Contant geld blijft voor zes op de tien personen in het eurogebied het meest gebruikte betaalmiddel. Dat staat in een onderzoek naar het betaalgedrag in het eurogebied dit jaar dat is uitgevoerd door de Europese Centrale Bank, waaraan ook De Nederlandsche Bank heeft bijgedragen.
Hoewel consumenten in de meeste eurolanden steeds vaker de pinpas of creditcard gebruiken voor betalingen, werd dit jaar bijna 60 procent van de transacties contant afgerekend aan de kassa. Voor 34 procent van de aankopen werd een pas gebruikt.
Het gebruik van contant geld is de afgelopen jaren wel fors afgenomen. In 2016 werd gemiddeld nog bijna 80 procent van de kassabetalingen afgerekend met contant geld. Ook de totale waarde van de kassabetalingen in cash is gedaald van 54 procent in 2016 naar 41 procent in 2022. Het pasgebruik is daarentegen gemiddeld over alle eurolanden sinds 2016 bijna verdubbeld.
In Nederland wordt met 21 procent, na Finland (19 procent), het minst met contant geld betaald. Het gebruik van contant geld in Nederland is ook lager dan in 2019 (34 procent) en fors lager dan het gemiddelde van alle eurolanden. In Malta wordt met 77 procent het vaakst met contant geld betaald.
Daarnaast is in Nederland de mobiele telefoon populair in vergelijking met andere landen. Zo wordt 10 procent van alle aankopen aan de kassa met de mobiele telefoon afgerekend. Dat is het hoogste aandeel van alle eurolanden.
Hoewel het gebruik van contant geld afneemt, lijkt het belang voor consumenten om met contant geld te kunnen blijven betalen juist toe te nemen. In 2019 gaf 55 procent van de consumenten in het eurogebied aan dat zij het belangrijk vonden om met contant geld te kunnen betalen. In 2022 steeg dat aandeel naar 60 procent. In Nederland vindt bijna de helft van de consumenten dat belangrijk.