Jetten vatte maandag in debat met de Kamer de bijdragen van de fracties als volgt samen. „Ik heb brede steun ervaren voor aanvullend klimaatbeleid. Als het een goed pakket is, staan de partijen daar samen achter. Wij zijn nu hard op zo’n pakket aan het puzzelen”, zei hij.

Dit voorjaar wil de minister voor Klimaat en Energie het klimaatbeleid een nieuwe impuls geven. Reden daarvoor is dat alle plannen waar de regering al aan werkt, bij elkaar nog niet optellen tot het wettelijke doel dat de coalitiepartijen willen halen.

In het regeerakkoord hebben VVD, D66, CDA en CU afgesproken dat de CO2-uitstoot in 2030 met ten minste 55 procent moet zijn afgenomen. Om zeker te zijn dat het doel daadwerkelijk gehaald wordt, mikken ze op circa 60 procent.

Een deel van de aanvullende klimaatmaatregelen wil Jetten ontlenen aan een recent verschenen ambtelijk adviesrapport. Voormalig topambtenaar Laura van Geest, voorzitter van de werkgroep, bracht voor het kabinet een breed scala aan voorstellen in beeld. Een hogere CO2-heffing voor de industrie, een verbod op zakelijke leaseauto’s die op benzine of diesel rijden, een kleinere veestapel en strengere isolatienormen zijn daar enkele voorbeelden van.

Ondanks dat Jetten er een schep bovenop wil doen, eindigden GroenLinks en PvdA het debat in mineur. De partijen zijn voorstander van ambitieus klimaatbeleid, maar vinden dat de klimaatminister het coalitieakkoord aan z’n laars lapt. „Om de wereldwijde temperatuurstijging te beperken tot 1,5 graad is 60 procent CO2-reductie al te weinig. Het kabinet blies hoog van de toren, maar ik constateer dat dat doel nu wankelt. Na het stikstofdoel dreigt nu ook het klimaatdoel losgelaten te worden”, stelde GroenLinks-Kamerlid Kröger aan het eind van het debat vast.

Kröger poogde samen met de Kamerleden Thijssen (PvdA) en Teunissen (PvdD) Jetten ervan te overtuigen dat hij conform het coalitieakkoord minstens 60 procent CO2-reductie moet zien te realiseren. De minister zag dat zelf anders. „Ik moet met zekerheid de 55 procent halen”, zei Jetten en daarvoor richt het kabinet zich op circa 60 procent. VVD en CDA pareerden de linkse partijen door te stellen dat extra klimaatplannen wat hen betreft van dusdanige omvang mogen zijn dat ze zelfs optellen tot meer dan 60 procent. „De maatregelen moeten dan wel echt op de langere termijn zinnig zijn”, aldus CDA-Kamerlid Bontenbal.

Geen taboes

Als het gaat over concrete maatregelen klonken er ook kritische geluiden. Het invoeren van een minimumprijs voor aardgas en een verbod op nieuwverkoop van bezineauto’s in 2030 –twee suggesties uit het ambtelijk adviesrapport– gaan voor de VVD veel te ver. „Het lijkt wel of klimaatbeleid pijn moet doen als doel op zich”, zei VVD-Kamerlid Erkens. De VVD’er wees Jetten erop dat Nederland de hoogste energiebelastingen heeft van heel Europa. Bovendien is in Nederland de CO2-heffing voor bedrijven op eigen initiatief hoger dan in andere EU-lidstaten. „In alle eerlijkheid beprijzen we in Nederland al ontzettend veel”, meent Erkens. Hij wil dan ook dat de minister oog houdt voor subsidies.

D66 geeft minister Jetten daarentegen alle ruimte. „Wij sluiten geen maatregelen uit. Er zijn wat ons betreft geen taboes. Wij willen meer actie”, zei D66-Kamerlid Boucke. Het verdient wat hem betreft de voorkeur om als eerst grote vervuilers, zoals Tata Steel, harder aan te pakken.

Minister Jetten komt naar verwachting binnen enkele weken met een nieuw klimaatpakket.