Rode kathedraal Zeerijp herstelt zich van aardbevingsschade
Hoog in het noorden van de provincie Groningen ligt Zeerijp. Hier wonen amper 400 mensen. Langs de Borgweg staat de hervormde Jacobuskerk, de rode kathedraal van Zeerijp. Het is een plaatje!

De kerk dateert uit de veertiende eeuw en is door haar vrijstaande toren als een baken in het vlakke landschap. Buiten het kerkgebouw begraaft Zeerijp met zorg haar doden. Binnen is de afgelopen drie maanden met zorg hersteld en gepleisterd. De aardbevingsschade die ontstaan was in januari 2018 is hersteld, hoewel er nog veel werk wacht. Vorig jaar is de kerktoren onder handen genomen. Aan de voorkant van de toren liep een scheur van boven tot beneden. Het was een beroemde scheur, ”de scheur van Zeerijp”.
Aan de voorkant van de toren liep een scheur van boven tot beneden, ”de scheur van Zeerijp”.
De beving op maandag 8 januari 2018 had een kracht van 3,4. Dorpsbewoonster Alie Leeuwis weet het nog precies. Ze woont tegenover de kerk: „Ik was jarig, en dacht: dit wordt een gezellige dag. Maar zo gezellig werd het niet. Ik hoorde een hard geluid en voelde een schok. De honden raakten in paniek. Alles stond te schudden. Het was een angstig moment. Ik ben direct naar buiten gerend. Sindsdien lig ik er ’s nachts nog weleens wakker van. Gelukkig wordt dat de laatste tijd al minder. Soms denk je: wanneer gebeurt ’t weer?”
Veel inwoners van Zeerijp hebben problemen met de afhandeling van het aardgasdossier, weet Leeuwis. „Mensen zijn bezorgd, soms ook moedeloos. De bevingsschade en de bouwkundige versterking zijn een deel van het leven, van hun bestaan, geworden. De afhandeling ervan frustreert mensen. Dit duurt al jaren. Velen zijn boos. Op de overheid, ja.”
Schade aan de kerk
Ook de Jacobuskerk bleek later forse schade opgelopen te hebben, onder meer aan de gewelfschilderingen. Sinds januari dit jaar is er hard gewerkt om grote scheuren in de gewelven en in het stuc- en metselwerk te dichten. Aan de binnenzijde van de kerk is de klus bijna geklaard. Het beroemde orgel van Theodoor Faber gaat nog schuil achter plastic.
In het kerkschip staat, tussen planken en de laatste steigers, Erwin van der Veen, projectleider restauratie bij Daad Architecten. De Jacobuskerk is een kerk met een eigen verhaal, zoals alle kerken, zegt Van der Veen. „Kerken zijn net mensen. Geen kerk is gelijk. Kerkgebouwen doen meer met mensen dan mensen zelf door hebben. In de provincie Groningen zijn we bevoorrecht met heel veel historische kerkgebouwen. Sommige staan er al sinds de elfde of de twaalfde eeuw. Wat hebben zulke gebouwen het lang volgehouden, wat hebben ze veel meegemaakt. Mensen verdwijnen weer, maar kerken blijven staan. We moeten er goed voor zorgen.”
De laat-romaanse Jacobuskerk is eigendom van Groninger Kerken. Jur Bekooy is als bouwkundige in dienst van de stichting. In zijn blauwe jas met witte letters ”Groninger Kerken” staat hij midden in de kerk, te midden van steigerbouwers. „Deze kerk is het huis van het dorp”, zegt Bekooy. „Het huis staat weer redelijk op orde, maar dat heeft wel 350.000 euro gekost. Dat wordt overigens geheel vergoed door het Instituut Mijnbouwschade Groningen. En we zijn er nog niet. De scheuren zijn voor het grootste deel hersteld. Nu moeten de gewelven nog versterkt worden. We willen dit niet nog een keer meemaken.”
Aardbevingsgebied
Zeerijp ligt midden in het aardbevingsgebied van de provincie Groningen. Groninger Kerken is eigenaar van 103 kerkgebouwen in de provincie, waarvan ongeveeer zestig in het bevingsgebied. Vijftig ervan hebben schade opgelopen. Bekooy: „Dat heeft wel impact op de mensen die hier wonen. Ook al gaan velen op zondag niet naar de kerk, iedere Groninger houdt van de kerk in zijn dorp. En deze aardbevingsproblematiek duurt nu dus al jaren. Schade aan kerkgebouwen wordt vaak pas jaren later zichtbaar. Zeerijp ligt op een breuklijn. Dat brengt risico’s met zich mee. De stichting heeft helaas ervaring.”
Bekooy zorgt al jaren voor oude Groninger kerken. „Je voelt dat je met eeuwenoud materiaal bezig bent. Dat maakt je voorzichtig, nederig zelfs. Het kan toch niet gebeuren dat een gebouw dat er al eeuwenlang staat opeens in onze tijd grote schade oploopt. Dit gebouw verdient het om met zorg behandeld te worden. Alleen een pleister op de wond plakken is niet genoeg. Schade moet diepgaand hersteld worden.”
Een historisch kerkgebouw is niet zomaar een klomp steen, zegt Bekooy. „Het is een plek van bezinning. Je moet leren denken in de geest van zo’n gebouw. In een oude kerk hebben mensen lief en leed gedeeld. Kinderen zijn binnengedragen. Ouderen zijn uitgedragen. Wat een emotie heeft zich hier afgespeeld. Het kan mij echt ontroeren als zo’n kerk schade lijdt.”
Kerkhof
Buiten de kerkmuren ligt het kerkhof. Tussen de graven lijkt de dood heer en meester te zijn. De dood maakt scheiding tussen lichaam en ziel, verscheurt banden tussen ziel en ziel. Hier liggen „geliefde ouders”, „een lieve echtgenote” en zelfs drie dochtertjes in één graf. In harde steen staan Groninger namen uitgehakt: Trientje, Martje, Frouwke, Scheltje. Op een grafzerk staat „Haar leven was Christus, alzoo haar sterven gewin.” Op een andere steen staat: „Dag mam.”