Wat als je van makelaar meester wilt worden? Of onervaren het onderwijs in gaat? Annemyrthe Kortleven (22) en Kees Bor (40) waagden de stap. „Zonder goede begeleiding gaan zijinstromers kopje-onder.”
Het is juist mijn kracht dat ik veel niet weet, zegt schoolleider Kees Bor uit Sliedrecht. Ruim vijf jaar geleden solliciteerde de makelaar zonder enige onderwijservaring op diverse basisscholen. Een persoonlijke worsteling en zoektocht, ook in het gebed, gaat aan zijn overstap vooraf. „De makelaardij is erg geldgedreven. Ik vroeg me af: is dít nu mijn levensdoel?” De vele vacatures in het onderwijs die voorbijkomen, vooral op leidinggevend niveau, doen hem uiteindelijk besluiten de stap te wagen. Omdat een test laat zien dat een leidinggevende functie het best past bij zijn profiel, solliciteert hij direct als directeur.
Een directeur die alles al weet, hoeft weinig te vragen, stelt Bor. „Ik moet aankloppen bij de leerkrachten, die wel de nodige kennis en ervaring hebben. Vertel me wat de voor- en nadelen zijn van deze keuze, vraag ik hun dan. Een voordeel: zo zet je docenten in hun kracht.”
Bor kreeg de kans om het vak te leren op een dorpsschool in Driebruggen. De eerste periode stond hij een halfjaar lang elke week een dag voor groep 8. Om aan den lijve te ondervinden hoe het is om les te geven. Na een periode waarin hij de proef op de som nam, volgde hij scholing op maat om zijn papiertje te halen. Daarnaast hielp een coach, die de school kende, hem om het vak onder de knie te krijgen.
Zijn inkomen is door de overstap meer dan gehalveerd. „Ik kan me voorstellen dat het salaris mensen tegenhoudt. Zelf ben ik door de nood in het onderwijs tot deze keuze gekomen. Of beter: zo ben ik geleid.”
Energie
Het aantal zijinstromers in het onderwijs nam de afgelopen jaren flink toe: in 2017 waren dat er 495, drie jaar later 1777. Ook Annemyrthe Kortleven uit Bodegraven maakte de overstap. Als ze de havo en de hbo-studie facility management heeft afgerond, begint het onderwijs al snel te kriebelen. „Eigenlijk heb ik altijd in m’n hoofd gehad: ooit word ik docent. Maar ik dacht: dat doe ik wel als ik vijftig ben.” Omdat het werk als facility manager niet echt bevalt, besluit ze de stoute schoenen aan te trekken en stuurt ze een open sollicitatie naar de Revius, een locatie van Driestar-Wartburg in Rotterdam.
Sinds dit schooljaar geeft ze zestien uur per week wiskunde en economie in de onderbouw. Daarnaast gaat ze elke donderdagavond naar Driestar hogeschool in Gouda voor de vakinhoudelijke opleiding economie. Bovendien volgt ze daar pedagogische scholing; die kost haar ongeveer twee avonden per maand. Ze hoopt de opleidingen in ongeveer drie jaar af te ronden.
De start van het schooljaar ervaarde Kortleven als pittig. „Toen vergde het lesgeven heel veel energie en de opleiding was ook nieuw. Er komt veel op je af: de klas moet jou leren kennen, jij moet de klassen leren kennen.” Inmiddels heeft ze meer balans gevonden. „Ik vind het inhoudelijk niet heel ingewikkeld en het is leuk om kennis over te dragen.” Verder geniet de twintiger van de gezelligheid in de klas en de verantwoordelijkheid voor de scholieren. „Je kunt echt een band opbouwen en de leerlingen zien groeien.”
Begeleiding
Zijinstromers lijken een veelbelovende oplossing voor de vervulling van vacatures. Bor ziet dat het onderwijs enthousiast is over deze overstappers, maar ook dat sommige scholen een houding hebben van: liever niet bij ons. Zelf werd hij destijds ook niet gelijk aangenomen, omdat hij ervaring in het onderwijs miste. „Zeker als je leiding gaat geven, denken mensen al snel: hij kan dat toch niet weten?”
De schoolleider heeft „wel een beetje te doen” met zijinstromers. „Ik weet wat er allemaal op hen afkomt. Je móét zo veel. Uren besteden aan dit en een protocol verzorgen voor dat, aandacht geven aan dit thema en die les verzorgen. Zonder goede begeleiding gaat een zijinstromer of startende leerkracht kopje-onder”, waarschuwt hij. Het is volgens Bor aan leidinggevenden om dat te voorkomen. „Ik weet dat mensen het onderwijs hebben verlaten of niet gelukkig zijn geworden in hun werk, omdat het ontbrak aan goede begeleiding. Te vaak hoor je het excuus: Wij zijn ook druk met onze eigen groep.”
Zijn advies: koppel een ervaren leerkracht aan een startende docent. „Stel een schoolopleider aan die met tact en geduld een collega kan opleiden. En geef die persoon tijd om de nieuweling wegwijs te maken.”
Blik van buiten
Elke startende docent krijgt op de Revius een docentbegeleider toegewezen. Die voert regelmatig gesprekken met de leerkracht en woont lessen bij. Kortleven krijgt ook beeldcoaching. Haar coach maakt video-opnames van lessen en bespreekt die vervolgens. „Daar steek ik veel van op.” Aan het begin van het schooljaar vuurde ze daarnaast veel vragen af op een collega wiskunde die haar inhoudelijk begeleidt. „Ik had alleen mijn ervaring als leerling op school, maar toen was ik totaal niet bezig met wat de docenten allemaal deden. In de klas sta je er direct alleen voor. Maar als er iets misgaat, kan ik terugvallen op mijn collega’s. Dat is wel echt de sfeer binnen de Revius.”
Bor, die ook in de avonduren lesgeeft aan een hbo-opleiding voor makelaars, laat zich inmiddels via een bureau inhuren als interimmer door verschillende scholen. Daarnaast werkt hij nog altijd één dag per week als makelaar-taxateur. „Zo kan ik mijn papiertje houden, hoef ik mijn oude vak niet helemaal los te laten en blijf ik actief buiten het onderwijs.” Zo’n blik van buiten is volgens hem ook een voordeel van zijinstromers: „Als je alleen in het onderwijs werkt en alleen christelijke scholen hebt bezocht, vraag ik me af: weet je wel wat er in de maatschappij speelt?”
Dit is de slotaflevering van een drieluik over het lerarentekort.