Christelijke jas zit Vrije Universiteit te krap
Op het besluit dat het citeren van Bijbelwoorden bij promoties en oraties op de Vrije Universiteit (VU) verdwijnt, klinkt kritiek en begrip. „De expliciet christelijke jas is te krap voor wie wij zijn als universiteit.”
„Jammer dat een beroep op Gods Naam niet meer mogelijk is. Ik had dat graag als optie gezien”, zegt prof. dr. H. van den Belt. De hoogleraar systematische theologie aan de VU had bij een verandering eerder een keuzemodel verwacht. „Net zoals je als politicus kunt kiezen voor de eed of belofte.” Hij noemt de aangepaste tekst „mager” en „vaag”. „Het is ook gewoon een lelijke formulering: meer een juridische tekst dan woorden waar je warm van wordt.”
Al 142 jaar klinkt aan het begin van academische plechtigheden op de VU het „Onze hulp” uit Psalm 124, en aan het einde de lofprijzing uit Psalm 113. Vanaf volgend jaar opent de voorzitter die bijeenkomsten „met een verwijzing naar de van oorsprong christelijke traditie van de Vrije Universiteit, waarin wetenschapsbeoefening verbonden wordt met verwondering en levensbeschouwelijke waarden.”
„Traditie is altijd oorsprong”, zegt Van den Belt. „Kennelijk moest dat „van oorsprong” er toch bij om zelfs de christelijke traditie te relativeren. En de formule eindigt met de missie, dus met jezelf. Dat is wat je overhoudt als je niet meer naar God verwijst.” Liever had hij helemaal géén vervanging gezien voor het votum. „Alsof dit inclusief is; ik voel me in ieder geval niet ingesloten in deze woorden.”
Van den Belt heeft wel begrip voor atheïsten die de Bijbelwoorden niet op de lippen willen nemen. „Het votum moet geen inhoudsloze vorm worden. Ik vind Gods Naam te belangrijk om iemand te dwingen de gebedsformule uit te spreken.” Volgens de hoogleraar kunnen atheïsten de woorden ook gebruiken vanuit respect voor de traditie. „Als dat met eerbied wordt gedaan, is dat niet per definitie Gods Naam misbruiken.”
Keuzemodel
Wat universiteitshistoricus Ab Flipse betreft had de formulering niet per se aangepast hoeven worden. „Ik denk dat je het votum ook inclusief kan interpreteren. Zolang je het tenminste niet ziet als een persoonlijke geloofsbelijdenis. De oude tekst kun je ook verbinden met de manier waarop we aan de VU omgaan met diversiteit en ons laten inspireren vanuit de traditie. Dat je niet neutraal met elkaar omgaat en je geloof of overtuiging niet thuis hoeft te laten, maar mag meenemen de universiteit in.” Tegelijk is hij realistisch. „Ik kan het wel zo uitleggen, maar niet iedereen ervaart het zo. Daar moest de universiteit wat mee.”
Volgens de universiteitshistoricus was het mogelijk geweest om het votum te behouden op een manier die ook acceptabel is voor mensen die niets hebben met de christelijke oorsprong, maar wel met de huidige VU. „Als je de Bijbelwoorden plompverloren citeert, komt dat vervreemdend over voor wie niet aan dit soort teksten gewend is.”
Flipse dacht daarom aan een keuzemodel of een inkadering die het misverstand wegneemt dat mensen de Bijbeltekst persoonlijk onderschrijven. „Dat laatste gebeurde onlangs toen de rector iets zei als: Wat al 142 jaar in christelijke woorden wordt uitgedrukt en ons ook vandaag vanuit verschillende achtergronden verbindt, is dat onze kennis gericht is op een hoger doel. Maar of zo’n toevoeging genoeg was geweest, weet ik niet.”
Waardengedreven
De onvrede over het votum groeide de laatste jaren, zagen rector Jeroen Geurts en decaan Ruard Ganzevoort. „Terwijl de groep die zich met de christelijke teksten identificeert, steeds kleiner werd. De bedoeling is steeds geweest dat de woorden uitdrukken wie je samen bent. En we zijn niet meer unaniem een christelijke universiteit”, stelt Ganzevoort. „We merkten ook steeds vaker dat mensen de woorden snel, snel mompelden. Dat is niet het cachet wat we zoeken”, vult Geurts aan.
Dit voorjaar werd een petitie die opriep tot onderzoek naar het ritueel bijna 350 keer ondertekend. Dat zette het bestuur serieus aan het denken. In eerste instantie werd een plan voorbereid waarbij het votum niet langer verplicht zou zijn, vertelt Geurts. „Maar aan wie geef je dan de keuze: de promovendus, de promotor of de voorzitter van de vergadering? Dat werd procedureel te rommelig. Daarom kiezen we voor een formulering die uitdrukt waar we met z’n allen voor staan.” Ook een toevoeging die uitlegt wat het votum betekent, zou de onvrede volgens de bestuurders niet wegnemen.
In de nieuwe formulering wilden de bestuurders de grondslag laten doorklinken: dat de VU staat voor waardengedreven wetenschap, dus dat iemands levensovertuiging op de universiteit niet achter de voordeur hoeft te blijven. Daarmee komt het gedachtegoed van VU-oprichter Abraham Kuyper volgens Geurts ook in de nieuwe tekst terug. „Wij beperken ons niet tot wetenschap, want je bent niet waardenvrij. Het verschil met Kuyper is dat we daarvoor geen christelijke taal meer gebruiken, want dat is niet wat ons verenigt”, legt hij uit. Ganzevoort: „Het expliciet christelijke jasje is te krap voor wie wij zijn als universiteit.”
Grondslag
De identiteit van de VU verandert niet door de aanpassing, stelt universiteitshistoricus Flipse. „De nieuwe formulering sluit aan bij de huidige grondslag. Die wijst op zijn beurt weer naar het verleden, zonder daarin te blijven hangen.”
Over de nieuwe formulering oordeelt Flipse redelijk positief. „Ik begrijp de insteek. Er wordt explicieter gemaakt op welke manier we uit de oorsprong inspiratie putten voor vandaag en wat het hogere doel is van wetenschap.” Tegelijk vraagt hij zich af of de aangepaste tekst „wel gaat werken”. „Ik kan me voorstellen dat er nog discussie wordt gevoerd over de wat omslachtige verwijzing. Misschien dat je beter kunt zeggen „in het besef van de christelijke oorsprong”.”
Rector Geurts kan zich voorstellen dat sommige mensen zich niet gerepresenteerd voelen door de nieuwe tekst, „omdat ze hunkeren naar meer christelijke bewoordingen”. Volgens hem mag juist iedereen zichzelf zijn op de VU. De kritiek dat de tekst „leeg” zou zijn, onderschrijft hij niet. „We houden verwondering en levensbeschouwelijke waarden over”, stelt Ganzevoort. „Dat nemen we vanuit de traditie mee naar nu.”