De repetitie: Chantez à Dieu Tholen, een koor met een flinke portie huiswerk
„Kun jij ook niet slapen na een concert?” „Nee joh, die muziek blijft heel de nacht in m’n hoofd rondzingen.” In het kleine bovenzaaltje van de Gasthuiskapel in Tholen praten de leden van Chantez à Dieu elkaar voorafgaand aan de repetitie bij. Eén keer in de twee weken komt het 22 leden tellende koor hier beslagen ten ijs.
Chantez à Dieu begon bijna veertig jaar geleden als een klein kamerkoor met leden van het Thools gemengd koor Crescendo. Een man of tien oefende in woonkamers, „tot in Dordrecht aan toe”, vertelt alt Francien Zwaal. Omdat het koor qua aantal de omvang van een huiskamer ontgroeide, ging het oefenen in de Gasthuiskapel.
De kapel is een sfeervolle plek. Het hoge houten tongewelf geeft een prettige akoestiek voor de ”ooo’s” en ”aaa’s” bij het inzingen. Na de stemoefeningen opent voorzitter Jan Melse de avond met gebed. „Hoe wonderlijk dat U Uw troon vestigt op lofzangen van mensen, van kinderen. Maak ons hart bereid en vol verlangen om voor U te zingen”, klinkt het door het eeuwenoude gebouw. Melse bidt ook voor een koorlid van wie in de achterliggende week zijn vrouw overleed. „”Unser Leben ist ein Schatten” (ons leven is een schaduw), zingen wij. Wat is dat waar.”
Op de lessenaar staat vanavond ”O be joyful, all ye lands” van William Hayes (1706-1777). De vorige keer kreeg ieder de muziek mee, vanavond gaan ze het stuk voor het eerst samen zingen. Het klinkt meteen verbazingwekkend zeker. „Ging goed hoor”, vindt een koorlid.
„Nou ja”, stemt dirigent Paul Heijboer voorzichtig in. Hij overlaadt het koor niet met complimenten en is ook schaars met z’n commentaar tijdens de repetitie.
Stemvork
Heijboer is tegelijk ook organist. Op een eenvoudig keyboard speelt hij de markante orgelpartij van het stuk of geeft hij wat extra steun bij een lastige partij. De trillers in het muziekstuk worden goed doorgesproken om ze synchroon te laten klinken: „Hier gaan we een D-Es-D-C doen. Even proberen?”
Bij het tweede deel van het stuk, ”Sing unto God”, heeft Hayes creatief gebruikgemaakt van de chromatische toonladder. Het levert een flinke uitdaging op voor het koor. „Natuurlijk is het nog niet afgewerkt, maar deze enthousiaste groep kan veel aan”, vindt Heijboer.
Goed je huiswerk doen, dat is wel de voorwaarde om mee te kunnen doen bij Chantez à Dieu, weet bas Henk Geluk. Elk lid wordt geacht zijn of haar eigen partij goed te kennen alvorens naar de repetities te komen. Geluk vindt dat niet zo’n punt. „Thuis oefen ik bij de piano, of gewoon zo”, gebaart hij alsof hij een stemvork laat klinken.
Medicijn
Het koorstuk van Hayes past goed binnen het repertoire van de Thoolse zanggroep. Het koor zingt klassieke muziek, van gregoriaans tot Rutter en Daan Manneke. Ook voerden ze eens een stuk uit van een componist van eigen bodem: de Thoolse Ghiselin Danckerts, die leefde van 1510 tot 1567.
De koorleden van Chantez à Dieu komen natuurlijk voor de muziek naar de repetities. Maar ze genieten ook van elkaars gezelschap en de ontspanning. „We zijn een soort familie”, vertelt Annemarie Kraamer. „Dit is een medicijn”, vindt Zwaal. „Ik zing m’n hoofd leeg en m’n hart open.”
Wat bij vrijwel elk koorlid doorklinkt als reden om te zingen, is het verlangen om God groot te maken met de muziek. Voorzitter Melse noemt het zelfs een roeping. „Als je een goede stem hebt gekregen, ben je geroepen om daar Gods eer mee te bedoelen. Zingt de Heere een nieuw lied, is een opdracht in de Bijbel.” Een opdracht waar Chantez à Dieu graag gehoor en muziek aan geeft.