Tijd is kostbaar. Waar zetten we ons vrijwillig voor in en waarom?
„Twintig jaar geleden nam ik een kijkje op de jaarlijkse reddingbootdag van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM). Ze vroegen of ik opstapper wilde worden. Ik werkte destijds bij een makelaar in Stellendam, dicht bij de haven. Het leek me een leuke uitdaging, hoewel ik nog nooit gevaren had. En dus zei ik ja.
Nog steeds vind ik het mooi werk. Wij mogen iets betekenen voor medemensen die op het water in nood zijn. Dat kan in allerlei situaties zijn. Soms halen we een zieke van een vrachtschip dat in het ankergebied hier voor de kust ligt. Een andere keer helpen we een surfer die zijn mast kwijt is. Of we trekken een sportvissersbootje met motorpech naar de haven. Ook viskotters met calamiteiten roepen onze hulp in.
Heftige dingen maken we ook mee. Ik denk aan het zoeken naar vermiste personen. Afgelopen zomer nog haalden we een lichaam uit het water. Het is fijn dat we dan als team onze gevoelens met elkaar kunnen delen. Sommigen van ons zijn ervoor opgeleid om te signaleren of iemand moeite heeft met de verwerking.
Het KNRM-station Stellendam heeft twee reddingboten: de 19 meter lange Antoinette voor de Noordzee en de kleinere Valerie Struis voor het Haringvliet. Ons team telt zo’n 25 leden, onder wie twee vrouwen. Onze schipper is in dienst bij de KNRM, de rest is vrijwilliger. We zijn allemaal breed inzetbaar maar ik sta het liefst achterop, met de wind door mijn haren. Op die plek ben ik met een paar collega’s verantwoordelijk voor de opvang en verzorging van geredden. Soms word ik in de kajuit ingedeeld. Dan doe ik de navigatie of de communicatie.
Wij rukken zo’n tachtig keer per jaar uit. Als we het water opgaan, zeg ik altijd tegen mijn vrouw dat ze maar verder moet gaan met de dingen waar ze mee bezig is. Het kan een kort tochtje worden, maar we kunnen ook urenlang naar iemand zoeken. Ik besef dat er een gevaarlijke kant aan dit werk zit, maar ik moet altijd bereid zijn, ook op het land. Als we uitvaren bij windkracht 8 of 9 weet ik dat ik niet alleen ga. Ik mag vertrouwen op een genadig God Die groter is dan de golven van de zee. Psalm 32 zegt: „In een overloop van grote wateren zullen zij hem niet aanraken.” Dat is voor mij een geruststelling.”