De VVD bestaat dinsdag 75 jaar. Volgens de conservatieve hoogleraar prof. Andreas Kinneging kunnen de liberalen anno 2023 niet in de schaduw staan van hun voorgangers uit 1948.
Kinneging weet waarover hij praat. Hij kent de VVD van binnenuit. Van 1984 tot 1986 werkte hij als wetenschappelijk medewerker van de Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD, en publiceerde hij liberale geschriften, waaronder het boek ”Liberalisme: een speurtocht naar de filosofische grondslagen”. Kinneging werd door velen beschouwd als de huisideoloog van de VVD.
In de jaren negentig raakte hij teleurgesteld in de partij die na het vertrek van Frits Bolkestein meer en meer koos voor het sociaalliberalisme. Eind 1999 zegde Kinneging zijn partijlidmaatschap op. Hij richtte zich op een wetenschappelijke carrière en is nu onder meer hoogleraar rechtsfilosofie in Leiden. In zijn laatste boek, ”De onzichtbare maat”, zet hij het belang uiteen van de Europese traditie, die gebaseerd is op het Griekse denken en het christendom.
Volgens Kinneging heeft het liberalisme een hele ontwikkeling doorgemaakt. Aanvankelijk zaten de liberalen in het politieke midden, toen schoven ze op naar rechts. En de laatste decennia weer naar links.
Om zijn stelling te onderbouwen, gaat de hoogleraar terug naar het eind van de achttiende eeuw: „De beginselen van de Franse Revolutie zijn in feite liberale beginselen. Die beginselen zijn vrijheid, gelijkheid en broederschap. Vrijheid staat voorop en dat is niet voor niets. Er is sprake van een innerlijke hiërarchie. Vrijheid om te doen wat je wilt, te zeggen wat je denkt, binnen de gelijkheid die de wet voorschrijft. Broederschap staat in het liberalisme altijd op de derde plaats.
Dat liberale denken ontstaat in de zeventiende en achttiende eeuw en wordt in de negentiende eeuw dominant. Rond 1850 komt er een radicale stroming op die de hiërarchie omdraait en in de eerste plaats de nadruk legt op broederschap en gelijkheid. Zo ontstaat het socialisme.
De christelijke traditie keert zich aanvankelijk tegen de beginselen van de Franse Revolutie. Het christendom legt immers de nadruk op het eren van God en het navolgen van Zijn geboden. Het christendom was tegen de beginselen van de revolutie. Het liberalisme zit in de negentiende eeuw tussen het socialisme en het christendom in.”
De christelijke partijen waren dus vanouds de rechtse, behoudende partijen en de VVD de middenpartij en de socialistische partijen zaten aan de linkerkant van het politieke spectrum. In de jaren zestig van de vorige eeuw verschoof dat. Kinneging: „De christelijke partijen, KVP, ARP en CHU, zijn naar het midden geschoven en toen werd de VVD de rechtse partij. Het christendom verloor het zondebesef en werd christelijk-sociaal, maatschappijhervormend.
Hoe verhoudt het liberalisme zich tot het christendom?
„De liberaal Thorbecke was niet tegen het christendom. Hij wilde in de christelijke traditie staan, maar wel in de traditie van een algemeen christendom. Hij was tegen een staatskerk. De antirevolutionaire denker Groen van Prinsterer was daar nog wel voor, maar zijn opvolger, Abraham Kuyper, niet.
De VVD stond bij de oprichting in 1948 nog voluit achter dat algemene christendom. Dat blijkt ook nog uit het beginselprogramma van de VVD uit 1948 (zie ”Beginselprogramma 1948”). VVD-voorman Pieter Oud heeft daar de hand in gehad.
De omslag kwam in de jaren tachtig. Harm van Riel en Hans Wiegel stonden achter dat algemene christendom, maar onder Ed Nijpels groeide de VVD daarvan weg. Surfplankliberalisme werd dat genoemd; oftewel vrijheid zonder verantwoordelijkheid. In het huidige beginselprogramma staat slechts een summiere verwijzing naar het joods-christelijke gedachtegoed.
Wat je dan ook ziet, is dat de VVD opschuift naar links, richting het socialisme. De paarse kabinetten (1994-2002) waarin VVD samenwerkte met PvdA en D66 waren een teken aan de wand. Voor die tijd was het onbestaanbaar dat de rechtse VVD zou regeren met de linkse PvdA. Onder de opvolger van Bolkestein, Hans Dijkstal, was het hek van de dam. Het gat dat de VVD op rechts liet ontstaan, wordt nu opgevuld door de populistische partijen.”
Zal de VVD die linksige koers weer loslaten?
„Ik ben bang van niet. De huidige politieke voorman, premier Mark Rutte, kan die trend ook niet keren. Als hij dat al zou willen. Daarvoor heb je echt mensen van kaliber als Bolkestein nodig. De huidige VVD-voorman heeft ooit nog wel een keer geprobeerd om de linksige antidiscriminatiebepalingen uit het Wetboek van strafrecht te krijgen. Daar kwam toen zoveel commentaar op dat hij inbond. Sindsdien probeert hij niet meer de VVD van het linkse pad af te krijgen.”
Middenveld
Niet alleen de rol en betekenis van het christendom zijn binnen de VVD aan slijtage onderhevig. De partij kijkt anno 2023 ook heel anders aan tegen de instituties in het maatschappelijk middenveld dan bij de oprichting in 1948. Kinneging: „In het VVD-beginselprogramma van 1948 worden warme woorden aan het maatschappelijk middenveld gewijd; nu is het vooral individualisme dat de klok slaat. Het woord gezin komt in het beginselprogramma van 2008 niet eens meer voor! Hoe dat kan? Onder meer door een gebrek aan niveau en historisch bewustzijn. Het is hoogmoed, gekoppeld aan onwetendheid. Dat is een dodelijke combinatie.
En dan volgen al snel de simplificaties: Vrijheid is toch vrijheid? En instituties, zoals kerken, belemmeren mijn vrijheid; dus weg ermee. Maar als je echt nadenkt, dan weet je dat de vrijheid alleen kan functioneren binnen instituties. De liberalen van het oude stempel wisten dat.”
Volgens Kinneging gaat het thema gelijkheid de toekomst bepalen. „Die radicale gelijkheid gaat onze vrijheid uithollen. Uiteindelijk komen we bij een vorm van communisme uit. Het liberalisme van Rutte biedt daar geen weerstand tegen.”
Kinneging ziet deze processen met lede ogen aan: „Ik was ooit lid van de VVD. Zelf schoof ik richting het conservatisme en de VVD verlinkste. Dat past nu niet meer bij elkaar. Ik heb in mijn VVD-tijd sterk de betekenis van het middenveld benadrukt, maar dat was aan dovemansoren gericht. Het individualisme bepaalt nu de norm.”
De overheid maakt volgens de hoogleraar het middenveld kapot door de gelijkheidsideologie: „Vrijheid van religie? Ja, maar je mag niet discrimineren. Vrijheid van associatie (vereniging)? Ja, maar je mag niet discrimineren. Vrijheid van meningsuiting? Ja, maar je mag niet discrimineren.
Wat blijft er dan over van de kerk? En van de Bijbel? Het zit in de logica van dit denken dat op enig moment de Bijbel ook onder kritiek komt. Dat gaat gewoon gebeuren. Nu al komt af en toe de vraag aan de orde: Hoe voedt u uw kinderen op? Linkse partijen zeggen soms al hardop dat het zielig is voor kinderen als ze opgroeien in gezinnen waar homoseksualiteit wordt afgekeurd.”
Tekenend in dit verband vindt Kinneging het verminderd belang dat de VVD toekent aan de vrijheid van onderwijs: „In het beginselprogramma van 1948 wordt het wel genoemd; in dat van 2008 niet meer.”
Zal de VVD dat gelijkheidsdenken ooit weer gaan bekritiseren?
„Ik hoop het. We moeten anders naar dat gelijkheidsdenken leren kijken. Het gelijkheidsgebod moet voor staat richting de onderdanen gelden en niet voor onderdanen onderling. De samenleving is pluralistisch. En dat moet zo blijven. Groepen en gemeenschappen moet je met rust laten. Dat is de basis. Behalve als ze geweld gaan gebruiken of de bestaande orde omver willen werpen.
Het radicale individualisme dat tegen de gemeenschappen is, won na de eeuwwisseling rap terrein, ook binnen de VVD. Men heeft daar geen intellectueel weerwoord tegen. Dat heeft te maken met een gebrek aan historische en filosofische kennis. Ik durf de stelling aan dat op universiteiten complete generaties gehersenspoeld worden. Daar moet meer over geschreven worden en deskundigen moeten tegengas bieden. We moeten weer gaan lezen uit werken van grote denkers als Plato, Augustinus, Van Aquino en Luther.
Het hangt binnen de VVD ook sterk af van de leider die ze hebben. Bolkestein wist waar de fronten lagen. Hij was een aristocraat en intellectueel in de politiek. Zijn opvolger, Dijkstal, stond voor ideologische leegte.
Ik weet niet of ik een kentering bij de VVD ga meemaken. Moeten we door een crisis heen? Wellicht. Veel beschavingen zijn in de achterliggende eeuwen ten onder gegaan. De westerse wereld is een avondland. Niets in deze wereld is voor eeuwig. In onze samenleving is het christendom passé. Hier en daar zullen er nog kleine groepen blijven, misschien wel vervolgd.”
Voelt u zich een roepende in de woestijn?
„Bij de VVD destijds wel. Ik heb er toen voor gekozen om me te richten op de universiteit. Ik probeer zo –ook met mijn boeken– de jonge generatie weer aan het lezen krijgen en aan het denken te zetten. Als ik hoor dat zij de grote lijnen in de cultuurhistorie gaan zien en de traditie op hun weer op waarde weten te schatten, dan word ik blij. Tot op de dag van vandaag ben ik dankbaar dat ik de beslissing heb genomen om over te stappen van de politiek naar de wetenschap. Terugkijkend zeg ik: „Dat was leiding. De toekomst ligt in de hand van God. We zijn afhankelijk. Dat geeft mij kracht om te praten en te werken. En om aan negatieve ontwikkelingen geen doorslaggevende betekenis toe te kennen.”