Hoofdeconoom Sandra Phlippen had tranen in haar ogen toen ze het laatste klimaatrapport las, maar houdt toch hoop. „We weten dat het bij complexe veranderingen eerst heel lang lijkt te duren voordat er iets gebeurt. En dan opeens gebeurt in korte tijd meer dan je voor mogelijk houdt.”
Het jaar 2022 verliep voor Sandra Phlippen net iets anders dan gedacht. Nadat Phlippen afgelopen zomer te gast was bij het tv-programma Zomergasten, kreeg ze veel aandacht. „Jongens, nu moet het op een lager pitje”, had ze gezegd. „Ik kom niet meer aan mijn eigen team toe.”
Ze kreeg 10.000 LinkedIn-verzoeken, die ze „niet allemaal met m’n vingers geaccepteerd kreeg”. Daarnaast hield ze vanaf de zomer drie of vier lezingen per week en deed ze veel mediaoptredens.
Het is niet gek dat de hoofdeconoom bij ABN AMRO veelvuldig aandacht kreeg. Er is ook alle reden om Phlippen aan tafel te hebben. Over de stijgende boodschappenprijzen en dure energierekening kan ze als econoom en socioloog aanschuiven. En ook over de compensaties vanuit de overheid en de arbeidsmarkt verschafte Phlippen in de afgelopen maanden uitleg in verschillende media.
Wat merkt u eigenlijk zelf van de inflatie?
„Onze energierekening is gigantisch gestegen, wij betalen het driedubbele van wat het was. Wij hebben nu, net als veel Nederlanders, de thermostaat op 18,5 graden. Dat was voorheen 20 graden.”
Is die gedragsverandering van de thermostaat een paar graden lager zetten een blijvertje in 2023, denkt u?
„In 2022 zagen we dat Nederlandse huishoudens massaal gas bespaarden. Voor 2000 hadden we allemaal onze thermostaat op 19 graden staan, maar de laatste jaren was de norm 21 graden. Uit gemak kroop de temperatuur in huiskamers omhoog, terwijl onze huizen steeds beter geïsoleerd zijn. We zijn ontzettende luxepaarden geworden. Er waren het afgelopen jaar ook mensen die hun avondeten niet konden opwarmen, omdat dat gas kost. Dat is natuurlijk ontzettend verdrietig.”
Phlippen gebruikt weinig moeilijke woorden. Om het economisch jargon af te leren en begrijpelijk te zijn, maakte ze bewust de overstap van vakblad ESB naar het Algemeen Dagblad, als columnist en chef economie. „Ik maak het graag simpel voor mezelf, ik geloof dat mensen die het ingewikkeld maken, dat vooral doen om slim over te komen.” Overigens was het niet de enige overstap die Phlippen maakte, ze streeft ernaar om de vijf jaar te wisselen van baan.
Soms verrast Phlippen met haar boodschap. Bijvoorbeeld over haar blik op de schaduwzijden van het kapitalisme. Phlippen noemde het kapitalisme een „verwoestend beest dat moet worden getemd”.
En ook haar visie op klimaatverandering verrast. Binnen de bank doet zij onderzoek naar het klimaat en de gevolgen. Ze spreekt zich ook regelmatig uit over de urgentie van de klimaattransitie.
U bent veel bezig met het klimaat. Tot wat voor keuzes leidt dat in uw dagelijks leven?
„Ik douche koud af, omdat het gezond is. Ik let erop dat de spullen die we kopen, gerecycled zijn. En ik probeer alleen nog maar tweedehandskleding te kopen. We hebben een goed geïsoleerd huis gekocht op een ecologische plek, waar is nagedacht over de fysieke gevolgen van klimaatverandering.”
U heeft ongetwijfeld een bovengemiddeld hoog salaris. Voelt u zich bevoorrecht dat u duurzame keuzes kunt maken, of moet iedereen dat kunnen?
„Ik ben bevoorrecht en zie mijzelf niet als de maat der dingen. Juist mensen met een hoog inkomen en veel spaargeld, zoals ik, hebben een grote verantwoordelijkheid.”
Wat is uw hoofdboodschap als het gaat om het klimaat?
„We zijn erg gefocust op de kosten en belangen: wie gaat de prijs betalen van een dure klimaattransitie? Mijn boodschap is: de transitie níét maken, dat is pas duur. Het prijskaartje daarvan? Meer klimaatverandering is desastreus voor de economie én voor basale menselijke leefcondities.”
Bij het lezen van het laatste IPCC-rapport (VN-klimaatpanel, red.) over klimaatverandering, liet Phlippen zelfs een traan. „Ik denk dat iedereen dat zou doen, maar de meesten lezen die rapporten niet, omdat ze hun kop in het zand willen steken.”
Waarom die tranen? Phlippen voelt weltschmerz (wereldpijn, red.) omdat het leven op aarde drastisch gaat veranderen door klimaatverandering. „Als de aarde 3 graden opwarmt, heeft twee derde van de Zuid-Europese bevolking geen toegang meer tot drinkwater. Die boodschap komt toch binnen?” En persoonlijk raakt het haar ook. „Mijn zus heeft vlak bij Valencia een olijven- en druivenplantage. Als ik die rapporten lees, denk ik: hoe moet het straks verder met haar?”
Tegelijkertijd wil Phlippen waken voor het schetsen van angstbeelden. „Ik ben positiever dan de meeste andere mensen, wij gaan die klimaattransitie redden. Ik begrijp dat wetenschappers die deze scenario’s al dertig jaar zien aankomen en weinig verandering zien, denken: dit gaat nooit goed komen.”
Maar, zegt Phlippen, de geschiedenis schetst een hoopvol beeld. „We weten dat het bij complexe veranderingen eerst heel lang lijkt te duren voordat er iets gebeurt. En dan opeens gebeurt in korte tijd meer dan je voor mogelijk houdt.”
Wie zijn de aanjagers van die grote verandering?
„Om te beginnen de technologie. Als het nu niet waait of de zon schijnt niet, is er geen opslag waar we voorraad uit kunnen halen. De batterijtechnologie gaat dat probleem oplossen. Deze energiecrisis is een voorbeeld van hoe snel verandering kan gaan. Er zijn nu al mensen die over zijn gegaan op dynamische energiecontracten. Dan kun je slimme apparatuur laten werken op een tijd dat de energie het goedkoopst is. Als consument stel je dan in op je telefoon: als de prijs van energie zo laag is, wil ik dat mijn wasmachine aangaat, of mijn elektrische auto wordt opgeladen.”
Dat is nu nog prijzig, wanneer is dat ook voor Jan Modaal betaalbaar?
„De mensen die nu een dynamisch energiecontract hebben, zijn goedkoper uit, hoewel zo’n contract ook risico’s kent. Hoe meer mensen overstappen, hoe meer apparatuur er op de markt komt en hoe goedkoper slimme apparatuur wordt. Ik denk dat het snel gaat.”
Als de transitie mede mogelijk gemaakt wordt door technologie, moeten we dus vooral verwachting hebben van bedrijven?
„Ondernemers hebben veel ideeën. Met de juiste prikkels komt dat wel goed.”
En de overheid moet voor die ”prikkels” zorgen?
„Ja, zeker.”
Waarom lacht u?
„Ik word soms moe van mezelf en van andere economen, als we wéér zeggen dat de overheid iets moet regelen. En daarna: Waarom doet zij dit nu niet? Maar de overheid moet er in dit geval écht voor zorgen dat CO2-uitstoot een prijskaartje krijgt.”
Wat bedoelt u daarmee?
„De uitstoot van CO2 binnen een productieproces van een bedrijf moet een prijskaartje krijgen. Die prijs moet gelijk zijn aan de maatschappelijke schade van de uitstoot. Grote vervuilers doen dat al, zij moeten voor elke ton die zij uitstoten rechten kopen. Die rechten kosten zo’n 85 euro per ton. Dat bedrag wordt steeds hoger, zodat de ondernemer geprikkeld wordt tonnen minder uit te stoten en op netto nul uit te komen.”
De overheid moet inzetten op grootverbruikers, niet op het gedrag van burgers in Nederland?
„Dat gaat als het goed is vanzelf. Als een bakker een elektrische oven op groene stroom koopt, hoeft hij geen CO2-prijs te betalen, omdat hij niet vervuilt. Dan kan zijn brood goedkoop blijven voor de klant. Als hij fossiele brandstof blijft gebruiken en daarover een prijs betaalt, wordt het brood ook duurder. Die rekening komt bij zijn klanten. De overheid, die CO2-belasting int, kan consumenten een CO2-bonus uitkeren op het loonstrookje van Nederlanders.”
Wat is de rol van ABN AMRO in de klimaattransitie?
„Banken moeten bijdragen aan een duurzame toekomst. Als je een hypotheek neemt bij ABN AMRO, is de CO2 die voortkomt uit jouw stookkosten uiteindelijk de verantwoordelijkheid van de bank. De bank moet dus de portefeuille vergroenen. De regelgever, de Europese Centrale Bank, dwingt dat ook af bij banken. Zij zeggen namelijk dat hoe meer klanten CO2 uitstoten, hoe groter de kans is dat klanten uiteindelijk failliet gaan. Voor dat risico moet de bank extra kapitaal aanhouden en dat is duur. Dus voor banken is het in zekere zin ook lucratief om te zorgen dat klanten minder CO2 uitstoten.”
Er is een grote groep die door de stijgende prijzen niet rondkomt. Wordt dat een groter probleem in Nederland, in 2023?
„Ik verwacht voor 2023 dat bedrijven hun extra kosten voor energie gaan doorberekenen. Ook bij de alledaagse winkels als de HEMA zul je uiteindelijk meer gaan betalen. Het goede nieuws is dat er een prijsplafond is. De vraag is wel of we dat plafond gaan raken komend jaar, want de energieprijzen dalen weer. Maar er is een addertje onder het gras: de energiebedrijven hebben onderhandeld dat bij een prijsdaling van de energie, consumenten niet zomaar naar een goedkoper contract kunnen overstappen. Overstappen kostte vroeger 100 euro, maar dat wordt verdriedubbeld naar 300 euro. De prijsstijging was voor energiebedrijven een minder groot probleem dan de daling. Dat komt doordat energiebedrijven ruim inkopen, dus toen de prijzen gingen stijgen, hadden die bedrijven nog heel wat goedkoop ingekochte voorraad. Langzaam zijn de prijzen van energie gestegen, maar als de prijzen nu weer dalen, zitten energiebedrijven met een dure inkoop en moeten ze goedkoop verkopen. Dat kan ervoor zorgen dat energiebedrijven omvallen. Vandaar de afspraak dat contractbreuk duurder wordt.”
Omvallen? Hebben zij niet genoeg winst gemaakt?
„Dat ligt eraan hoe zij hebben ingekocht.”
Maar u bent voor het systeem waarbij bedrijven beginnen en omvallen. Toch?
„Binnen de grenzen, bij een gezonde economie horen starters en stoppers.”
Vindt u dan ook dat de overheid bedrijven niet moet compenseren voor hun hoge energiekosten?
„Ik zeg niet dat zij dat niet moeten doen. Maar je moet er wel over nadenken of je de gezonde dynamiek weer op slot wilt doen.”
Los van de hoge kosten voor bedrijven is er ook een ander probleem: een groot personeelstekort. Blijft dat de komende decennia, denkt u?
„Ja, er is een structurele component. Dat heeft met vergrijzing te maken, er gaat een grote generatie met pensioen. En het heeft ook met de voorkeuren van mensen te maken: wij willen minder werken en méér vrije tijd. Ik vind dat positief! Ik hoop dat de tekorten ondernemers zullen aanzetten om te gaan innoveren en automatiseren.”
Is arbeidsmigratie ook een oplossing voor het personeelstekort?
„Op papier wel, in de praktijk is het lastig. Er is geen woonruimte voor hen, dus migranten willen hier ook niet werken. En sommige Nederlanders willen nu eenmaal geen migranten.”
Wat is wel nodig, wat hoopt u voor 2023?
„Ik hoop op een geordende afkoeling. Als er ondernemers zijn die moeten stoppen, komen er werknemers vrij die elders kunnen werken. Dat kan als mensen in de energie-intensieve sectoren willen stoppen, omdat zij zich realiseren dat hun CO2-uitstoot lastig omlaag te brengen is. Vaak zijn de mensen in die sectoren technisch aangelegd, zij kunnen met hun vaardigheden helpen in de energietransitie.”