Netanyahu: Israël niet gebonden aan „verachtelijke” VN-stemming
De Israëlische premier Benjamin Netanyahu noemt het besluit van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties om het Internationale Gerechtshof (IGH) advies te vragen over de juridische gevolgen van de Israëlische „bezetting” van Palestijnse gebieden „verachtelijk”.
„Het Joodse volk is geen bezetter van zijn eigen land, noch bezetter van onze eeuwige hoofdstad Jeruzalem en geen enkele VN-resolutie kan die historische waarheid verdraaien”, zei Netanyahu in een videoboodschap.
Israël veroverde de Westelijke Jordaanoever, Gaza en Oost-Jeruzalem - gebieden die de Palestijnen willen voor de stichting van een eigen staat - in een oorlog in 1967. Het trok zich in 2005 terug uit Gaza, maar controleert samen met buurland Egypte de grenzen van die enclave.
De Palestijnen zijn daarentegen zeer te spreken over de aanname van de resolutie om het IGH advies te vragen over de Israëlische „bezetting”. „De tijd is gekomen dat Israël een rechtsstaat wordt en ter verantwoording wordt geroepen voor zijn voortdurende misdaden tegen ons volk”, zei woordvoerder Nabil Abu Rudeineh van de Palestijnse president Mahmoud Abbas.
De Algemene Vergadering nam de resolutie aan met 87 stemmen voor. Israël, de Verenigde Staten en 24 andere leden stemden tegen, terwijl 53, waaronder Nederland, zich onthielden. De resolutie vraagt het IGH om advies uit te brengen over de juridische gevolgen van Israëls „bezetting, vestiging en annexatie” van Palestijnse gebieden, evenals over „maatregelen gericht op het veranderen van de demografische samenstelling, het karakter en de status van de heilige stad Jeruzalem en van gerelateerde discriminerende wetgeving en maatregelen”.
Het in Den Haag gevestigde IGH is het hoogste VN-gerechtshof dat zich uitspreekt over geschillen tussen staten. De uitspraken zijn bindend, hoewel het hof niet de middelen heeft ze af te dwingen. Het IGH boog zich voor het laatst over het conflict tussen Israël en de Palestijnen in 2004, toen het oordeelde dat een Israëlische scheidingsmuur onwettig was. Israël verwierp die uitspraak en beschuldigde de rechtbank ervan politiek gemotiveerd te zijn.