Kabinet tegen verbod op bodemberoerende visserij
Nederland verzet zich tegen het plan van de Europese Commissie om bodemberoerende visserij in alle natuurgebieden op zee vanaf 2030 te verbieden. Dat bleek donderdag na de ministerraad.
Minister Piet Adema (Landbouw) zegt dat het kabinet „zeer kritisch” staat tegenover het Brusselse plan. „Deze generieke maatregel houdt te weinig rekening met de gevolgen voor de visserijsector. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen zeebekkens en -bodems en visserijtechnieken.”
In een gesprek met het Reformatorisch Dagblad noemt de bewindsman de voorgenomen maatregel „niet proportioneel”. „De impact op visserijgemeenschappen is veel te groot. In het Noordzeeakkoord hebben we al afspraken gemaakt over 15 procent van de Nederlandse Noordzee, waar in 2030 niet meer met bodemberoering mag worden gevist. Daar zou het Brusselse plan overheen komen. Dat gaat te ver.”
Bovendien heeft de Commissie volgens Adema niet gekeken naar duurzame technieken, zoals de pulsvisserij. „Die vermindert de bodemberoering en bespaart ook nog energie. Het is te gek voor woorden dat die pulstuigen in Nederlandse havens op de kant liggen.”
De door Nederlandse vissers ontwikkelde pulstechniek, waarbij bodemvissen met lichte stroomstootjes worden opgeschrikt zodat ze omhoog zwemmen en gevangen kunnen worden, werd in 2019 getroffen door een Europees verbod. Minister Adema probeert sinds zijn aantreden in oktober puls weer op de Europese agenda te krijgen. Vorderingen kan hij nog niet melden. „Maar we brengen het wel bij alle gelegenheden die zich ervoor lenen ter sprake. Ik snap dat er een verleden ligt met puls, maar dit Europese actieplan is misschien de aanleiding om er opnieuw naar te kijken.”
Adema zegt dat Nederland in zijn verzet samen wil optrekken met andere landen die ook tegen het verbod zijn, zoals Frankrijk en Duitsland. „Wij willen onze visserij verduurzamen, maar we willen ook dat Nederland een toekomstbestendige visserij behoudt.”
De maatregel is onderdeel van het actieplan voor bescherming van mariene ecosystemen, dat de Europese Commissie eind februari presenteerde. Het kabinet vindt de wetenschappelijke onderbouwing van dat actieplan onvoldoende, zegt Adema.
De Nederlandse kottervloot vist op de Noordzee met sleepnetten op tong en schol. Maar een verbod op bodemberoering kan volgens het kabinet ook het einde inluiden van de garnalen- en schelpdierensector. Deze laatste tak is actief in de kuststrook en op de Waddenzee. Die wateren zijn grotendeels aangewezen als beschermd natuurgebied.
Donderdag werd ook bekend dat minister Christianne van der Wal (Stikstof) het handhavingsverzoek van vijftien natuurorganisaties tegen het gedogen van de garnalenvisserij heeft afgewezen. De bijna 200 garnalenvissers vissen zonder natuurvergunning sinds hun vergunning eind 2022 afliep. Voor een nieuwe vergunning moet de vloot de stikstofuitstoot verminderen. De minister heeft hun tot 1 oktober de tijd gegeven om hun motoren schoner te maken.
„Wij steunen die verduurzaming met subsidie”, zegt Adema. „Als ze straks een nieuwe vergunning hebben, kan de sector weer zes jaar vooruit. Dat geeft perspectief.”