Gezin ZOA-hulpverlener in Sudan hoort granaten inslaan bij zware gevechten in Khartoem
Doffe dreunen van mortiergranaten klinken maandagochtend door de telefoon. Harmen en Marije Sas zitten, met hun twee jonge kinderen, klem tussen zware gevechten in Khartoem.
De strijd in de hoofdstad van Sudan gaat maandag in alle hevigheid door. Gevechtsvliegtuigen van het leger scheren laag over Khartoem om beschietingen uit te voeren op de paramilitaire Rapid Support Forces (RFS). De gevechten eisen al meer dan honderd levens.
Twee generaals bevechten elkaar sinds zaterdag op leven en dood in het noordoostelijk Afrikaanse land. Jachtvliegtuigen en helikopters vliegen over. Mortiergranaten slaan voortdurend in. Rookwolken stijgen op van de internationale luchthaven. Overbelaste ziekenhuizen zijn door hun voorraden heen.
Midden tussen de gevechten in Khartoem bevinden Harmen (45) en Marije (41) Sas zich, met een dochter van tien en een zoontje van acht. „We kunnen geen kant op, we moeten binnen blijven”, reageert Sas, landendirecteur Sudan van hulporganisatie ZOA, via de telefoon. „Het is heel apart, bizar om zo tussen twee strijdende partijen te zitten.”
Gedurende de gehele dag vinden gevechten plaats, vertelt de hulpverlener, bijna twee jaar werkzaam in Sudan. „Soms is er even een pauze, maar dan laaien de gevechten weer op.” Zondag werd tussen 16.00 en 19.00 uur een staakt-het-vuren afgekondigd, zodat burgers voedsel zouden kunnen inslaan. „Een lichtpuntje.” De overeenkomst werd echter al snel aan flarden geschoten.
Spannend
De kinderen kunnen niet naar school, niet sporten en niet spelen met vriendjes en vriendinnetjes. „Mijn dochter heeft via WhatsApp contact met vriendinnen waar de kogels in huis liggen. Ze vraagt zich af: Wat gebeurt er met ons als de gevechten hier in de buurt komen?” De kinderen krijgen schoolopdrachten via internet.
Dochter van tien beleeft de gewapende strijd anders dan zoon van acht, zegt Sas. „Onze dochter vindt het spannend en is schrikkerig. Onze zoon vindt het spannend en rent naar het raam als een straaljager overkomt. „Ik zag ’m”, roept hij dan.”
De situatie in Sudan is sinds de coup van oktober 2021 gespannen. Regelmatig vinden demonstraties plaats die „niet altijd even veilig” zijn. Het gezin is daarom voorbereid op noodsituaties. „We zorgen dat we voldoende water en boodschappen in huis hebben.”
De huidige geweldsuitbarsting had de ZOA-hulpverlener echter niet verwacht. Zijn Sudanese collega’s ook niet. „Het broeit al langer in Sudan. Het is echter voor het eerst dat de gevechten zich afspelen in Khartoem. De troepen bewegen zich door de stad. Het is onduidelijk welk leger zich waar bevindt en hoelang deze situatie voortduurt.”
Het gezin Sas brengt hun situatie daarom „continu” in gebed. „We praten ’s ochtend en ’s middags met elkaar. We bidden om bescherming en bewaring. Wij weten dat God bij ons is. Dat helpt om kalm te blijven”, zegt Sas. Het hulpverlenersgezin weet zich ook gedragen door gebed van familie, vrienden en hun kerkelijke gemeente in Nederland.
Zolang het gezin binnenblijft, zijn de omstandigheden in hun deel van de stad te overzien, schat Sas in. „We wonen in een anoniem buurtje, niet aan een hoofdweg. Je kunt echter niets uitsluiten.” De Nederlandse ambassade noemt de situatie „zeer onveilig en onvoorspelbaar”.
Niet hoopvol
De ZOA-hulpverlener maakt zich zorgen om zijn Sudanese collega’s. „Zij lijden veel harder dan wij.” De voedselzekerheid in Sudan is gering, de inflatie torenhoog, terwijl slechts één op de drie kinderen naar school gaat. Sas hoopt dat diplomatie de strijdende partijen snel om tafel kan brengen. „Dat is echter maar zeer de vraag. De vooruitzichten zijn niet hoopvol.”