BinnenlandAsielprocedure
Asielzoekers verhuizen van schip naar hotel: „Wachten op IND geeft veel stress”

Ruim tachtig asielzoekers bivakkeerden vijf maanden op een schip in Genemuiden. Nu verhuizen ze naar een volgende locatie voor crisisnoodopvang: een hotel in Zalkerbroek. Bij het afscheid van de tapijtstad vloeien tranen.

Amjad voor het schip waarop hij de afgelopen maanden verbleef. beeld Freddy Schinkel en RD
Amjad voor het schip waarop hij de afgelopen maanden verbleef. beeld Freddy Schinkel en RD

In het havengebied van Genemuiden, op zo’n tien minuten loopafstand van het centrum, ligt het MS Thurgau Saxonia. Het riviercruiseschip biedt tot en met deze dinsdag crisisnoodopvang voor 84 asielzoekers. Vanaf de boot verhuizen ze naar een hotel langs de N50 bij Zalkerbroek, gemeente Kampen, dat hen de komende maanden onderdak biedt.

Pers is niet welkom aan boord van het MS Thurgau Saxonia. Daarom vertellen twee bewoners hun verhaal op een locatie in het centrum van Genemuiden, in aanwezigheid van vrijwilliger Jaap Visscher (76). Hoewel Amjad (18) en Jabir (31) nog maar een halfjaar in Nederland zijn, heeft het gesprek bijna geheel in het Nederlands plaats. Beiden zijn volop bezig de taal te leren en kunnen zich er al goed mee redden.

Amjad is gevlucht uit Syrië, Jabir uit Somalië. In augustus meldden ze zich bij het overvolle aanmeldcentrum voor asielzoekers in het Groningse Ter Apel. Ze hoefden niet op straat te slapen, zoals veel anderen die daar afgelopen zomer arriveerden, maar gingen van crisisnoodopvang naar crisisnoodopvang. Zo sliep Amjad eerst in een sporthal in Heeten, waarna hij via Zwolle in Genemuiden terechtkwam. Jabir ging naar een tijdelijke opvanglocatie in Nieuwleusen en moest vandaar naar Zwolle en vervolgens naar Genemuiden verkassen.

Eind september meerde het Thurgau Saxonia in de Industriehaven van de Overijsselse tapijtstad, onderdeel van de gemeente Zwartewaterland, aan. Behalve alleenstaande mannen bevinden zich echtparen en gezinnen aan boord, onder meer afkomstig uit Turkije, Afghanistan, Nigeria en Eritrea.

Hongerstaking

Hoe brengen de bewoners van het schip hun dagen door? Amjad en Jabir vertellen dat ze geregeld sporten. Twee keer per week kunnen de asielzoekers voetballen in een sportzaal. Daarnaast mogen ze gebruikmaken van een fitnessruimte. Ook is er wekelijks taalles, terwijl Amjad en Jabir via onder meer YouTube ook zelf druk bezig zijn Nederlands te leren.

Intussen wachten ze op het begin van hun asielprocedure. Dat valt hen zwaar. „Ik wil studeren, werken, integreren, iets betekenen voor de Nederlandse maatschappij”, zegt Amjad. „Maar ik moet wachten op een afspraak met de IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst, MB) en weet niet hoe lang dat nog gaat duren. Dat geeft veel stress.”

Eind januari ging een aantal bewoners van de crisisnoodopvang vier dagen in hongerstaking om aandacht te vragen voor hun situatie. „We wilden weten wanneer onze asielprocedure eindelijk begint”, zegt Amjad, een van de hongerstakers.

Als gevolg van deze actie kwam de IND aan boord uitleg geven over de gang van zaken. „De IND zei dat we nog acht maanden moeten wachten voordat we aan de beurt zijn”, zegt Jabir. Amjad: „Ik hoor van mensen die later dan ik in Nederland zijn gekomen en al wel in de procedure zitten. Dat is onrechtvaardig.”

Rondleiding

19091549.JPG
Jaap Visscher gaf asielzoekers in Genemuiden Nederlandse les. beeld Freddy Schinkel en RD

Jaap Visscher, lid van de hervormde gemeente in Genemuiden, heeft sinds de komst van het asielschip wekelijks contact met de bewoners. Met andere vrijwilligers verzorgde hij in het begin een rondleiding voor de asielzoekers. „We maakten hen wegwijs in de stad en bezochten het Tapijtmuseum.”

De gepensioneerde docent Engels geeft ook taalles. „In het begin deed ik dat in de lounge van het schip. Mensen liepen daar in en uit, dat was niet prettig. Daarom heb ik de lessen verplaatst naar een lokaal van de Maarten Lutherschool, waar ik allerlei digitale middelen ter beschikking heb. Dat werkt goed. Ik heb een gemotiveerde groep van zo’n vijftien personen.”

Visscher vertelt dat er de afgelopen maanden vanuit allerlei verenigingen en kerken vrijwilligers actief waren op en rond het schip. „De sjoelvereniging ging er bijvoorbeeld naartoe om te sjoelen. Ook werden de asielzoekers uitgenodigd voor bingo in een verzorgingshuis en een maaltijd in het Hervormd Centrum. En sommigen deden vrijwilligerswerk in de Dorcaswinkel waar tweedehandsspullen worden verkocht.”

Zelf kreeg Visscher „warme contacten” met de asielzoekers en leefde hij op allerlei momenten met hen mee. Zo merkte hij dat de recente aardbeving in Turkije en Syrië „veel impact” op de bewoners van het schip had, hoewel er geen familie van hen in de getroffen gebieden woont. Met een autowasactie zamelden de asielzoekers 500 euro in voor noodhulp.

Kerstdienst

Een deel van de ontheemden is moslim. Vanuit onder meer die groep kreeg Visscher eind december de vraag: Mogen wij met Kerst ook in de kerk komen? Voor de vrijwilliger was dat een bijzonder moment. „Tijdens de zangdienst op tweede kerstdag zat er een groep asielzoekers, onder wie vrouwen met hoofddoek, in de kerk. Vooraf had ik de liturgie voor hen in het Engels vertaald. Tijdens de dienst konden ze via microfoontjes meeluisteren naar de vertaling.”

De asielzoekers hadden presentjes, zoals chocola, meegenomen voor de kerkgangers, die ze uitdeelden. „Daaraan zat een kaartje waar ze in het Nederlands iets op hadden geschreven. Ze waren heel dankbaar dat ze de dienst mochten bijwonen om zo iets van onze cultuur te proeven. Je hoopt dan dat ze ook iets proeven van wat het christelijk geloof inhoudt. De mensen weten dat ik christen ben en voor hen bid.”

Recent bezocht Visscher met enkele bewoners van de crisisnoodopvang de twee hervormde basisscholen in Genemuiden. In groep acht vertelden asielzoekers iets over „hun land, wat ze daar gedaan hebben en –soms in bedekte termen– waarom ze hier zijn. Eén man vertelde dat hij vier jaar in de gevangenis heeft gezeten in Turkije omdat hij het niet eens was met president Erdogan. Het was muisstil in de klas.”

Tijdens de gastlessen bedankten de asielzoekers de Genemuidenaren voor de opvang die ze in de stad hebben gekregen. „Dat was waardevol”, zegt Visscher. „De hongerstaking in januari heeft wat negatieve reacties opgeroepen bij een deel van de bevolking. Mensen hadden het idee dat die actie tegen hen was gericht. De asielzoekers vertelden dat het niet om de inwoners van Genemuiden ging, maar om het lange wachten voordat hun procedure van start gaat.”

Inmiddels heeft Visscher de laatste les Nederlands gegeven. Hij vindt het jammer dat er rond de sluiting van de crisisnoodopvang „weinig of geen overdracht” is richting de volgende locatie waar de asielzoekers naartoe gaan. „In Zwolle, waar deze groep voorheen zat, waren vrijwilligers bezig met verschillende lesmethodes. Wij begonnen in Genemuiden vrolijk opnieuw en hoe wordt het straks in Zalkerbroek weer opgepakt? Het zou meer gestroomlijnd moeten worden.”

Het afscheid van de asielzoekers valt Visscher zwaar, zegt hij. „Dat had ik vooraf nooit gedacht. Eerst zouden ze tot eind vorig jaar blijven. Ik vind het hoffelijk dat de gemeente Zwartewaterland de opvang heeft verlengd tot maart, ook al deed dat een extra beroep op de gemeente en op de vrijwilligers. Nu de asielzoekers weggaan, voel ik de pijn van het afscheid. Hun dankbaarheid raakt me. Er is echt een band ontstaan. Bij de afscheidsmomenten vloeien tranen.”

Tandarts

Jabir en Amjad ondergaan het vertrek uit Genemuiden gelaten. „Voor mij verandert er niet veel”, zegt Jabir, die in Somalië softwareontwikkelaar was en in de toekomst leraar op het gebied van ict wil worden. „Ook op de volgende plek waar we naartoe gaan, moeten we afwachten hoe het verder zal gaan.”

Amjad ziet één lichtpuntje. „In het hotel mogen we zelf koken, dat kon op de boot niet. We krijgen straks 60 euro per week om boodschappen te doen.” Geregeld heeft hij contact met zijn familie in Syrië. „Mijn vader is helaas al overleden. Ik hoop dat mijn moeder, zusjes en broer ook naar Nederland kunnen komen.”

De Syriër hoopt in de toekomst tandarts te worden. Zo lang hij nog geen opleiding kan volgen, wil hij zich nuttig maken met vrijwilligerswerk, bijvoorbeeld als tolk of door te helpen bij ouderen. „Het is belangrijk om contact met Nederlanders te hebben. Dan leer je de taal beter.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer