Tussenjaarbeurs: even niet studeren, om te leren
Vrijwilligerswerk, Bijbelschool, persoonlijke ontwikkeling of loopbaanoriëntatie? Voor jongeren die in een tussenjaar geloof en persoonlijke vorming een plek willen geven, valt er wat te kiezen.
„Nooit geweten dat er zoveel Bijbelscholen waren”, klinkt het door de gangen van Hogeschool Viaa in Zwolle. Woensdagavond presenteerden 19 verschillende organisaties zich op de eerste christelijke tussenjaarbeurs, die naar schatting zo’n 150 bezoekers trok.
Els van Dijk, oud-directeur van de Evangelische Hogeschool, veegt in haar seminar ”De winst van een tussenjaar” meteen wat vooroordelen van tafel. „Je gooit een jaar van je leven weg, hoor ik mensen weleens zeggen. Een tussenjaar scheelt een jaarsalaris.” Ze kijkt de collegezaal rond. „Inmiddels weten we toch wel dat geluk niet zit in het bedrag op je bankrekening?”
Bovendien, zegt ze, is het „goud waard” dat je in zo’n jaar leert goede keuzes te maken. „Keuzes op grond van argumenten, niet op basis van je gevoel. In een tussenjaar leer je jezelf stukken beter kennen. Je leert omgaan met de druk in de maatschappij, waar het iedereen-doet-het-syndroom heerst.” Het is een jaar om na te denken, stelt ze, „waar anders geen tijd meer voor is in de ratrace van het leven”.
Bij de statafels in de hal is het ondertussen dringen geblazen. „Kijk, bij ons ga je wonen in dit mooie monumentale pand”, zo prijst standhouder Erik Wijnne Bijbelschool De Wittenberg in Zeist aan. Hij wijst twee meiden voor hem op een foto in een folder. „Mag je in het weekend ook naar huis?” wil het duo gelijk weten. „En met hoeveel mensen zit je daar?”
Bijbelscholen zijn er in alle soorten en maten. In het buitenland, in Nederland. Voor een aantal maanden, voor een heel jaar. Scholen waar je in een leefgemeenschap woont of juist niet. Zo heeft elke Bijbelschool wel iets onderscheidends, vertelt Wijnne. „Bij ons is dat rust en regelmaat. We hebben bijvoorbeeld dagelijks getijdengebeden – kleine kerkdienstjes.”
Naast hem staat de Evangelische Theologische Faculteit uit het Belgische Leuven, die vooral wetenschappelijke verdieping biedt. „In plaats van een volledige theologiestudie kun je bij ons ook een paar vakken kiezen die je een jaar lang volgt”, legt Kristine Bioch uit. Bij een volgende stand probeert de internationale organisatie Torch- bearers jongeren te trekken naar een van haar Bijbelscholen in twintig landen op vier continenten.
Werkt dat wel, te midden van zo veel concurrentie? Jazeker, zegt organisator Judith Mulder. „Studenten zijn vaak op zoek naar een passende plek voor hun tussenjaar. Dat is ingewikkeld, omdat organisaties door het hele land zitten. Door ze bij elkaar te brengen, zie je dat elke organisatie wel iets unieks heeft.”
Keuzestress
Zelf volgde Mulder het UIT-jaar van Youth for Christ (YfC). „Ik heb superveel geleerd over wie ik ben, welke talenten God mij gegeven heeft en hoe ik die wil inzetten voor Zijn koninkrijk.” De lessen van het jaar-zonder-studie geven nog steeds richting aan wat ze doet. „Organiseren en coördineren horen bij mijn persoonlijke missie. Daarom ben ik bij YfC gaan werken als coördinator van het tussenjaar.”
Aan het eind van de avond keert Derk Roelfsema met een hoofd vol informatie en stapel flyers weer naar Nieuwe Pekela terug. Dat hij een tussenjaar wilde, stond al vast. „Ik heb pittige jaren achter de rug. Na het vwo direct gaan studeren lijkt mij te zwaar”, vertelt hij. Toen hij samen met zijn moeder de hogeschool binnenstapte, had hij nog „geen flauw idee” hoe hij het tussenjaar zou invullen. „Nu heb ik wel zo’n vier of vijf opties om uit te kiezen”, zegt hij enthousiast.
Vooral van een jaar vrijwilligerswerk bij pastoraal-diaconaal centrum De Herberg wordt hij warm. „Je kunt daar echt mensen helpen. Al is het met simpele schoonmaakklusjes.” Ook Mercy Ships of kinder- en jongerenwerk in Zuid-Afrika lijken hem wel wat.
Zo’n beurs verhoogt de keuze-
stress wel, lacht Rhodé Geertsma uit Kampen. De vwo-scholiere van de Pieter Zandt scholengemeenschap wil „sowieso een tussenjaar”, maar kende aanvankelijk alleen de Evangelische Hogeschool. „Nu alle opties letterlijk naast elkaar staan, kun je goed vergelijken”, vindt ze. „Vaak heb je al snel het gevoel of iets bij je past. Sommige standhouders adviseerden bijvoorbeeld niet vaak naar huis te gaan in het weekend. Terwijl ik dat juist graag wil.”