De onverwachte groei van doopsgezind Ouddorp
Onlangs vierde doopsgezind Ouddorp het 400-jarig bestaan. Na eeuwen in de marge is de gemeente een begrip onder doopsgezinden.
Groot was de doopsgezinde gemeente van Ouddorp nooit. De leden kwamen samen in een schuilkerk, tegenover de stoere kerk van de hervormden.
Amateurhistoricus Elma Posthuma-Grinwis (51) weet zich met al haar vezels aan de gemeente verbonden. Voorvader Paulus Willemsz Bosland werd in 1686 de eerste eigen oudste en mocht vanaf toen ook de sacramenten bedienen, leert een bewaard gebleven kerkboek uit 1645.
Vanaf 1946 was de gemeente veertig jaar vacant en stond het voortbestaan geregeld onder druk. Een klein groepje, waaronder de kerkenraadsleden Piet Bosland en Wijnand Tanis, kwam jarenlang wekelijks bijeen voor gebed om een reveil. Aan het begin van de jaren 80 begon het kerkbezoek weer iets aan te trekken.
Navolging
In 1986 besloot de gemeente, die geen twintig leden meer telde, ds. Johannes Smink jr. te beroepen. Er was geld om hem voor één jaar te betalen. Smink, destijds voorganger in de Kerk van de Nazarener, nam het beroep aan. De gebedsgroep zag het als verhoring van alle gebeden, zeker toen de gemeente begon te groeien. Tussen 1991 en 1992 werd een nieuwe kerk gebouwd, die twaalf jaar later alweer moest worden uitgebreid.
Het aantal leden groeide tot 230, vooral door aanwas vanuit kerken in de omgeving. „De meesten waren al jaren niet meer praktiserend”, nuanceert Posthuma. „We verplichten niet tot herdoop. Ook op belijdenis of door overdracht van een attestatie kunnen mensen lid worden. Toch kiezen velen ervoor om de gelovigendoop te ondergaan.”
Onder ds. Smink kwam er meer aandacht voor de doperse identiteit. „De navolging van Jezus Christus staat centraal in de doperse theologie. Dat sluit aan bij de nadruk op levensheiliging in de latere heiligingsbeweging.”
Samendienst
De doopsgezinde gemeente van Ouddorp ontplooit een veelheid aan activiteiten, van Duitstalige diensten in de zomermaanden tot „geloofsopbouwende” programma’s voor jong en oud. „Eens per maand hebben we op zondagmorgen een Samendienst, die later begint en waarin leden van de gemeente participeren. Tweemaandelijks is er een dienst met een band en een voor jongeren aantrekkelijke spreker.”
Sinds 2022 is de gemeente weer vacant. De advertentie voor een nieuwe voorganger laat weten dat wordt gezocht naar „een predikant die preekt op enthousiaste en inspirerende wijze over Gods Woord (…) en tevens open staat voor vernieuwende vormen.”
De huidige voorgangers variëren van predikanten uit protestantse kerken en andere gastsprekers tot lekenpredikers uit de eigen gemeente. Zo nu en dan gaat een doopsgezinde predikant voor. „Dat is nooit erg frequent geweest”, zegt Posthuma. „Ouddorp behoort vanouds tot de meer behoudende gemeenten onder de Nederlandse doopsgezinden.”
Toch participeert de gemeente voluit in de Algemene Doopsgezinde Sociëteit. Dat wordt volgens Posthuma vergemakkelijkt door het congregationalistische kerkmodel, waardoor de aangesloten gemeenten hun zelfstandigheid behouden. „Omdat onze gemeente een voltijdsaanstelling kan bieden, is er ook bij het aantrekken van een nieuwe predikant geen beleidsmatige afstemming nodig.”
Persoonlijk ervoer ze soms wel spanning bij bovengemeentelijke taken. Tot begin 2023 zat ze in het college van curatoren van het Doopsgezind Seminarium. In vroeger jaren was ze regionaal jeugdwerkadviseur. „Toen werd ik meer dan eens op mijn opvattingen beproefd. Ik zag het als mijn taak om duidelijk te maken dat de vrijheid van de oude dopers iets anders is dan vrijzinnigheid. Binnen het college van curatoren waren de contacten heel goed. Ondanks de verschillen weet je je zusters en broeders van elkaar.”
Ook met kerken in de omgeving, van rooms-katholiek tot gereformeerd, ontstonden in de loop der jaren goede contacten. „Regelmatig worden gezamenlijke activiteiten georganiseerd. We zijn uitgegroeid tot een gerespecteerde geloofsgemeenschap.” Buiten de landsgrenzen zijn er onder meer banden met de doopsgezinde gemeenschap in Indonesië en contacten met doopsgezinde studentenkoren in Amerika en Canada.
Jubileum
Op 30 december vierde doopsgezind Ouddorp het 400-jarig bestaan, met een jubileumbijeenkomst en een kleinschalige expositie. Oude stukken tonen aan dat de gemeente in ieder geval sinds 1622 samenkwam op de zolder van een huis in het centrum, de latere schuilkerk. Een jubileumactiviteit van langere duur is de teelt van doopsgezind graan, een bijzondere tarwesoort, verbonden met de mennonieten.
Over de toekomst van de Nederlandse doopsgezinden is Posthuma hoopvol. „Er komt weer meer aandacht voor het geestelijk leven en gebed. Met doorgeslagen vrijzinnigheid sla je alles plat en gaan mensen hun heil elders zoeken. Ik hoop dat wat we hier in Ouddorp ontvingen, ook in andere gemeenten ruimte krijgt. Om te mogen leven als verloste mensen, in de dagelijkse praktijk Gods bedoeling zoekend en nastrevend, ingefluisterd door de Heilige Geest. Daarin kunnen wij omgekeerd het nodige leren van andere gemeenten. Hoe maken we het waar om Jezus na te volgen? Wat doen wij voor vluchtelingen en mensen in armoede?”
Dit is het slot van een tweeluik over doopsgezinden in Nederland. Deel 1 verscheen zaterdag.