Kerk & religieBoekpresentatie

Oog voor de Joodse achtergronden van het Mattheüsevangelie

In het Israëlcentrum van Christenen voor Israël (CvI) in Nijkerk had dinsdag de presentatie plaats van het boek ”Mattheüs – Bijbelverklaring met Joodse en archeologische achtergronden” van prof. dr. Mart-Jan Paul.

Gerrit van Dijk
9 April 2025 08:05Gewijzigd op 9 April 2025 08:37Leestijd 3 minuten
Prof. dr. M.J. Paul aan het woord; links uitgever René Heij. Rechts naast prof. Paul: drs. Kees de Vreugd, dr. Marco Rotman en Frank van Oordt. beeld Ruben Schipper Fotografie
Prof. dr. M.J. Paul aan het woord; links uitgever René Heij. Rechts naast prof. Paul: drs. Kees de Vreugd, dr. Marco Rotman en Frank van Oordt. beeld Ruben Schipper Fotografie

De laatste tijd is er steeds meer bekend geworden over de Joodse achtergronden van de evangeliën. Vooral het Mattheüsevangelie heeft volgens belangrijke exegeten een uitgesproken Joods karakter. In Nederlandstalige commentaren was deze visie tot nu toe nauwelijks doorgedrongen. Daaraan is een einde gekomen met het verschijnen van het boek van dr. Paul, zei dr. Marco Rotman bij de presentatie. Deze werd bijgewoond door zo’n 85 belangstellenden.

René Heij, directeur van uitgeverij De Banier, overhandigde het boek aan de auteur, dr. Mart-Jan Paul (hoogleraar Oude Testament aan de ETF in Leuven), aan drs. Kees de Vreugd (medeauteur), aan dr. Rotman (meelezer) en aan Frank van Oordt (directeur van CvI en mede-initiatiefnemer van de uitgave). Dr. Paul, die op 4 juni met emeritaat gaat, legde uit waarom hij het boek schreef. Hij gaf aan dat daarbij de verdieping in de uitlegregels van het Jodendom een belangrijke rol speelde.

Omwenteling

Dr. Rotman, lector namens het Centrum voor Israëlstudies (CIS) en de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), beschreef in zijn speech de „paradigmawisseling”, de grote omwenteling die er plaatsvond in het onderzoek en de uitleg van het Mattheüsevangelie, dat nu steeds meer vanuit de Joodse traditie wordt verklaard. Zowel in christelijke kringen als in Joodse is er belangstelling voor de Joodse achtergrond van het Nieuwe Testament.

„De scheiding tussen kerk en synagoge was in de eerste eeuwen kerkgeschiedenis niet zo scherp als in later tijd”, zo betoogde Rotman. „Jodendom en christendom waren na de verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70 nog vermengd. Jezus zet Zich minder scherp af tegen de farizeeën en de Joodse traditie dan latere christelijke theologen suggereren. Jezus wilde wat ook de rabbi’s wilden, namelijk een haag bouwen om de Thora, en het onderwijs van Jezus verschilt echt niet zo veel van de Joodse leraren die Zijn tijdgenoten waren.”

„De scheiding tussen kerk en synagoge was in de eerste eeuwen kerkgeschiedenis niet zo scherp als in later tijd”

Dr. Marco Rotman, lector namens CIS en CHE

Volgens Rotman begonnen christenen vanaf de vierde eeuw steeds meer scherpe tegenstellingen in het Mattheüsevangelie te zien, omdat zij vanuit een „buitenperspectief” keken. Zo werden de botsingen van Jezus met de farizeeën antithesen. Rotman wees erop „dat Jezus veel meer verwantschap met de farizeeën had” en Zijn kritische uitlatingen over de farizeeën vanuit een „binnenperspectief” moeten worden gezien. „Dan komt Jezus’ onderwijs over het vervullen van de wet en Zijn harde wee-uitspraken over de farizeeën in een ander, een milder licht te staan. Juist vanuit dit perspectief kunnen beruchte teksten, zoals de ”bloedtekst” in Mattheüs 27:25, anders worden uitgelegd.”

Oog om oog

Drs. De Vreugd, eindredacteur van het tijdschrift Israël en de Kerk, had aan het boek bijgedragen door de nodige informatie vanuit Joodse bronnen te verschaffen. Hoe dat was gegaan, maakte hij duidelijk met enkele voorbeelden. Het principe van „oog om oog, tand om tand” (dat Jezus noemt in de Bergrede) werd ook in de Joodse traditie niet letterlijk uitgelegd. De praktische uitleg in het Jodendom spreekt niet over lichaamsdelen, maar over een goede compensatie die in verhouding is met de verwondingen. De Vreugd toonde verder aan dat de voorschriften over het geven van de tienden uit Leviticus ook in het Jodendom niet letterlijk worden genomen, maar door de Joodse exegese praktisch worden uitgelegd door te verwijzen naar Micha 6:8: „Wat eist de Heere van u dan recht te doen en weldadigheid lief te hebben?”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer