Van de pakweg 40.000 inwoners van het Caraïbische eiland Sint-Maarten is 10 procent methodist. Methodisten zijn ingetogen, zingen graag en halen waar het kan de samenleving hun kerkdienst binnen. Die duurt vaak al een uur als de preek nog moet beginnen…
Sinds 1634 wappert de Nederlandse vlag op Sint-Maarten. Rond 1648 wordt in opdracht van de West-Indische Compagnie de eerste Nederlandse kerk op het eiland gebouwd. Kolonisten zijn verplicht om elke zondag de diensten bij te wonen; op wegblijven staat straf. Het uit Nederlandse baksteen opgetrokken kerkgebouw heeft opeenvolgende orkanen echter niet overleefd. De funderingen zijn nog wel te vinden, op de begraafplaats ”Memento Mori”.
De diensten in die gereformeerde kerk –twee per zondag– hadden sinds medio achttiende eeuw voornamelijk in het Engels plaats. Ds. Valentijn Stauffer was de laatste Nederlandse predikant, hij vertrok in 1793. Gereformeerden en andere protestanten van Nederlandse afkomst sloten zich aan bij de plaatselijke methodistengemeente.
In de hoofdstad Philipsburg, in de historische Voorstraat, bevindt zich de oudste van de zeven methodistenkerken op de Nederlandse kant van het eiland. Het gebouw dateert uit 1851 en stamt dus nog van vóór de afschaffing van de slavernij. Het uit hout opgetrokken monument bleek bestand tegen orkanen, maar niet tegen vraatzuchtige termieten. Dat leidde tot een fraaie en grootschalige restauratie in 1978.
Charles Wesley
De bescheiden ogende kerk biedt plaats aan wel vijfhonderd bezoekers. Rondom het gebouw loeien airco’s, binnen zitten kerkgangers in hun zondagse kleren klaar in de koelte. De vaste predikant van ”Philipsburg-Centrum” preekt elders, de voorganger deze morgen is hulpprediker Nathaniel Richardson. Omdat Richardson op het eiland een veelvoorkomende naam is, hoeft mevrouw Richardson-Hodge, de organist van vandaag, dus geen familie te zijn.
De ouderling van dienst heet vanachter een katheder de aanwezigen welkom „in deze aan de Heere gewijde bijeenkomst” en wenst allen een goede dienst. Achter de hoge preekstoel bevindt zich een koorplateau met acht dames in blauwe jurk. Ze zetten het eerste vers in van ”All praise to our redeeming Lord” (Prijst allen onze verlossende Heere), een lied van de hand van Charles Wesley (zie: ”Wat zijn methodisten?”). Daarna zet de gemeente onder orgelbegeleiding de verdere verzen in. Niet alleen het koor, ook de gemeente zingt prachtig. Dan volgt het ”Gebed van aanbidding, belijdenis van geloof, uiting van dankbaarheid en vraag naar vergeving”.
Patroon
De diensten volgen elke maand een vast patroon. De eerste zondag staat de bediening van het heilig avondmaal centraal. De tweede zondag richt zich op de jeugd van de gemeente. Op de derde zondag is er aandacht voor kleine kinderen en baby’s en gelegenheid voor de heilige doop. Bij de vierde zondag worden de mannen zo veel mogelijk betrokken. Dit omdat in het Caraïbische gebied mannen in de kerk minder geneigd zijn verantwoordelijkheid te nemen.
Vandaag is het de tweede zondag van de maand en krijgt de jeugd in de vorm van de ”Boys and Girls Brigade” een rol in de dienst: een eigen methodistische padvindersgroep, gescheiden voor jongens en meisjes. Naast de organist zorgen ook ”de Harmonics”, vier meisjes uit de Girls Brigade, voor muzikale omlijsting van de dienst.
Gekrookte riet
In het kader van een preek over Johannes de Doper volgen twee Schriftlezingen uit het Oude Testament. Eerst Jesaja 42:1-9, met de bekende tekst over het gekrookte riet en de rokende vlaswiek en vervolgens Psalm 29. Daarna zingt de gemeente weer een lied van Wesley: ”Come, Thou long expected Jesus” (Kom, Gij lang verwachte Jezus).
Daarna leest een vrouw uit Handelingen 10:34-43, over wat er met Jezus gebeurde kort nadat Johannes de Doper de mensen opriep zich te laten dopen. Dan is het de beurt aan de Boys Brigade: zij verwoorden op het podium de doop van Jezus door Johannes.
Vervolgens heet de voorganger gasten welkom. Hij verzoekt hen te gaan staan en zich voor te stellen en vraagt de groeten over te brengen aan de thuisgemeente. Ook worden jarigen en jubilerenden nog even toegesproken en toegezongen met een ”May the good Lord bless you!” (Moge de goede God je zegenen!). Dan volgt een gebed voor de lokale overheid, de zieken, de eenzamen, de bejaarden, de gevangenen, mensen met psychische problematiek en andere nooddruftigen. De collecteschaal gaat vanwege Covid-19 niet door de rijen; mensen lopen om beurten naar manden voor en achter in de kerk.
Preek
Na nog weer een koorlied begint na een uur en zeven minuten de preek, over het optreden van Johannes de Doper uit Mattheüs 3:13-17. Maar niet dan nadat de predikant eerst even iedereen bedankt heeft die aan deze dienst meewerkte.
In de preek van een halfuur wordt de gemeente uitvoerig persoonlijk toegesproken: „Wat betekent God persoonlijk voor u? En waarom zit u hier? Staat u er ook bij stil dat Jezus gekomen is om de zonden van de mensheid weg te nemen? We weten niet van de dag en van het uur, maar eens moeten we het uitroepen: „Heere, ik ben een zondaar!” Maar Jezus zegt: „Komt tot Mij allen die vermoeid en belast zijt!”
Na de preek volgt weer een gebed met een gezamenlijk Onze Vader en een slotlied, ook van Charles Wesley. Daarna spreekt de voorganger de zegen uit in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Onder tromgeroffel loopt als eersten de Boys and Girls Brigade de kerk uit, zwaaiend met de vlaggen van het land Sint-Maarten, de Franse vlag van de Franse kant en de Nederlandse vlag van het koninkrijk.
Laagdrempelig
In de kerk in de Voorstraat dus geen geheven handen, halleluja-geroep of tongentaal, zoals bij veel andere kerken op het eiland. Maar als het even kan halen methodisten op Sint-Maarten wel de samenleving hun kerkdienst binnen. Werkt iemand uit de gemeente bij een jubilerende telecomprovider of een onlangs gerenoveerd hotel, of is iemand lid van de Rotary die een bepaald aantal jaren bestaat, dan wordt een delegatie daarvan uitgenodigd om de dienst bij te wonen. Die krijgt dan kort de tijd er iets over te vertellen. Is de gouverneur jarig? Dan worden hij en zijn vrouw uitgenodigd en tijdens de dienst toegezongen. Zo probeert de kerk de drempel te verlagen en te opereren in het hart van het eiland.
Met evangelisatie en onderwijs van de wieg tot het graf dragen methodisten hun geloofsovertuiging uit. Ze denken liever niet in problemen, maar in uitdagingen. Die zijn er zeker, horen we na afloop van de dienst op het kerkplein: „Hoe krijgen we de financiën rond in deze dure tijden?” „Hoe houden we onze jeugd bij de kerk?” „Hoe overbruggen we de kloof tussen jong en oud in de gemeente?” „Hoe blijven we als kerk maatschappelijk relevant in de tijd waarin we nu leven?” Ver van huis geen onbekende vragen.