein”, zegt de Zeeuwse visser Job Schot, oprichter van vissersorganisatie Eendracht Maakt Kracht, in een reactie op NPO Radio1. Schot vreest grote negatieve gevolgen voor het leven in zee. Ook verwijst hij naar de gevaren voor de veiligheid op zee. In dat verband noemt de Zeeuw de bijna-ramp met de Julietta D.

Dat incident doet zich voor op maandag 31 januari 2022. Storm Corrie raast over de Noordzee. Golven met een hoogte van vijf tot zes meter beuken de vrachtschepen die in het ankervak voor de kust bij IJmuiden liggen. De 190 meter lange bulkcarrier Julietta D slaat los van de ankers en raakt op drift. Er volgt een botsing met de olietanker Pechora Star, die in de buurt voor anker ligt.

De Pechora Star maakt geen water en verliest geen lading, maar de Julietta D loopt een gat in de romp op, net boven de waterlijn. Door het lek stroomt zeewater de machinekamer binnen. Het schip is niet meer te besturen en dreigt te zinken. Op verzoek van de kapitein haalt de Kustwacht met helikopters de 18-koppige bemanning van boord.

Onbemand

De storm en de zeestroming duwen de Julietta D het windpark Hollandse Kust Zuid binnen. Dit park, op 18 kilometer uit de kust tussen Den Haag en Zandvoort, is in aanbouw. Het stuurloze vrachtschip ramt eerst de fundatie van een windturbine van Vattenfall. Even later is er een aanvaring met het onderstel van een transformatorplatform van Tennet. Dit platform, een zogeheten stopcontact op zee, is op dat moment gelukkig onbemand.

Met veel moeite weet een sleepboot een verbinding te leggen met de Julietta D. Daardoor wordt verder onheil voorkomen. De volgende dag maakt een tweede sleper contact. Dan kan het vrachtschip de haven van Rotterdam worden binnengesleept.

Persoonlijke ongelukken hebben zich niet voorgedaan. Een milieuramp is uitgebleven. Maar de schrik is groot. En er waren al meer incidenten (zie ”Recente incidenten”).

Naar aanleiding van de bijna-ramp met de Julietta D start de Onderzoeksraad voor Veiligheid in september 2022 een onderzoek naar de toenemende drukte op de Noordzee. Centrale vraag: welke risico’s brengt die toename met zich mee en welk effect kan dit hebben op de veiligheid van de scheepvaart? Het onderzoek loopt nog, en de raad doet geen tussentijdse mededelingen.

Staatstoezicht

Ook het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) –onderdeel van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat– maakt zich zorgen. De bouw van meer windparken is nodig, maar dat moet „niet gepaard gaan met grotere veiligheidsrisico’s”, schrijft de toezichthouder in zijn eind maart verschenen jaarplan 2023.

Opwekking van meer windenergie op zee is niet de enige trend. Olie- en gasbedrijven ontplooien nieuwe activiteiten, sinds de stijging van de energieprijzen door de Russische inval in Oekraïne. Bovendien zijn veel oudere platforms op het eind van hun levensduur. Die moeten ontmanteld worden, of ze krijgen een nieuwe rol vanwege de plannen voor de opslag van het broeikasgas CO2 in oude gasvelden.

19282006.JPG
Pieter van den Bergen. beeld SodM

En dan zijn er nog activiteiten die nog in een testfase zitten. Pieter van den Bergen, directeur toezicht bij SodM, noemt het medegebruik van windparken voor de teelt van zeewier en de kweek van schaal- en schelpdieren, het opwekken van energie met behulp van getijdenbeweging en het winnen van mineralen van de zeebodem.

„We proberen maximaal te profiteren van de Noordzee”, zegt Van den Bergen. „Maar naarmate het drukker wordt, neemt de kans op incidenten toe. Zeker bij bouw- en ontmantelingsactiviteiten moeten schepen wegblijven. Dat is gewoon te gevaarlijk voor de mensen die daar aan het werk zijn, en ook voor de scheepsbemanning zelf.”

SodM ziet toe op veiligheid, gezondheid en milieu. Op zee richt die taak zich niet alleen op de gas- en oliewinning, maar ook op de opwekking van windenergie. Rondom olie- en gasplatforms en windparken geldt een veiligheidszone van 500 meter, waarbinnen schepen niet mogen komen.

Wel zijn er door windparken corridors voor kleinere schepen zoals viskotters, met een lengte tot 46 meter. Die kunnen dan passeren zonder om te hoeven varen. In zo’n corridor is vissen verboden. Bovendien moeten deze schepen 500 meter afstand bewaren tot transformatorstations (‘stopcontacten op zee’) en 150 meter tot individuele windturbines. Die 150 meter geldt sinds 1 januari dit jaar, eerder was het 50 meter. Tijdens de doorvaart is een werkend automatisch identificatiesysteem (AIS) verplicht.

„We zien dat veiligheidszones rond olie- en gasplatforms steeds vaker door vissers worden geschonden”, zegt Van den Bergen. „Zij hebben ontdekt dat daar soms redelijk veel vis zit. Sommige vissers proberen daar langs of net binnen de rand wat van mee te pakken. Er zijn er die daarvoor het AIS tijdelijk uitzetten. Maar zo’n kotter brengt mensen die op zo’n platform werken onnodig in gevaar. Daar treden we streng tegenop.”

Ook met vrachtvaarders zijn er incidenten. Op oudejaarsavond 2017 vaart de 100 meter lange Portugese chemicaliëntanker Elsa Essberger tegen het booreiland Halfweg, ten zuidwesten van Den Helder. Van den Bergen: „Dat schip reageerde niet op signalen. Gelukkig was het platform onbemand en niet in productie.”

Alarm

Het zijn de platforms zelf die alarm slaan als een schip te dichtbij komt. Als het AIS is ingeschakeld, kan de bemanning zo’n schip aanroepen en waarschuwen dat het op ramkoers ligt. Ze alarmeert ook de Kustwacht. „Die informeert ons weer. Het leidt bijna altijd tot strafrechtelijke vervolging”, waarschuwt de directeur toezicht.

Als een schip niet reageert, wordt het platform ontruimd. „Het platform is verbonden met het olie- of gasveld. Als een schip de productieleiding raakt, kun je een blow-out krijgen, een explosie waarbij het gas vrijkomt. Een vreselijk scenario.”

Schendingen door vissers van de zones rond windmolens zijn bij SodM niet bekend. Van den Bergen: „Ik denk dat die met hun grote wieken vissers afschrikken. Daar blijven ze wel uit de buurt.”

De SodM is toezichthouder, maar de feitelijke waarborging van de veiligheid van de scheepvaart op de Noordzee berust bij de Kustwacht. De Kustwacht is vanouds een hulpdienst, maar tegenwoordig ook een soort wijkagent op de Noordzee, zegt Sjaco Pas, beleidsadviseur nautische zaken. „De Noordzee lijkt steeds meer op een industriegebied op water, waar wij het scheepvaartverkeer veilig tussendoor moeten loodsen.”

Noodsleepboten

Samen met Rijkswaterstaat heeft de Kustwacht al enkele jaren geleden onderzoek gedaan naar de toegenomen risico’s. Dat heeft ertoe geleid dat de organisatie in 2022 twee extra noodhulpsleepboten in gebruik heeft gekregen: de Commander en de Protector, naast de al langer in dienst zijnde Guardian. Alle drie schepen zijn zogeheten ERTV’s. Dat staat voor emergency response towing vessels. Ze worden geleasd bij een particulier bedrijf, Multraship in Terneuzen.

De Guardian houdt vanuit de haven van Den Helder toezicht op de Waddenzee en de Noordzee boven en ten westen van de Waddeneilanden. De twee andere schepen liggen 24 uur per dag, zeven dagen per week in de buurt van twee grote concentraties windturbines voor de Nederlandse kust: de Commander bij windpark Borssele, de Protector bij de windparken Hollandse Kust.

19282005.JPG
De Commander is een noodhulpsleper van de Kustwacht, die 24 uur per dag, zeven dagen in de week, in de buurt van de windparken Hollandse Kust ligt om incidenten te voorkomen. beeld Kustwacht

Een tweede maatregel om de veiligheid op zee te vergroten is de installatie van extra sensoren op zee. Pas: „Het gaat om radar en AIS-ontvangers. De antennes zijn geplaatst in masten die verplicht op de platforms van Tennet in de windparken worden gebouwd.”

Met die data, als aanvulling op de reguliere systemen om schepen te volgen, krijgt de Kustwacht een steeds nauwkeuriger beeld van het scheepvaartverkeer op de Noordzee. Zo kan bij dreigende incidenten sneller worden ingegrepen.

Dat het allemaal niet waterdicht is, bewijst het incident met de Julietta D. Dat schip kwam in het windpark Hollandse Kust Zuid terecht, dat nog in aanbouw is. In die fase is de eigenaar van een park verplicht een wachtschip in de buurt te hebben liggen. Dat zijn relatief kleine schepen, die alleen een waarschuwing kunnen afgeven. Pas: „Er lag toen nog geen noodsleper van ons in de buurt. Dat wachtschip kon niets beginnen tegen dat stuurloze grote vrachtschip.”

Bufferzone

Een derde maatregel die uit eerdergenoemd onderzoek voortvloeit, is het besluit om op het Nederlandse deel van de Noordzee een extra brede bufferzone aan te houden tussen de scheepvaartroutes en windparken. Die breedte is 1,9 zeemijl (3,5 kilometer). „Dan heeft het schip meer tijd om uit te wijken als het mis dreigt te gaan. De internationale afstand van 500 meter is te krap”, zegt Pas.

Met ingang van 2025 moet de Kustwacht de scheepvaart ”pro-actief” informeren. „Vanouds reageren wij reactief: we schieten te hulp als er iets misgaat. Straks zullen we schepen die we een gevaarlijke koers zien varen rechtstreeks vanuit het Kustwachtcentrum waarschuwen. Daarvoor wordt onze bemensing uitgebreid.”

Ook met alle extra maatregelen die intussen zijn genomen, zijn incidenten nooit helemaal uit te sluiten. Pas: „Aanvaringen, schepen die vastlopen op ondieptes, menselijke fouten: een ongeluk blijft mogelijk, ook op de Noordzee.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer