Tijd is kostbaar. Waar zetten we ons vrijwillig voor in en waarom? Alex de Bruijn is vrijwilliger bij de aangepaste catechisatie in Groot-Ammers.
„In het winterseizoen geef ik elke donderdagavond catechisatie aan mensen met een beperking in het Hervormd Centrum in Groot-Ammers.
Dit is voor mij begonnen in 2010. Ik had toen ongeveer tien jaar in de kerkenraad van onze gemeente, de christelijke gereformeerde kerk van Noordeloos, gezeten. Daar was ik net uit. Toen ik hoorde dat er een catechiseermeester werd gezocht, heb ik me gemeld. Na die twee jaar kwam ik weer in de kerkenraad, maar met de aangepaste catechisatie wilde ik niet stoppen. Ik vind het fijn om te doen.
Deze interkerkelijke catechisatie is in 1987 opgezet door de hervormde gemeente van Groot-Ammers en de christelijke gereformeerde kerk van Noordeloos. Enkele kerkenraadsleden van deze gemeenten vormen het bestuur. Catechisanten vanuit andere kerkelijke gemeenten zijn ook welkom.
De avond begint om zeven uur met een opening. We zingen een psalm en bidden samen. Twee vrijwilligers –die door de catechisanten jufs worden genoemd– overhoren een op een enkele eenvoudige vragen, een deel van een psalmvers en de vertelling van de week ervoor. Daarna vertel ik een Bijbelverhaal en zingen we nog een psalm. Na drie kwartier sluit een van de jufs af , zodat we nog een kwartiertje tijd hebben om koffie te drinken en na te praten.
Samen met compagnon Dick Both ben ik leiderschaps- en organisatieadviseur in met name de onderwijs- en zorgsector. We doen dat vanuit ons adviesbureau Both & De Bruijn. Het is mooi, maar behoorlijk intensief werk. Dan is het prachtig om op donderdagavond aan verstandelijk beperkte mensen les te geven. Ze zijn open, eerlijk en kennen totaal geen schroom. Ik vertelde eens dat de Heere Jezus regeert in de hemel. Een van de catechisanten zei toen dat ze er zo naar kan verlangen om bij de Heere Jezus in de hemel te zijn. Dat was gewoon jaloersmakend.
De betrokkenheid van catechisanten in Groot-Ammers is altijd onverminderd hoog. Ik geniet van de spontane reacties. Ouders zijn de jufs en mij dankbaar, maar ik voel het juist andersom. Ik ben dankbaar dat ik dit vrijwilligerswerk mag doen. Het is voor mij meer ontspanning dan inspanning.”
Methode of vrije les?
„De kern van de les is een eenvoudige Bijbelvertelling. Die sluit aan bij het thema uit een methode. Die is ooit in de begintijd door een van de predikanten gemaakt. Het zijn vijftien gekopieerde boekjes op A4-formaat.
In ieder deeltje behandelen we zo’n acht à negen vragen en antwoorden van de Heidelbergse Catechismus. Pas ging het bijvoorbeeld over vraag en antwoord 46: „Wat verstaat gij daarmede: Opgevaren ten hemel?” Dan is het logisch dat ik een Bijbelverhaal vertel over de hemelvaart.
Er staan bij elk lesje meestal vijf eenvoudige vragen waarvan de catechisanten de antwoorden dan voor de volgende les proberen te leren. Aan het begin van de les stellen twee jufs de vragen een op een aan de catechisanten, die dan zo goed mogelijk antwoord proberen te geven.”
Luisteren of reageren?
„Alleen luisteren werkt niet bij verstandelijk beperkten. Wie dit werk doet, moet flexibel zijn en accepteren dat een les compleet anders kan gaan dan je voorbereid hebt. Als ik uit de Bijbel vertel, word ik vaak onderbroken door een catechisant die met een aanvulling komt. Dat kan ook een heel verhaal zijn. Prima wat mij betreft. Het laat zien dat ze voor honderd procent meedoen.
Ook stel ik zelf tussendoor vragen. Daarbij kijk ik wel een beetje naar het niveau. De ene catechisant heeft heel veel Bijbelkennis, de andere niet. Ze maken daar onderling geen enkel punt van. Op mijn vragen komen soms verrassende reacties. Het ging eens over de zonden. Van onszelf maar ook over die in Nederland. Een catechisant vroeg aan de groep: „Wie gaat er zaterdag mee evangeliseren bij de Gay Pride in Amsterdam?””
Gewoon of bijzonder?
„Toen ik nog in de kerkenraad zat, gaf ik ook ‘gewone’ catechisatie aan jongeren van de gemeente. Ik werkte met een powerpointpresentatie en liet daarbij ook wel video’s zien, bijvoorbeeld om een onderwerp in te leiden. Toch was het wel eens lastig om de aandacht vast te houden. Bij de aangepaste catechisatie is dat totaal anders. Daar hoef je geen orde te houden. Mensen zonder verstandelijke beperking verschuilen zich nogal eens achter een masker. Het kan zijn dat ze het moeilijk hebben, maar je ziet of hoort het niet. Mensen met een verstandelijke beperking hebben daar geen last van. Als ze blij zijn, zie je en hoor je het. Als ze verdrietig zijn ook. Gaat het om het tonen van onze gevoelens, dan denk ik wel eens: wie heeft er nu een handicap? Een mens achter een masker of een mens met beperkingen die als een open boek is?”