Qatar zal nooit als wij zijn – en dat geeft niet
Duizenden doden bij de bouw van de stadions. Arbeiders die erbarmelijk worden behandeld. Een slechte reputatie op het gebied van vrijheid van meningsuiting. Geen gelijke rechten voor de lhbti-gemeenschap. Vrouwen die worden achtergesteld. Een corrupte kliek van bestuurders.
De lijst van vooral westerse kritiek op Qatar is bijna eindeloos. Het is een wij-zij-schisma geworden van wereldwijde omvang. Wij, in het Westen, staan aan de moreel juiste kant, terwijl zij, in de Arabische woestijn, er nog weinig van begrepen hebben – tenzij ze onze postmoderne liberale waarden overnemen. Het verschil met het koloniale gedachtegoed van een eeuw geleden is zo bezien niet groot.
En dan is nog niet eens alle kritiek genoemd. Wat in de seculiere pers totaal ondersneeuwt, is de positie van christenen in Qatar. Vooral de heel kleine gemeenschap van lokale Qatarese christenen heeft het erg zwaar. Zij worden verstoten door hun familie, achternagezeten door de overheid. Christen worden is voor een Qatarese moslim een vorm van sociale zelfmoord.
Kortom, er is genoeg kritiek op Qatar mogelijk, en ook terecht. De leiders van het schiereiland aan de Arabische Golf, met emir Tamim bin Hamad al-Thani voorop, zullen zich de achterliggende maanden ongetwijfeld achter de oren hebben gekrabd. Was het, alles overziend, nu wel zo’n goed idee om het wereldkampioenschap voetbal te organiseren? Het heeft immers miljarden en miljarden euro’s gekost en uiteindelijk blijkt dat de critici onmogelijk tevredengesteld kunnen worden.
Hypocrisie
Toch laat de vraag zich niet tegenhouden of al die kritiek hetzelfde gewicht heeft. Er zijn minstens twee cultuurhistorische redenen te geven waarom Qatar een deel van de kritiek van zich af zou mag laten glijden.
De eerste is de hypocrisie die onder veel kritiek schuilgaat. Qatar moet veranderen, en wel nu, maar tegelijkertijd doet het Westen maar al te graag zaken met het schiereiland. De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, en ook andere Europese landen, hebben omvangrijke wapendeals met Qatar gesloten. Ook voor gas is het emiraat hard nodig nu de Russische pijplijnen geen reële optie meer zijn.
Verder gaat kritiek op mensenrechten in Qatar door bijvoorbeeld de Verenigde Staten blijkbaar hand in hand met het zelf niet al te nauw nemen van diezelfde mensenrechten. Het bestaan van de Amerikaanse gevangenis Guantanomo Bay in Cuba en het waterboarden van gevangenen zijn niet wezenlijk van een ander niveau dan het uitbuiten van arbeiders.
En over corruptie gesproken: westerse politici lieten zich graag fêteren door de sjeiks van Qatar. David Mundell, een Brits parlementslid, accepteerde cadeaus en reisjes van Qatar ter waarde van in totaal bijna 7,5 miljoen Britse pond.
Qatar is dus niet de paria die het nu lijkt te zijn. Het Westen zelf heeft het land al veel eerder geaccepteerd als een serieuze partner in de wereldwijde politiek.
Sowieso was het mede het Westen dat ervoor gezorgd heeft dat Qatar het WK überhaupt kón organiseren, in een schimmig en door corruptie omgeven proces. Beschuldigingen van corruptie en omkoperij zouden dan ook niet allereerst aan Qatar moeten worden geadresseerd, maar aan het tot op het bot gecorrumpeerde FIFA – de voetbalbond die zich in dit hele proces van zijn donkerste kant heeft laten zien.
Ontwikkelingsgang
Lang verhaal kort, het Westen heeft in zijn kritiek op Qatar kilo’s boter op het hoofd. Maar daarmee is nog niet alles gezegd. De tweede reden waarom Qatar niet alle kritiek serieus zou moeten nemen, gaat dieper. Die ligt in de overtuiging dat Qatar geen kopie van westerse landen hoeft te worden. In de gegronde opvatting dat Qatar zijn eigen ontwikkelingsgang mag gaan in de geschiedenis van de volkeren.
Waarin die opvatting is gegrond? Nu, bijvoorbeeld in het principiële pluralisme dat het denken van Abraham Kuyper kenmerkt. Veel orthodoxe christenen denken exclusief: alleen het christelijk geloof is waar, en dat heeft zijn gevolgen voor de positie van andere culturen. Andere christenen denken juist volgens de mal van het seculiere liberalisme. Dat zegt dat iederéén liberaal moet denken, dus ook mensen in andere landen en culturen. Dat gaan ze echter niet doen, zoals blijkt in Qatar.
Kuyper bood een uitweg uit die impasse: die van het christelijke pluralisme, waarbij er meer geluiden naast elkaar mogen klinken – óók het islamitische geluid, en zelfs als dat ingaat tegen het democratisch ideaal. Zo biedt Kuyper als het ware een raam waardoor we naar de veelkleurige werkelijkheid kunnen kijken. Waardoor er ruimte ontstaat voor pluriformiteit. Voor andere kleuren, geuren, vormen en smaken dan wij gewend zijn en waarderen.
Dat betekent uiteraard níét dat het waarheidsgehalte van die andere opvattingen even groot is. Sommige dingen zijn nog steeds gewoon fout. Racisme bijvoorbeeld, of uitbuiting van arbeiders.
Met de Bijbel als norm hoeft daar weinig discussie over te zijn. Het betekent wél dat de vrijheid die we zelf genieten om ons leven vorm te geven, wederkerig is en ook voor andere culturen geldt.
Drammerig vingertje
Wat dat betreft sloeg de in Qatar bekende wetenschapper Nayef bin Nahar afgelopen week de spijker op de kop, toen hij de selectieve verontwaardiging tegen zijn land even zat was. „Ik weet niet wanneer westerlingen zich zullen realiseren dat hun waarden niet universeel zijn”, schreef hij op Twitter. „Maar laten we niet vergeten dat het Westen niet de woordvoerder is voor de mensheid.” Dat is niet zo’n plezierige herinnering, maar wel eentje die kan behoeden voor een al te drammerig liberaal vingertje.
Journalist Jacob Hoekman speurt in de cultuurgeschiedenis
naar antwoorden op weerbarstige vragen bij het nieuws