Ds. Hoogerland: Na 1953 en na corona kwam volk niet tot inkeer
Als baby werd hij in 1953 gered uit een overstroomd boerderijtje in het Zeeuwse Wolphaartsdijk. Die gebeurtenis kreeg in 1998 „betekenis” bij zijn toelating tot de predikantsopleiding van de Gereformeerde Gemeenten, zegt ds. G. Hoogerland uit Kruiningen.
„Angstig en donker” was de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953, zo hoorde ds. Hoogerland later van familieleden. Zelf was hij toen een baby van een halfjaar.
Het bulderende water drong het boerderijtje aan de Veerweg in Wolphaartsdijk binnen, tot een hoogte van zo’n 1,5 meter. „Iedereen was wakker. Allerlei spullen waren naar boven gesleept. Mijn opa sliep in de bedstee beneden. Op zijn verzoek ging mijn vader met zijn gezin in gebed”, blikt ds. Hoogerland terug in zijn pastorie in het Zeeuwse Kruiningen. Hij is daar sinds januari 2022 predikant en stond er in de periode 2007 tot 2012 ook.
Nadat een oom op zondagmorgen tevergeefs probeerde het benarde gezin te bevrijden, boden boeren in een boot de maandag erna de reddende hand. Zij wisten de familie –vader, moeder, vijf kinderen en opa– via een ladder te bereiken.
Deken
Zijn eigen redding zorgde voor „angstige momenten”, weet ds. Hoogerland. „Ik was als baby in een deken gewikkeld. Vanuit een bovenraam in ons huis probeerde iemand mij aan te reiken aan een boer beneden in de boot. Daar zat mijn moeder al in. Maar de ladder in de boot kantelde. „Iedereen gilde. Je vloog door de lucht”, vertelde mijn moeder later. „Gelukkig niet in het water, maar precies in mijn armen.” De ladder kwam gelukkig weer op zijn plek terecht”, vertelt ds. Hoogerland.
In Wolphaartsdijk kwamen twaalf mensen om in de golven. „Zo was een huisje verderop ingestort. De bewoners waren ternauwernood gered. Daar vlakbij zijn een echtpaar en hun dochter verdronken.”
Binnen zijn familie komt de watersnood nog regelmatig ter sprake, vertelt ds. Hoogerland. „Pasgeleden deden drie broers en ik een historisch rondritje over Zuid-Beveland. Toen zijn we ook binnen geweest in ons vroegere boerderijtje in Wolphaartsdijk. De buitenkant van dat huis is nog origineel. Er kwamen een hoop herinneringen aan 1953 terug.”
In Kruiningen verdronken tijdens de watersnood 62 dorpelingen. Voor menigeen is de ramp nog altijd een „markeringspunt” in hun leven, weet ds. Hoogerland. Hij refereert aan het gezin van wijlen ouderling L. Sinke van de gereformeerde gemeente. Die vluchtte met zijn gezin, badend door het kolkende water, naar een steviger huis elders in Kruiningen. In de buurt stortten huisjes in. Onder meer een jong stel en hun baby van enkele weken verdronken. „De watersnood heeft het leven van diverse mensen uit het gezin van Sinke gestempeld.”
Nog tientallen jaren na de ramp konden de verschrikkingen van 1953 betrokkenen aanvliegen, merkte ds. Hoogerland. „In Krabbendijke, waar ik in het verleden ouderling was binnen de gereformeerde gemeente, voelde ik dat ik op een stormachtige avond naar een weduwe moest. De vrouw had in 1953 op Schouwen-Duiveland familieleden voor haar ogen zien verdrinken en beleefde de ramp opnieuw. Ze was erg blij dat ik op bezoek kwam en dat ze over haar verdriet kon praten.”
Zijn redding als baby kreeg tientallen jaren later „betekenis” bij zijn gang naar het predikantschap, vertelt ds. Hoogerland, die op 50-jarige leeftijd aan zijn eerste gemeente Drachten werd verbonden. „Vlak voordat ik in 1998 werd aangenomen op de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten hield ds. C.J. Meeuse in Nunspeet een Bijbellezing over Mozes. Hoe hij uit het water werd getogen, dus uit de Nijl werd gehaald. Ik zag parallellen met mijn eigen leven, al ben ik natuurlijk geen Mozes.”
Afgeweken
Nederland kreeg pakweg driekwart eeuw geleden te maken met crises, zoals de Tweede Wereldoorlog, de strijd in Nederlands-Indië en de watersnood. In deze jaren kampt Nederland met crises als de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne. Ziet de predikant overeenkomsten? „Ik denk dat de watersnood voor Nederlanders dichterbij kwam dan bijvoorbeeld de oorlog in Oekraïne nu. Oekraïne blijft voor velen een land ver bij ons vandaan. Het besef dat God spreekt, leefde in 1953 in de breedte van de samenleving sterker dan nu, is mijn indruk.”
Zondagochtend stond ds. Hoogerland stil bij de herdenking van de watersnood. Vanuit Genesis 9 preekte hij over het thema ”Gods boog in de wolken”. „De regenboog herinnert ons aan de watervloed, bepaalt ons bij de zondenvloed en predikt ons de genadevloed. Tijdens de oorlog en de watersnood ging Gods slaande hand over Nederland. Het volk was immers afgeweken van Zijn Woord. Ik zie Gods slaande hand ook in bijvoorbeeld de coronacrisis. Toch zie je opnieuw dat Nederland niet tot inkeer komt.”
In de preek lag een „waarschuwend element”, zegt hij. „Als de Heere nog met slagen komt, mogen we daar Zijn bemoeienis in opmerken. Denk aan een vader die zijn kind waarschuwend vastgrijpt. Het zou veel erger zijn als die vader zijn kind aan zijn lot overlaat.”