Wat maakt de Fransen zo boos?
Vernielingen, brandjes, honderden gewonden onder veiligheidsmensen en demonstranten. Als de Fransen deze week al niet te hoop liepen tegen de omstreden pensioenhervormingen, dan wel tegen visquota vanuit de Europese Unie of tegen de aanleg van waterreservoirs voor de landbouw. Een protestbord dat deze week in Parijs werd meegedragen, vat het algehele sentiment goed samen: ”Frankrijk is woedend”.
Franse media maken de balans op: was het soms buitensporige geweld te voorkomen? Trad de politie te hard op, of lieten ze radicale betogers juist soms te veel begaan? In Sainte-Soline, in Midden-Frankrijk, liep een betoging totaal uit de hand. Agenten kregen vuurwerk naar hun hoofden en reageerden daarop met traangas. Meerdere politievoertuigen gingen in vlammen op. Journalisten ter plaatse bestempelden de ongeregeldheden als een ”guerrilla” en ”een ware oorlogsscène.”
Intussen is de onrust nog allesbehalve verdwenen en vragen veel buitenstaanders zich af wat die Fransen nu zó boos maakt. Een deel van de verklaring zou zijn dat de woede zich niet alleen richt tegen concrete zaken, zoals verhoging van de pensioenleeftijd, maar dat er ook diep ressentiment tegen de overheid in het algemeen of het kapitalisme meespeelt. Dat valt niet op te lossen met een paar tegemoetkomingen.