Tijd is kostbaar. Waar zetten we ons vrijwillig voor in en waarom?
„In mijn vrije tijd ben ik actief voor het Korps Nationale Reserve, de Natres. Een uitgegroeide jongensdroom. Militair zijn heeft mij van kinds af aan getrokken. Op Landmachtdagen krijg je een idyllisch beeld van defensie. De praktijk is anders. Als reservist moet je je fysieke en mentale grenzen opzoeken. Met volle bepakking lopen, weinig slaap krijgen en toch alert blijven. Dat is voor mij de uitdaging. Doorgaan waar anderen stoppen. Goedgetraind kun je bijdragen aan de veiligheid van Nederland.
Natres is een eenheid lichte infanterie. Mijn rang is korporaal, mijn functie chauffeur. Ik maak deel uit van het eerste peloton van de Foxtrotcompagnie van 20 Natresbataljon in Schaarsbergen.
Het is zeker géén soldaatje spelen, maar meestal hard werken. Tijdens oefeningen en inzetoperaties dragen wij wapens. Een reservist leert patrouilleren, checkpoints opzetten, verdachte personen benaderen en hulpverlenen, bijvoorbeeld bij schotwonden. Gemiddeld kost de Natres mij twee avonden en een zaterdag per maand. Verder krijg ik twee meerdaagse oefeningen en enkele schietdagen per jaar.
Defensie is een apart wereldje. De kameraadschap in de krijgsmacht vind je nergens anders zo. Op moeilijke momenten trekken militairen elkaar erdoorheen. Dat geeft een hechte band. De Natres vormt je. Je leert discipline en doorzettingsvermogen. Ik kan het iedereen aanraden. Je Natres-vaardigheden neem je mee naar de burgermaatschappij.
Onze primaire taak is het bewaken en beveiligen van Nederlands grondgebied. Gemeenten, provincies en het Rijk kunnen een beroep op ons doen. Bijvoorbeeld bij overstromingen. Of bij de handhaving van orde en veiligheid. Verder leveren we ondersteuning en beveiliging als bijvoorbeeld Amerikaanse troepen door Nederland naar Duitsland gaan. De Natres wordt ook ingezet bij de bewaking van de dropzone van parachutisten op de Ginkelse Heide tijdens de herdenking van de operatie Market Garden. Met een groep reservisten hebben we, als extraatje, de opleiding met rondebolparachuten gevolgd bij de Britse Pathfinders. Prachtig om als parachutist mee te springen uit een originele Dakota om de herinnering aan de oorlog levend te houden.”
Dienstplicht of beroeps
„Vanuit de samenleving gezien zou het goed zijn als Nederland dienstplicht zou kennen. De jongere generatie zit vooral achter het beeldscherm. Bij defensie leren jongeren actief en sportief bezig te zijn. Het vormt hen. De krijgsmacht brengt hun de nodige vaardigheden bij: discipline, doorzettingsvermogen en verantwoordelijkheidsbesef.
Vanuit defensie gezien is het beter om met beroeps te werken. Het leger heeft gemotiveerde en gekwalificeerde mensen nodig. Defensie is geen opvoedingsinstituut om jongeren op het rechte pad te brengen of te houden. Bovendien kost het veel personele inzet om dienstplichtigen op te leiden, terwijl het personeel al schaars is.
Omdat defensie bezig is met de verantwoordelijke taak van de bewaking van Nederland, zeg ik: toch maar beroeps, aangevuld met reservisten.”
Militair of burger
„Ik neig naar militair. Reservisten zijn 24/7 inzetbaar voor de bewaking en beveiliging van Nederland. Ik ben daarom 24/7 militair. Drugsgebruik wordt bij reservisten ook niet getolereerd.
Ik leef als student en als reservist in twee werelden. Als ik de studentenwereld uit stap, moet ik een knop omzetten naar de militaire wereld, waarin je niet vrijblijvend, maar verantwoord moet kunnen optreden. Een monument op de Grebbeberg geeft ons werk prachtig weer. Een reservist staat daar met een schop in de grond en een geweer op de rug. Oproepbaar om het vaderland te dienen. Vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Vrijwilligerswerk is het niet helemaal; we krijgen via een nulurencontract betaald.
Het Natres-motto is ”Als ’t moet”. Wij zijn burger, maar als het moet, staan we als militair paraat.”
Vriendin of Natres
„De keus tussen Natres of vriendin is niet aan de orde. Mijn vriendin is uiteraard het belangrijkste. Daar heb ik er maar één van, dus die moet ik koesteren. Zij wist, voordat we een relatie kregen, dat ik militair was. Ze wist dus vooraf waar ze aan begon. Maar ze vindt het ook belangrijk dat ik mijn ding doe en me kan ontwikkelen. We zijn allebei student, dat scheelt. In goed overleg delen we de weekenden en avonden voor Natres in. Nee, het leidt niet tot onderlinge gevechten. Wat hierbij helpt: ze heeft ook een parachutistenbrevet.
Van een reservist met een veertigurige werkweek en gezin kan de Natres wel veel vergen. Het kan een spanningsveld zijn om naar een verjaardag én naar een training te moeten. Defensie zegt altijd dat het thuisfront het belangrijkste is. Gaat het daar goed, dan gaat het bij defensie ook beter.”