Ze vragen dringend om de bevordering van het Limburgs een prominente plek te geven in de huidige coalitie-onderhandelingen van de provincie. De briefschrijvers constateren „samen met de Raad van Europa dat de cruciale overheidsrol om het Limburgs te beschermen en promoten onvervuld is gebleven met zeer negatieve gevolgen voor de bevordering van het Limburgs en het aantal sprekers van het Limburgs.”

Maar alleen die overheid heeft de bevoegdheid en het geld om het Limburgs structureel te bevorderen, aldus de briefschrijvers. „Een actieve overheidsrol op provinciaal en nationaal niveau is nodig om te voorkomen dat in deze en de komende generatie de Limburgse taal met al haar talrijke dialecten als een van de belangrijkste kenmerken van de Limburgse identiteit verloren gaat.”

Om te beginnen moet het Limburgs in de kinderopvang verplicht worden gesteld, en naast het Nederlands gebezigd worden, aldus de briefschrijvers. Nu wordt daar alleen Nederlands gesproken, zodat kinderen van jongs af aan geen Limburgs meer leren en de taal ook niet spreken.

In de voorschoolse opvang moet Limburgstaligheid als criterium gaan geleden bij het aanbieden van nieuwe arbeidscontracten, en de gemeenten moeten hierop handhaven, blijkt uit de brief, ondertekend door de zeven Limburgse taalclubs en bijzonder hoogleraar taalcultuur aan de Universiteit Maastricht, Leonie Cornips.

In het Europese Handvest werd het Limburgs 25 jaar geleden als taal erkend.