Wat jarenlang weinig gebeurde, kwam woensdag op de voortgezette vergadering van de classis Zwolle van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) wel op gang: een open, inhoudelijk gesprek mét de cgk Zwolle over hoe zij omgaat met homoseksualiteit.
„Dit vervult mij met grote blijdschap”, zegt ds. S.P. Roosendaal halverwege de avond opgelucht. De predikant van Lelystad reageert op een betoog van ds. L.J. van Dalen (Zwolle), die onderstreepte dat de cgk van Zwolle „voluit” artikel 70 van de kerkorde steunt. Dat artikel spreekt over het huwelijk tussen één man en één vrouw als „heilige instelling”.
Juist dit was voor ds. Roosendaal een punt van zorg. Dat de cgk Zwolle al bijna twee decennia, in afwijking van duidelijke synode-uitspraken van de CGK, samenlevende homo’s toelaat aan het avondmaal, zorgt binnen het kerkverband al jaren voor onrust.
Ds. Roosendaal gaat het woensdagavond, op de voortgezette najaarsvergadering van de classis Zwolle, echter vooral om dit: hadden vertegenwoordigers van de cgk Zwolle in een visitatiegesprek in 2019 niet gezegd dat ook een homoseksuele relatie een afspiegeling kan zijn van de relatie tussen Christus en Zijn gemeente, zoals door Paulus genoemd in Efeze 5? Dát gaat hem te ver. „Zo laat je de hoge norm van het huwelijk van man en vrouw los. Dat mag niet.”
Eigen leven
De Zwollenaren weten hem gerust te stellen. Ds. W. Plantinga: „Ik kan me niet herinneren dat we daar destijds lang over gesproken hebben.” Ds. Van Dalen: „Dat zinnetje over Efeze 5, dat is een beetje een eigen leven gaan leiden.” Ouderling F. Greven: „Wij hebben nooit homoseksuele relaties in de kerk ingezegend. Dat zegt ook wel iets.”
Het beleid van de cgk Zwolle inzake homoseksualiteit roept op de classisvergadering echter meer vragen op. „Zien jullie de homoseksuele praxis nu als zonde of niet?”, vraagt ds. H.K. Sok (Urk, Ichthus).
‘Zwolle’ is er duidelijk over. Ds. Plantinga: „Nee, wij willen als twee mannen of twee vrouwen in liefde en trouw samenleven, daar niet het etiket ”zonde” op plakken. Wij zien het wel als gebrokenheid.” Ds. Van Dalen: „Zonde is in de Bijbel een gelaagd begrip.” Ds. H. Mijnders: „In het Oude Testament heet de polygamie van de aartsvaders, hoewel niet volgens de hoge norm, geen zonde.” Ds. Van Dalen: „In de Bijbel vinden we veel vormen van gebrokenheid, waar dan toch iets van het licht van Gods genade doorheen schijnt. De spraakverwarring bij de toren van Babel was Gods straf. Toch lezen we later dat Gods lof bezongen wordt in alle talen.”
Die uitleg bevredigt beslist niet alle afgevaardigden. Ouderling L. Metz (Urk, Eben-Haëzer): „Ik vind dat niet vergelijkbaar. De verschillende talen worden later in de Bijbel nergens zonde genoemd. Over de homoseksuele praxis daarentegen is Paulus duidelijk.” Ds. R. de Jong (Urk, Ichthus): „Ik schrik van de sterke relativering van de zonde, die ik hier hoor. Het uitleven van homoseksualiteit heet in de Bijbel „een gruwel”. Dat kan en mag je toch niet wegrelativeren?”
Ouderling C.J. Hooglander (Heerde) wil weten wat voor de cgk Zwolle „het doel is van de pastorale bearbeiding. Is dit dat het samenleven van twee mannen of twee vrouwen niet mag en niet kan?”
Donderpreken
De Zwollenaren bevestigen die suggestie niet. Ds. Mijnders: „Jezus at met tollenaren en zondaren en stak daarbij geen donderpreken af. Gebrokenheid kán ook rijkdom worden. In onze gemeente zien wij homoseksuelen tot rust en tot bloei komen, hetzij dat ze kiezen voor het celibaat, hetzij dat ze toch met een vrouw trouwen, hetzij in een relatie met iemand van hetzelfde geslacht. Iemand zei tegen mij: „Dominee, voor ik deze plek in onze gemeente had, dacht ik maar aan één ding: seks.” Nu hij een relatie heeft met iemand van hetzelfde geslacht, is hij die onrust kwijt.”
Tot besluitvorming kwam de classis woensdagavond niet. Besproken werden alleen een besluitvoorstel van de cgk Emmeloord (kern: het gesprek met ‘Zwolle’ over homoseksualiteit blijven voortzetten) en van de cgk Lelystad, Kampen en Genemuiden (kern: „tegemoetkomendheid betrachten” ten aanzien van de in ‘Zwolle’ ontstane situatie en praxis).
Op 11 januari vergadert de classis verder. Dan spreekt zij onder meer over een voorstel van cgk Urk-Maranatha (kern: de kerkenraad van Zwolle „vermanen over haar kerkelijke ongehoorzaamheid en oproepen tot bekering”) en over een voorstel van cgk Urk-Eben-Haëzer (kern: „de correspondentie met de kerk van Zwolle opzeggen, waardoor zij de facto geen plaats meer heeft in de CGK”).
Aan het gesprek van woensdagavond ging ‘s middags een „uur van verootmoediging” vooraf, waarin diverse afgevaardigden erkenden waarin zij de achterliggende jaren in hun opstelling binnen de classis tekort waren geschoten.