De regering treedt de laatste jaren steeds harder op tegen organisaties die zich bezighouden met het beschermen van de democratie en mensenrechten. Dat gebeurt vaak met geld uit het Westen en dus worden vooral dit soort instellingen geraakt door deze wetgeving. Eerder moesten die zich al, naar Russisch voorbeeld, laten registreren als ‘buitenlandse agent’ als er geld binnenkwam uit het buitenland.

De Georgische machthebbers zeggen dit soort maatregelen te nemen, omdat bepaalde organisaties onder controle zouden staan van buitenlandse inlichtingendiensten.

Georgië leek jarenlang een prowesterse koers te willen varen, maar de laatste jaren zoekt de regering steeds meer toenadering tot Rusland en neemt de repressie toe. Dat heeft al meerdere keren geleid tot grootschalige protesten. Eind vorig jaar gingen bijna dagelijks honderdduizenden Georgiërs de straat op, omdat er gefraudeerd zou zijn bij de verkiezingen. Bovendien besloot de regering om voorlopig te stoppen met de gesprekken over toetreding tot de Europese Unie.