Dick Jacobs (68) uit Rotterdam houdt slakken en pissebedden als huisdier
Dick Jacobs (68) uit Rotterdam vindt niets vies aan pissebedden en slakken. „Ze ruimen juist heel veel zooi op in de natuur. En je hebt geen kind aan ze.”
„Het begon twaalf jaar geleden toen ik zag hoe iemand kleine slakken aan zijn reptielen voerde. Ik vroeg of ik er een paar mocht grootbrengen. Ik deed ze in een bak en ze groeiden en ze groeiden maar. Tot ze zo’n 25 centimeter waren, met huisje en al. Het bleken Afrikaanse reuzenslakken te zijn en ik vond het geweldig om te zien wat ze deden en hoe ze aten. Daarna was het hek van de dam. Ik ging naar beurzen en markten, waar ik meer slakken kocht, en toen kwamen als vanzelf de miljoenpoten en de pissebedden.
Door mijn hele huis staan 150 bakken. Alleen in de badkamer en op het toilet kom je ze niet tegen. In totaal heb ik zo’n 1000 slakken, 500 miljoenpoten en 6000 pissebedden. Veel mensen zien ze als ongedierte, maar in werkelijkheid maken ze het voor ons als mens mede mogelijk überhaupt te leven. Samen zijn ze de opruimers van de natuur. Zou je ze bij elkaar in een bak zetten dan heb je al bijna een circulair ecosysteem. Je hebt er geen omkijken naar.
Pissebedden zijn altijd druk in de weer, een prachtig tafereel. De Nederlandse pissebedden zijn een beetje grauw, maar er zijn inmiddels tientallen andere, meer exotische soorten van over de hele wereld verkrijgbaar, in letterlijk alle kleuren van de regenboog. Voor die exotische wordt soms veel geld gevraagd. De meeste Europese kosten tussen de 25 cent en 2,50 euro per stuk, maar er zijn ook pissebedden –uit Azië en Zuid-Amerika– die voor 100 euro per stuk worden verhandeld.
Al zit ik wel eens op de bank met een slak op m’n arm, met mijn dieren bouw ik natuurlijk geen band op, zoals met een hond of kat. Tegelijk roepen ze een bepaald gevoel op bij veel mensen. Dat merk ik op basisscholen, waar ik geregeld met een paar bakken dieren kom. Eens zei een stoer stadsjongetje tijdens een voorlichtingsles provocerend tegen me dat hij een slak had doodgetrapt. Een jaar later was ik op dezelfde school en toen kwam hij trots naar me toe met een slak op z’n hand en vertelde dat hij die verzorgde. Het laat zien hoe belangrijk het is dat kinderen zo jong mogelijk met natuur in contact komen. Ik weet zeker dat ze daardoor betere mensen worden.
Een moeder kocht eens een paar slakken van mij voor haar autistische zoon. Twee maanden later belde ze me om te zeggen dat de beestjes een wonderbaarlijk effect op hem hadden. Hij zat vaak urenlang gebiologeerd naar ze te kijken, verzorgde ze en was daardoor minder onrustig. Slakken maken nu eenmaal geen onverwachte bewegingen. Door deze ervaring ben ik nu regelmatig met de slakken op een school voor jongeren met autisme.
Als je al iets kunt zeggen over het karakter van slakken, pissebedden en miljoenpoten is het wel dat ze heel vredig zijn. Ze zijn tolerant naar elkaar en vechten nooit.
Ik merk pas aan bepaald gedrag als het niet goed gaat. Een slak die zich ver terugtrekt in z’n huis of verminderde activiteit bij pissebedden of miljoenpoten wijst meestal op parasieten. Gelukkig heb ik daar zelden mee te maken.
Het zijn eigenlijk ideale huisdieren, want ze maken ook geen geluid. Alleen als de slakken met hun duizenden minitandjes kalk van de sepia afschrapen, hoor ik het gekras. Maar zelfs dan moet ik nog met m’n oor in de bak hangen.”