Is er toekomst voor zonnepanelen als de salderingsregeling is afgeschaft?
De salderingsregeling zal in 2030 naar verwachting helemaal verdwijnen. Dat is geen goed nieuws voor kleinverbruikers met zonnepanelen. Maar er wordt gewerkt aan een oplossing: een goedkope, brandveilige thuisbatterij.
Salderen is voor kleinverbruikers met zonnepanelen een lucratief zaakje. Overtollige stroom leveren ze aan het net. Bij een tekort betrekken ze stroom van het net. En bij de eindafrekening brengt de energiemaatschappij alleen de kosten van het verschil tussen de geleverde en de afgenomen stroom in rekening.
Steeds meer huishoudens nemen de stap om zonnepanelen te plaatsen. Het aangesloten vermogen van zonnepanelen stijgt daardoor voortdurend. Maar het aanbod van zonnestroom is op zonnige dagen soms groter dan het elektriciteitsnet aankan. Met files op het net, oftewel netcongestie, als gevolg. Daarnaast kost het miljarden euro’s om het net te verzwaren. Bovendien loopt de overheid door al die zonnepanelen heel wat energiebelasting mis. Geen wonder dat ze van de salderingsregeling af wil.
Als de regeling over krap zeven jaar stopt, krijgen kleinverbruikers met zonnepanelen alleen nog een afgesproken vergoeding voor de geleverde stroom. En die ligt altijd lager dan de prijs die ze betalen voor de afgenomen stroom. Per saldo betalen ze altijd meer bij de eindafrekening.
Thuisbatterij
Een thuisbatterij kan uitkomst bieden. Overtollige stroom verdwijnt in een accu en wordt gebruikt op het moment dat de zonnepanelen te weinig stroom leveren. Dat kan ’s nachts zijn, maar ook als de wasmachine draait op een bewolkte dag. Bovendien vlakt de accu de pieken in de opwekking van zonnestroom af, waardoor het risico op netcongestie afneemt. Een accu kan een kleinverbruiker ook helpen bij zogeheten peakshaving: bij pieken in het verbruik leveren de accu’s stroom en is er geen zwaardere aansluiting nodig.
Dergelijke accu’s bestaan al enige tijd. Bijvoorbeeld de Tesla Powerwall of vergelijkbare producten van andere fabrikanten. Ze hebben dezelfde lithium-iontechniek als de batterijen in elektrische auto’s. Probleem is echter dat deze accu’s vrij duur zijn voor de geleverde opslagcapaciteit – zo’n 1000 euro per kilowattuur. Ze laten zich nauwelijks terugverdienen tijdens hun technische levensduur.
Zoutbatterij
Er zijn echter thuisbatterijen in de maak die de prijs op termijn drastisch omlaag kunnen brengen. Een daarvan is de Fortona Zoutbatterij, die eind maart de Smart Storage Innovation Award heeft gewonnen. „Eigenlijk waren we op de zonne-energiebeurs in Amsterdam een vreemde eend in de bijt”, vertelt Parsa Tashacori, technisch manager van Fortona, in het kantoorgebouw van Hanzestrohm in Zwolle. „Alle andere accu’s waren zonder uitzondering lithium-ionbatterijen; wij stonden er met een zoutbatterij.”
Wat een zoutbatterij beter maakt dan een lithium-ionbatterij? Tashacori somt moeiteloos een aantal anekdotes op. Zoals die van autocarrier Felicity Ace vol met elektrische auto’s die vorig jaar februari bij de Azoren zonk. „Waarschijnlijk is in één auto een lithium-ionaccu te heet geworden, met als gevolg een kettingreactie waarbij meerdere elektrische auto’s in brand zijn gevlogen. Blussen helpt niet. Zelfs op de zeebodem zouden de lithiumcellen gewoon verder branden. Dat wil je thuis of op het werk absoluut niet meemaken.”
Het brandgevaar is niet het enige nadeel van de lithium-iontechniek. „Het delven van de lithium is milieubelastend. Voor kobalt, nodig voor de elektroden van de snelste lithium-ionaccu’s, is de wereld grotendeels afhankelijk van vijftien Chinese mijnen in Congo. Daar worden mensenrechten met voeten getreden. En, willen we wel zo afhankelijk zijn van China?” vraagt Tashacori zich af. „Daarnaast staat de recycling van deze batterijen nog in de kinderschoenen.”
Keukenzout
De zoutbatterij kent deze problemen in veel mindere mate. „We gebruiken gewoon keukenzout. Dat is niet brandbaar en dus veel veiliger; verzekeraars hebben dat ook al ontdekt. In plaats van kobalt passen we recyclebaar nikkel toe. De grondstoffen komen uit de EU en de accu wordt gemaakt in Zwitserland door fabrikant FZSoNick; dus niet in een lagelonenland. De accu is bovendien voor 98 procent recyclebaar.”
De zoutbatterij, ook wel Zebra- of SMC-batterij genoemd, bestaat uit een metalen omhulsel, een anode van natrium en een kathode van nikkel. Bij kamertemperatuur is keukenzout (natriumchloride) een vaste stof. Die kan geen elektrische stroom geleiden. Daarom wordt het zout verwarmd tot 250 graden Celsius. Bij die temperatuur is keukenzout vloeibaar en kunnen er ionen, de elektrisch geladen deeltjes, bewegen tussen de anode en de kathode.
De hoge temperatuur in de accucellen levert geen brandgevaar op, vervolgt Tashacori. „Om de batterij heen bevindt zich een thermische isolatieschil van 6 centimeter dik. Die houdt de temperatuur aan de buitenkant zo laag dat je die gerust kunt aanraken.”
Stapelen
De manager loopt naar een thuisbatterij van 9,6 kilowattuur. „Dit is hem.” Een roetsvaststalen kast van 50 bij 50 centimeter en 30 centimeter hoog. „Je kunt ze stapelen. Het is maar net welk vermogen je nodig hebt.”
Zijn het allemaal juichverhalen die Tashacori heeft te vertellen? Dat niet. De manager beaamt dat het opwarmen van het zout energie kost; 10 procent van de elektrische energie gaat daaraan op. „Dat werpen fabrikanten van lithium-ionaccu’s ons ook voor de voeten. Maar zij vergeten voor het gemak dat hun batterijen veel brandgevaarlijker zijn.” Bovendien verbruiken lithium-ionbatterijen ook energie voor het opslaan, gemiddeld ruim 5 procent.
Een lithium-ionaccu kan heel snel laden en ontladen. Dat maakt ze zo geschikt voor elektrische voertuigen en mobiele apparaten, zoals de smartphone. „De zoutbatterij doet dat veel langzamer. Laden kost zo’n vier uur, ontladen één uur. Dat maakt de batterij minder geschikt voor snelle stroomhandel.”
Voordeel
Een groot voordeel is ook dat de zoutbatterij lang meegaat. „Wij geven garantie voor tien jaar of 4500 laad- en ontlaadcycli. Maar voordat de accu is gedegradeerd tot 80 procent van zijn capaciteit, is er al minstens twintig jaar voorbij”, stelt Tashacori. „Op Aruba draait er al achttien jaar één. Zonder problemen. De degradatie is minimaal. De toegepaste elektronica is momenteel de zwakste schakel.”
Even aarzelt Tashacori wanneer hij de vraag krijgt wat de batterij moet kosten. „We zitten nu op 800 euro per kilowattuur opslagcapaciteit. Maar die prijs kan dalen bij massaproductie. Voorlopig is het beste advies aan privé-eigenaren van zonnepanelen: zorg ervoor dat in de meterkast de komende jaren voldoende extra groepen kunnen worden bijgeplaatst voor alle veranderingen die op komst zijn.”