Kurum heeft het over bijna 85.000 panden die zijn geïnspecteerd en als verloren worden beschouwd en die snel gesloopt moeten worden. In het rampgebied in elf getroffen provincies zijn nog 600.000 panden geïnspecteerd die niet als volkomen verloren worden beschouwd.

Kurum mengde zich ook even in de verhitte discussies over beschuldigingen dat twintig jaar regering van premier en president Erdogan hebben geleid tot grove nalatigheid en vriendjespolitiek bij de bouw, beveiliging of inspectie van bouwwerken. De minister zei dat de Turkse Huisvestings- en Ontwikkelingsorganisatie TOKI de afgelopen twintig jaar 1,18 miljoen huizen heeft laten bouwen en 3,3 miljoen huizen met aanpassingen beter heeft beschermd tegen aardbevingen. Daarmee zijn wel 24 miljoen inwoners gemoeid, aldus Kurum. Volgens de TOKI hebben de meer dan 133.750 panden die onder leiding van deze instelling in het aardbevingsgebied zijn gebouwd, geen structurele schade opgelopen.

De bewindsman sprak in Adana, een stad waar 150 panden onmiddellijk tegen de grond moeten. Adana ligt circa 150 kilometer ten westen van het epicentrum van de eerste aardbeving op 6 februari die verantwoordelijk is voor verreweg de meeste schade en slachtoffers. Adana ligt echter niet in het zwaarst getroffen gebied, dat zich van noord naar zuid uitstrekt in een ‘sliert’ van verwoestingen van Malatya tot Antakya in de zuidelijke provincie Hatay.