Het Witte Kerkje te Odijk is het restant van een middeleeuwse kruiskerk die in 1818 flink werd beschadigd door een voorjaarsstorm. Alleen het gotische koor bleef bewaard. Het werd in 1820, twee eeuwen geleden, als kerk weer in gebruik genomen.
Aan koning Willem I dankt de protestantse kerk van Odijk, gemeente Bunnik, haar vorm. Hij besloot eind 1819 geen extra subsidie te verlenen voor een nieuwe kruiskerk. Voor de hervormden in Odijk zat er niets anders op dan de toren, het schip en de zijbeuken van de oude kerk af te breken en het koor met een paar voet te vergroten. Op die uitbreiding mocht een dakruitertje met een klok worden geplaatst, voor de tijdsmelding en om dorpelingen te waarschuwen bij calamiteiten.
Het Witte Kerkje is nu een rijksmonument. „Het is een van de weinige historische plekjes van Odijk. De kerk ademt geschiedenis. Dat tref je verder in het dorp amper aan”, zegt kerkrentmeester Paul Zeef. „Odijk heeft vooral nieuwbouw uit de jaren zestig en daarna.”
Toga
Onder het grind aan de voorkant van het Witte Kerkje en het schapenweitje ernaast bevinden zich de resten van fundamenten van de vroegere kruiskerk. Die kreeg in 1548 een groter koor. Twee wijdingstekens (consecratiekruizen) voorin de kerk herinneren daaraan. Eerder stond op de plaats van de kerk een kapel uit de twaalfde eeuw.
Omdat de kerkvoogden het „alleszints ongepast en onbetamelijk” vonden dat dominees van buiten Odijk zich in de nieuwe kerk moesten omkleden om in toga voor te gaan, werd in 1857 een ”kerckekamer” aangebouwd. Deze consistorie werd later uitgebreid en ook gebruikt voor vergaderingen en catechisatie. Naast kerk en consistorie staat sinds 2001 ”De Meenthoek”, als centrum voor de vele activiteiten rond het Witte Kerkje, eveneens wit van kleur.
In 1963 werd het kerkinterieur fors gewijzigd. De kerkbanken, waaronder enkele herenbanken, werden vervangen door stoelen. Het klankbord boven de zeventiende-eeuwse kansel verdween eveneens. Het doopvont werd geplaatst op de zuil van een wijwaterbekken uit de vijftiende eeuw.
Het orgel in het Witte Kerkje werd in 1974 gebouwd door de firma K. B. Blank uit Herwijnen. De orgelkast is gekopieerd naar de kast van het orgel uit 1713 in de hervormde kerk in Ried (Friesland).
Het enige kunstwerk in de sober ingerichte kerk is een reliëf van de Emmaüsgangers. Dat werd in 1987 geplaatst toen de hervormde gemeente een federatie aanging met de leden in Odijk van de gereformeerde kerk in Bunnik. Die hielden sinds 1967 al avonddiensten in het Witte Kerkje. Sinds 2006 is er één protestantse gemeente in Odijk.
Vrienden
Het dorp telde in 1960 slechts 400 inwoners, van wie driekwart rooms-katholiek. „In het Witte Kerkje waren op zondag maar 40 kerkgangers”, zegt gemeentelid en historica Wil van der Plas-Pronk. „In de jaren erna is Odijk aanzienlijk uitgebreid. In de wintermaanden waren er zelfs twee ochtenddiensten.” Het ledental groeide naar 900. Inmiddels is dat mede door ontkerkelijking en een strakkere ledenadministratie gedaald naar 650. Het aantal kerkgangers schommelde net voor de coronatijd tussen de 90 en 110.
Een groot deel van de onderhoudskosten wordt gedekt door financiële bijdragen van Stichting Vrienden van het Witte Kerkje. Zij ontvangt inkomsten uit een kringloopwinkel die is voortgekomen uit rommelmarkten ten bate van het kerkgebouw. Kerkrentmeester Zeef: „Mede dankzij die steun, naast geld van Monumentenzorg, kunnen we de kerk goed in stand houden.”