Haar huis bevindt zich vlakbij een militaire basis in Oekraïne. Kort na het uitbreken van de oorlog vlucht Liudmyla (61) naar Nederland. In haar tijdelijke onderkomen in Ridderkerk maakt ze zich dagelijks zorgen om haar zoon die als militair in het Oekraïense leger vecht.
Haar werkdag bij een „broodfabriek”, zoals zij het noemt, zit erop. Halverwege de middag loopt Liudmyla een voormalig winkelpand in het centrum van Ridderkerk binnen, waar ze tot voor kort in de noodopvang voor Oekraïense vluchtelingen verbleef. Met hulp van tolk Olena, een Oekraïense vrouw die twintig jaar in Nederland woont, vertelt ze haar verhaal. ”Pray for Ukraine” (Bid voor Oekraïne) staat er met grote letters op de muur die blauw en geel –de kleuren van de Oekraïense vlag– is geverfd.
Op het moment van de Russische invasie woont de gescheiden Liudmyla in Tsjernihiv, een stad in het noorden van Oekraïne. Ze werkt er in de kinderopvang. Haar zoon Evgenii woont met zijn vrouw Anna en hun zoon David in dezelfde straat. Liudmyla pakt haar telefoon erbij en toont een foto van Evgenii in militair tenue.
Dat er in de buurt harde schoten klinken, is Liudmyla gewend. Op de militaire basis in haar stad hebben geregeld oefeningen plaats. In de vroege ochtend van 24 februari beseft ze echter meteen dat er meer aan de hand is, mede door het ongebruikelijke tijdstip waarop de schoten klinken. „Ik werd er wakker van.”
Liudmyla belt meteen haar zoon, maar die neemt niet op. Haar schoondochter die ze even later aan de lijn krijgt, is in paniek. Van een nicht in Kiev, die telefonisch contact met haar zoekt, hoort ze dat de hoofdstad wordt gebombardeerd. „Mijn eigen stad bleek vanaf de eerste minuut van de oorlog te worden beschoten door Russische raketten.”
Bidden
Liudmyla besluit naar de kerk te gaan, waar ze gemeenteleden ontmoet. Ze is aangesloten bij een kleine baptistengemeente, die vier jaar geleden in haar woonplaats is gesticht. „Ik wil Jezus volgen. Dat kan ik in deze gemeente beter dan in de Orthodoxe Kerk waarin ik ben opgegroeid.”
De gemeente telt ongeveer twintig leden. „Ons gebouw is nieuw, de tweede verdieping is nog niet eens helemaal klaar. Direct nadat de oorlog begon, zochten we in de kerk steun bij elkaar. Iedereen kende wel iemand die in het leger zit. Samen hebben we gebeden.”
Na vier dagen van beschietingen en bombardementen besluit Liudmyla haar land te verlaten. Via het westen van Oekraïne vlucht ze naar Polen. Daarvandaan gaat een bus met vluchtelingen naar Nederland. Zo komt ze in maart in Ridderkerk terecht. Inmiddels is de helft van de leden van haar gemeente gevlucht. Sommigen zijn eveneens in Nederland, anderen in België of de VS.
In Ridderkerk krijgt Liudmyla een plek in noodopvanglocatie De Haven, een particulier initiatief met vrijwilligers uit verschillende plaatselijke kerken. Deze tijdelijke opvang biedt plaats aan ruim zestig Oekraïners. Liudmyla heeft er een eigen slaapkamer. De maaltijden gebruikt ze samen met de andere ontheemden. Vijf dagen nadat ze is aangekomen, arriveert ook haar nicht met een dochter in de noodopvang.
Veel stress
Vooral de eerste periode is erg zwaar. „Mijn zoon vocht in de oorlog en mijn schoondochter en kleinzoon hielden zich schuil in een door de Russen bezet gebied. Mijn schoondochter wilde haar man niet alleen achterlaten. Ik had heel veel stress. Iedereen in de opvang had het moeilijk.”
Tegelijk is de vluchteling „dankbaar dat we hier zo warm zijn ontvangen door alle vrijwilligers. Dat heeft mijn pijn verzacht.” In november arriveren haar schoondochter en zevenjarige kleinzoon alsnog in Ridderkerk. „Toen de beschietingen door bleven gaan, zijn ze uiteindelijk toch vertrokken. Mijn schoondochter is zelf naar Polen gereisd. Een Nederlandse vrijwilliger heeft haar daar opgehaald. Ik was heel gelukkig toen ik Anna en David weer zag.”
Met haar zoon heeft ze onregelmatig contact. „Soms om de dag, soms een hele week niet. Dan is hij op een plek waar geen internetverbinding is.” In de loop van de tijd nemen de zorgen toe. „Er is momenteel een grote dreiging van de kant van Wit-Rusland, waar hij dicht in de buurt zit.”
Vrijwilligers bieden de vluchtelingen in De Haven de nodige afleiding. „Ze gingen met ons wandelen en we hebben een dierentuin en een molen bezocht. Dat was leuk, maar er waren ook momenten dat we met z’n allen zaten te huilen vanwege de situatie in ons land.”
Oproepkracht
Vanaf 12 mei werkt Liudmyla samen met enkele landgenoten, Polen en Bulgaren veertig uur per week in de kassen in de omgeving van Ridderkerk. Begin augustus kom er een eind aan dat werk. Nu is ze oproepkracht bij een bakker, waar ze allerhande werkzaamheden verricht. „Inpakken, lopendebandwerk, schoonmaken.”
Na ruim acht maanden wordt de noodopvang van De Haven in Ridderkerk beëindigd. De bewoners stromen door naar woningen die op de nominatie staan voor sloop. Liudmyla woont tijdelijk in een portiekwoning, samen met een zus, een nicht en haar dochter, en haar schoondochter en kleinzoon. De laatste gaat met andere Oekraïense kinderen dagelijks naar school.
Op zondag bezoekt Liudmyla Oekraïense diensten in een kerkgebouw in de Ridderkerkse wijk Oostendam, waar een gevluchte predikant een van de voorgangers is. De diensten trekken vijftig tot zeventig bezoekers, vertelt ze.
Inmiddels is ze ruim negen maanden in Nederland. Het einde van de oorlog in haar land is nog niet in zicht. Enkele vluchtelingen uit Ridderkerk zijn intussen teruggekeerd naar Oekraïne. Voor Liudmyla is dat vooralsnog geen optie. „In mijn stad is een voortdurende dreiging van aanvallen uit Wit-Rusland. Ook is er geen elektriciteit, verwarming en water.”
Kerst
Deze periode van het jaar roept herinneringen op aan haar laatste kerstfeest in Oekraïne. Liudmyla vierde twee keer Kerst, op 25 december en 7 januari, de datum van het orthodoxe kerstfeest. „Op 25 december kwam de hele gemeente bij elkaar. We aten samen en er was een programma voor de kinderen. Ook zamelden we geld in om cadeautjes te kopen voor gezinnen die het niet breed hadden. Die deelden we uit in de stad, samen met boekjes over de Bijbel en Nieuwe Testamenten. Op 7 januari gingen we de huizen langs en zongen we kerstliederen.”
Dit jaar viert de vluchtelinge Kerst in Nederland. Dinsdagavond is er in de Singelkerk in Ridderkerk een speciale kerstviering voor Oekraïense vluchtelingen uit de hele regio. Ook op 25 december hoopt Liudmyla met landgenoten Kerst te vieren. „Het doet natuurlijk pijn dat we niet thuis zijn, maar we zijn dankbaar voor alle hulp die we in Nederland krijgen. Ook hier willen we de geboorte van Jezus Christus vieren.”
De aanhoudende onzekerheid over de toekomst valt haar zwaar. „Ik leef tussen twee werelden.” Op de vraag hoe ze staande blijft, antwoordt ze geëmotioneerd: „Alleen dankzij de Heere. Hij is mijn hulp en mijn bescherming. Hoe lang de oorlog nog zal duren, weet ik niet. Ik hoop dat er snel vrede komt. Dat is waar veel mensen om bidden.”