Wageningse onderzoeker: Maak voedselproductie tot speerpunt van beleid
De strategie van de Europese Commissie om de landbouw te verduurzamen kan negatief uitpakken voor de voedselzekerheid in de wereld. Dat geldt vooral als die elders navolging krijgt, waarschuwt de Wageningse onderzoeker en universitair docent Roel Jongeneel.
Jongeneel pleit daarom voor een „aparte status” voor voedselproductie in het beleid, vergelijkbaar met de aandacht die de klimaatproblematiek krijgt. Hij zei dat vrijdag in Putten op een conferentie over de toekomst van de landbouw, georganiseerd door de SGP en het samenwerkingsverband van Europese christelijke partijen ECPM.
De Europese Commissie streeft, met de Nederlander Frans Timmermans als kartrekker, in de Green Deal en de Van boer naar bord-strategie naar een „eerlijk, gezond en milieuvriendelijk voedselsysteem”, zei Jongeneel. Doelen voor 2030 zijn halvering van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, halvering van het verlies aan nutriënten, halvering van het gebruik van antibiotica en uitbreiding van de biologische landbouw naar 25 procent van het areaal.
Zulke ingrepen gaan onherroepelijk leiden tot een verlaging van de voedselproductie. Jongeneel verwees naar berekeningen van het Amerikaanse landbouwministerie USDA waaruit blijkt dat de productie in Europa met 12 procent omlaag zal gaan. Wereldwijd betekent dat een vermindering van 1 procent. Tegelijk stijgen de voedselprijzen respectievelijk met 17 en 9 procent.
Als het Brusselse beleid ook buiten de Europese Unie navolging krijgt, zijn de gevolgen groter. In het meest extreme scenario –waarbij de Europese koers overal zou worden gevolgd– wordt voedsel wereldwijd bijna twee keer zo duur als nu. Het aantal mensen dat aan ernstige ondervoeding lijdt, zal met tientallen miljoenen toenemen.
Nu is 9 procent van de wereldbevolking ondervoed. Dat zijn 660 miljoen mensen. Enkele decennia geleden was dat cijfer aanmerkelijk hoger. „Er is veel verbeterd, mede door de technologische ontwikkeling van de landbouw”, aldus Jongeneel. Maar bij doorzetten van de verduurzamingsplannen kan het weer de andere kant op gaan.
In 2050 leven er naar verwachting 10 miljard mensen op aarde. Om die te kunnen voeden moet de wereldwijde voedselproductie, omgerekend naar zogeheten graanequivalenten, omhoog van 7 gigaton in 2020 naar 12 gigaton. Jongeneel: „Landbouwtechnisch is dat mogelijk, maar het gaat niet vanzelf.”
De productiviteit van de landbouw gaat de laatste tien jaar echter minder hard omhoog dan eerder. Volgens de wereldvoedselorganisatie FAO gaat het niet lukken om een wereld zonder honger te bereiken in combinatie met vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Daarom pleit Jongeneel voor de „aparte status” voor voedselproductie in het overheidsbeleid.
Egoïstisch
SGP-Europarlementariër Bert-Jan Ruissen heeft de cijfers die Jongeneel noemde aan Eurocommissaris Sinkevicius (Milieu) voorgehouden. „We moesten ons geen zorgen maken, zei hij, want we blijven echt wel genoeg produceren voor onze eigen bevolking. Ik vind dat een schokkend antwoord, op het egoïstische af.”
Volgens Ruissen leert de oorlog in Oekraïne wat de gevolgen kunnen zijn als de export van een belangrijk voedselproducerend land ineens wegvalt. „Het is onverantwoord om een beleid in gang te zetten dat de productie verregaand vermindert. Onverantwoord gelet op de toenemende mondiale vraag naar voedsel, maar ook omdat we onszelf sterk afhankelijk zouden maken van invoer.”