Stikstof leidt niet alleen tot hevige discussies in Nederland. De Vlaamse regering belandde deze week rond het thema in een diepe crisis.
„Er hing elektriciteit in de lucht.” Zo typeerde de krant De Standaard de sfeer in het Vlaamse parlement nadat vice-premier Hilde Crevits dinsdagmiddag minister-president Jan Jambon publiekelijk de oren had gewassen. Ze had hem duidelijk gemaakt dat er geen stikstofakkoord zal komen „als je één partij tegen de muur kwakt”.
Die ene partij is haar eigen CD&V, de Vlaamse christendemocraten. De partij ligt dwars in een akkoord dat Jambon binnen de Vlaamse regering probeert te bereiken over het stikstofbeleid. De coalitiepartners –behalve CD&V zijn dat de Vlaams-nationalistische N-VA van Jambon en de liberale Open Vld– proberen het daar al lange tijd tevergeefs over eens te worden.
Zondag was Jambon het discussiëren zat en probeerde hij een doorbraak te forceren. Voor elf van de dertien pijnpunten van CD&V bij een concept-akkoord was een oplossing gevonden, maar de partij bleef dwars liggen op de laatste twee. Jambon weigerde echter verder aan de tekst te sleutelen en presenteerde die naar de buitenwereld toe als het definitieve regeringsvoorstel. Dan maar zonder de gebruikelijke consensus.
Hij gokte er kennelijk op dat CD&V alsnog door de bocht zou gaan. Dat deed de partij echter niet, waarop de Vlaamse regering in een diepe crisis belandde.
Dwingelandij
De twee openstaande punten zijn voor de christendemocraten te zwaarwegend om op te geven. Het ene gaat over de uitstootnormen waar boeren onder moeten blijven. Die vindt de partij onredelijk, zeker in vergelijking met de eisen die aan de industrie worden gesteld. Zo gaat de hele landbouw in de praktijk op slot, waarschuwen de christendemocraten.
Daarnaast wil CD&V ruimte voor een soort handel in uitstootrechten. Als een landbouwbedrijf door bijvoorbeeld pensionering van de eigenaar dichtgaat, zou dat voor andere bedrijven in de omgeving ruimte moeten scheppen om meer stikstof uit te stoten. De rechten van het gesloten bedrijf moeten dan dus worden verdeeld.
Tijdens een stikstofdebat in het Vlaamse parlement dinsdag zette CD&V de hakken nog eens stevig in het zand en toonde de partij zich boos over het potje powerplay van Jambon. Het leidde ertoe dat Jambon uiteindelijk aangaf dat er toch geen akkoord zou komen dan „een akkoord dat we gezamenlijk maken”.
De Standaard schreef in een commentaar vervolgens over de „mislukte manoeuvre van dwingeland Jambon”. Terug dus naar de onderhandelingstafel, met als nieuwe deadline vrijdag 10 maart.
Verder praten
Wat de positie van CD&V stevig maakt, is het feit dat de val van een Vlaamse regering veel haken en ogen heeft. Net als de andere gewest- en gemeenschapregeringen in België is het Vlaamse parlement een zogenoemd legislatuurparlement. Dat houdt in dat het de rit van vijf jaar sowieso uit moet zitten en er dus geen mogelijkheid is tot vervroegde verkiezingen.
Een gewestelijke regering kan weliswaar de harp aan de wilgen hangen, maar er zal dan binnen de bestaande politieke verhoudingen gezocht moeten worden naar een manier om verder te gaan. In de praktijk zal dat vaak de komst van een regering voor lopende zaken betekenen. Wat in theorie ook kan, is dat een andere partij de positie van CD&V inneemt, maar dat ligt nu niet voor de hand.
In feite zijn de coalitiepartijen tot elkaar veroordeeld. „Ze kunnen theoretisch niet anders dan elkaar vinden”, stelde een commentator van de krant De Morgen. Maar de praktijk is dit keer bijzonder weerbarstig. Vlaamse media waren vrijdagmorgen pessimistisch over een doorbraak in de impasse. De druk op CD&V werd alvast verhoogd.