De aanval was gericht tegen het digitale besturingssysteem van de voorziening. „Het doel was om iets stuk te maken”, aldus viceadmiraal Peter Reesink, de directeur van de MIVD. Als het gelukt was zou het effect „niet grootschalig” zijn geweest. Welke voorziening het doelwit was, wil hij niet kwijt.

Ook probeerden Russen toegang te krijgen tot vitale infrastructuur in Nederland. De actie was volgens Reesink gericht op het verstoren van hulp aan Oekraïne. De operatie is uiteindelijk niet gelukt omdat de Russen geen toegang kregen tot het netwerk, staat in het jaarverslag.

Verder waren er Russische cyberaanvallen op openbaarvervoerbedrijven en op websites van politieke partijen. Dat gebeurde „in een poging het Nederlanders moeilijk te maken hun stem uit te brengen tijdens de Europese verkiezingen”. Vorig jaar juni werd er een nieuw Europees Parlement gekozen.

Het aantal cyberacties van Russische diensten en aan de Russische staat gelieerde hackgroepen neemt volgens de MIVD toe. Zij nemen daarbij ook steeds meer risico’s. „Ik zou het ook brutaliteit kunnen noemen”, zei de viceadmiraal. Als de oorlog in Oekraïne stopt, zal de Russische dreiging alleen maar toenemen, verwacht de dienst.

Nederland is interessant voor de Russen onder meer omdat hier veel internationale organisaties zijn gevestigd, vanwege de steun aan Oekraïne, de hightechsector, de haven van Rotterdam en het feit dat Nederland een informatieknooppunt is van onder meer (onderzeese) internetkabels.

Ook voor China is Nederland een belangrijk doelwit voor (cyber)spionage. Vorig jaar kwam naar buiten dat Chinese spionagesoftware was aangetroffen op een computersysteem van het ministerie van Defensie. Er is een „beperkte grip” op de acties van Chinezen, zei Reesink.

Dat komt volgens hem omdat de dreiging divers is en het aantal actoren groot. De aandacht van de MIVD voor China zal geïntensiveerd worden. De dienst heeft daar ook het geld voor gekregen, zei Reesink. Het zal tijd kosten om meer grip te krijgen op de Chinese spionageactiviteiten, zei Reesink.