EconomieVijf vragen aan

Onderzoeker Marloes Kraan: Sociale impact visserijbeleid bleef lange tijd onderbelicht

Welke impact hebben veranderingen in het visserijbeleid op vissers, hun vrouwen en hun gemeenschappen? De Wageningse onderzoeker Marloes Kraan hoopt dat via een vorige week open gezette brede enquête boven water te halen.

28 December 2022 13:50Gewijzigd op 28 December 2022 22:07
Kotters in de haven van Harlingen. beeld RD, Henk Visscher
Kotters in de haven van Harlingen. beeld RD, Henk Visscher

Waarom dit onderzoek?

„Aanleiding zijn twee moties die de Tweede Kamer vorig jaar heeft aangenomen. Opdrachtgever is het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. We willen in kaart brengen wat het sociaal-culturele belang van de visserij is. We willen van schippers-eigenaren, bemanningsleden en vissersvrouwen van de Wadden- en de Noordzeevloot horen wat de gevolgen zijn van alle veranderingen en bedreigingen die op hun levenswijze en op hun broodwinning afkomen en hoe zij denken over de toekomst.”

Wat doet de onzekerheid over de toekomst met vissersgezinnen?

18918691.JPG
Marloes Kraan. beeld Esther Goedhart

„Ik denk dat het een ontzettend moeilijk proces is wat zij doormaken. Vaak is het niet één ondernemer die bijvoorbeeld nadenkt over sanering maar zijn ook zijn broers en verdere familie erbij betrokken. Mensen staan voor de beslissing om te saneren of misschien toch te innoveren of om te schakelen op een andere visserij. Het is moeilijk om erover te praten. Zolang het niet zeker is dat je stopt, wil je niet het risico lopen dat je je bemanning kwijtraakt.

Als ik hoor hoeveel vissers zich ingeschreven hebben voor de dit najaar opengestelde saneringsregeling (een kleine 80 kotters, TR), dan zal de impact enorm zijn. Iedereen is ervan onder de indruk. Het raakt hele gemeenschappen. Bijvoorbeeld in Noord-Holland, waar veel kotters uit Den Helder en van Texel stoppen. Dat raakt allerlei bedrijven en de hele economie in die regio. Tekenend is dat de visafslag in Den Helder dichtgaat.”

Waarom is de impact van het veranderend visserijbeleid op vissersgemeenschappen nooit goed onderzocht?

„Internationaal gezien, bijvoorbeeld in de derde wereld, is er altijd veel meer aandacht geweest voor de sociale kant van de visserij dan in de westerse wereld. Ik vind dat een opvallend verschil. Pas sinds kort verandert dat, ook bij de Europese Unie. Vissen is niet zomaar een baan, het is een manier van bestaan. De verbondenheid met de zee raakt mensen heel erg en heeft grote impact op gemeenschappen.

Wat dit betreft lijken vissers op boeren. Die zijn verbonden met hun grond en kijken bijvoorbeeld heel anders tegen het landschap aan dan een buitenstaander. Vissers hebben op dezelfde manier een heel eigen kaart van de Noordzee in hun hoofd. Zij weten precies de plekken waar je welke soort vis vindt. Maar nu wordt er over die Noordzee een heel andere kaart uitgerold. Ik denk dat we ons onvoldoende realiseren welke enorme consequenties dat heeft.

Mensen op het ministerie zijn heel lang vooral bezig geweest met het maken van regels om de ecologische impact te beheren. Voor de invloed op gemeenschappen als Urk, Zoutkamp, Wieringen en Stellendam was weinig oog. Misschien was de huidige crisis, met de zeer hoge olieprijs en de onzekerheid over toekomst, nodig om dit te laten kantelen.”

Welk alternatief hebben vissers?

„Dat is afhankelijk van hun interesses en vaardigheden. Het dubbele van wat ik hoor is dat veel bemanningsleden vrij snel ander werk vinden. Vaak iets met water. Er is volop werk in technische beroepen. Mensen die de handen uit de mouwen willen steken en niet bang zijn om vies te worden hebben veel mogelijkheden. Voor ouderen en schippers-eigenaren is het misschien moeilijker. Het is voor hen natuurlijk ook een overgang van eigen baas zijn naar werken voor een ander.”

Blijft er toekomst voor de visserij in Nederland?

„Ja, dat denk ik wel. Ik zou het in ieder geval heel vreemd vinden als die toekomst er niet zou zijn. Maar die kan er alleen zijn als er op tijd een visie wordt ontwikkeld, waarin we het erover eens zijn dat „dit is wat we willen.” Daarbij moet ook duidelijk zijn welke minimale omvang de visserij moet behouden om de infrastructuur in de benen te houden.

Als zo’n gemeenschappelijke visie er niet komt, zou er zomaar een moment kunnen komen waarop we als Nederland ontdekken dat we iets kwijt zijn geraakt, dat deze sector ons uit de handen is geglipt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer